Het derde deel van Dupont met Reger en de vierde cd (deel 1 bevat twee cd’s). Duponts eerste Regerplaten zijn goed ontvangen. Voor deel 1 koos Dupont orgels in Magdeburg en Ulm (Duitsland) en Kalingrad (Rusland). In Magdeburg en Kaliningrad betreffen het hedendaagse orgels van Potsdammer orgelmaker Schuke. Het Ulmer instrument (St. Georgskirche) werd gebouwd door Walcker (1904), zestig jaar later door Reiser ‘omgebouwd’ en veertig jaar later weer ‘teruggerestaureerd’ door Kuhn. Het tweede deel speelt Dupont in op het Stahlhuth/Jann-orgel van de Saint-Martin te Dudelange.
Voor het derde deel van zijn interessante Regerserie maakt Dupont weer originele keuzes. Wie zou gedacht hebben aan het Harrison & Harrison-orgel van de St. Mary Redcliffe te Bristol (Engeland)? Dit orgel, in 2009 gewetensvol gerestaureerd, is één van de fraaiste Engelse romantische orgels. Niet alleen de variatiereeks ‘Heil, unserm König Heil’ (God save our gracious King) bracht tot deze keuze, maar ook de gelijkenis in klankbeeld met sommige laat-romantische orgels op het continent.
De blinde Alfred Hollins was één van de eerste recitalisten in de concertserie die volgde op de inauguratie en mijmerde later over ‘het mooiste orgel dat hij ooit had bespeeld’. De originele programma’s van de concerten ter gelegenheid van de ingebruikname laten zien dat er toen al Reger werd gespeeld op dit orgel. Men draaide er trouwens de hand niet voor om om Reubkes vermaarde Sonate voor de gelegenheid drastisch in te korten …
Op de vierde cd uit de serie wordt nog een origineel instrument geïntroduceerd: het Dalstein & Haerpfer-orgel uit de église Saint-Sauveur te Straatsburg (1907) – eveneens een tijdeigen instrument. Een instrument uit de Orgelreformbeweging, gemaakt door bij Albert Schweitzer favoriete bouwers. Het orgel is dan ook gebouwd volgens aanwijzingen van Schweitzer zelf en staat bekend als het ‘Schweitzer-orgel’. De tongwerken zijn geïntoneerd door een medewerker van Maison Cavaillé-Coll. In 2010 verscheen de cd ‘L’Orgue Albert Schweitzer, Saint-Sauveur Strasbourg-Cronenbourg’, bespeeld door Winfried Enz met werken van Widor, Mendelssohn, Franck en J.S. Bach).
Schweitzer en de reformbeweging waren historisch zeer geïnteresseerd, maar beoogden toch niet zozeer bijvoorbeeld een ‘Bachorgel’ te bouwen. Waarschijnlijk had men een ander, flatteuzer beeld van de eigen tijd ten opzichte van bijvoorbeeld de zeventiende en achttiende eeuw. Elementen uit de oude tijd werden wel gebruikt om het excelsior van de eigen kunstzinnige opgang te larderen, maar terug naar de barok was niet de ultieme droom – daarvoor had men in eigen oog (en oor) immers reeds teveel bereikt. Aanpassingen om bijvoorbeeld Bachs lijnen helderder uit te doen komen waren welkom, maar mochten geen afbreuk doen aan de artistieke verworvenheden van de twintigste-eeuwse orgelbouw. Het zou de moeite waard zijn om een debat te beleggen over de vraag bij welke positie artistiek het hoogste te behalen is.
Dupont, sinds 2012 organist van de kathedraal van Bordeaux, vergewist zich consciëntieus van zijn taak. Hij schrijft boeiend over de interpretatievragen bij de uitvoering van Regers werken. Zijn uitvoeringen klinken doorleefd. Het ‘Schweitzerorgel’ vond ik een belevenis in op. 79b. Registers als Geigen-Principal, Eoline, Violoncello – verrukkelijk. Ook de maat van dit instrument past de koralen van opus 79b als een jas.
De opnamen uit Bristol oversturen helaas soms wat. Jammer. Van de haastigheid die Robilliard – een van de leermeesters van Dupont – soms in zijn Regerspel kon leggen, kan ik bij Dupont niets bespeuren.
In 1988 schreef Jos van der Kooij in het boekje bij zijn cd Max Reger – Organ Works (Maarschalkerweerdorgel O.L.V. Basiliek Zwolle, René Gailly CD 87035): ‘Voor musici en muziekliefhebbers die gevoel hebben voor monumentale constructies, gedurfde harmonische wendingen, grote virtuositeit en verstilde poëzie, zal het spelen en beluisteren een bron van genot en vreugde zijn èn blijven!’ Zijn woorden gelden nog steeds.
Max Reger: Intégrale de l’oeuvre pour orgue, volume 3
Jean-Baptiste Dupont
Fuge c-Moll, Introduktion und Passacaglia d-Moll, Orgelpräludium c-Moll, Präludium und Fuge d-Moll, Präludium und Fuge gis-Moll, Postludium d-Moll, Variationen und Fuge über ‘Heil dir im Siegerkranz’, Choralvorspiele ohne Opuszahl, Präludium und Fuge fis-Moll, Romanze a-Moll, Choralvorspiele Op. 79b.
Label: Editions Hortus
Nummer: Hortus 111
Speelduur: 84’35
Booklet: 36 pagina’s (DU/EN/FR)
Prijs: € 23,75
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]