De bouw van de nieuwe concertzaal van de Deense Radio en Televisie is een jaar vertraagd. Orgelbouwers Van den Heuvel uit Dordrecht hebben het orgel voor de zaal al klaar. Het enorme instrument is daardoor een sta-in-de-weg voor het veertigjarige bedrijf.
Het orgel is klaar, maar de concertzaal waarin het komt te staan nog niet. Dat is het momenteel het grote probleem van de orgelbouwers Jan en Peter van den Heuvel uit Dordrecht. ,,We moesten het orgel in november af hebben, en dat is ons ook gelukt. Daarna zou het naar de nieuwe concertzaal van de Deense Radio en Televisie in Kopenhagen gebracht worden. Maar de zaal is nog niet klaar.’’
Eerst kregen de orgelbouwers – bekend van grote orgels overal in Europa – te horen dat de bouw vier maanden vertraagd zou zijn, toen werd het zes, toen veertien. ,,Het zou best nog verder kunnen uitlopen’’, zegt Peter van den Heuvel (49), de jongste van de twee broers. ,,De Denen hebben het gebouw laten ontwerpen door een Franse architect. Die heeft zich uitgeleefd in allerlei bouwkundige experimenten. Sommige van die experimenten bleken tijdens de bouw niet te werken, waardoor een nieuwe oplossing bedacht moest worden. Daardoor ontstaan steeds vertragingen. Het budget is dan ook ruim overschreden.’’
Het orgel dat het Dordtse bedrijf gemaakt heeft, moet voorlopig in de zestien meter hoge bouwloods blijven staan. Dat is een groot probleem. ,,Het instrument neemt de hele hal in beslag. Daardoor kunnen we die ruimte niet gebruiken voor de opbouw van nieuwe instrumenten. Dat betekent dat we niet kunnen voldoen aan de gewenste levertijd van grote opdrachtgevers’’, constateert Peter van den Heuvel. ,,Want een andere hal kun je niet zomaar huren.’’ Maar er zijn ook lichtpuntjes. ,,De Deense Radio neemt de volledige verantwoordelijkheid voor de vertraging van de bouw en heeft ons schadeloos gesteld voor de kosten van de opslag. Het instrument is ook al betaald.’’ Het bedrijf heeft ook nog een lagere montagehal, waar het werk gewoon doorgaat.
Jan van den Heuvel (60) leerde het orgelmakersvak bij Flentrop in Zaandam. Nadat hij in militaire dienst was geweest, wilde hij eigenlijk niet meer terug naar dat bedrijf. ,,’Wat wil je dan?’, vroeg mijn vader. ‘Ik wil zelfstandig orgelmaker worden’, zei ik. ‘Dan moet je een orgel bouwen, om te zien of je het kunt’, zei mijn vader. Dat hebben we gedaan. We zijn gereedschap gaan kopen en ik ben mijn orgel gaan maken. Het is later verkocht aan de Christelijke Gereformeerde Kerk van Maarssen, waar het nog steeds staat.’’ Daarna mocht hij zich van zijn vader als 20-jarige inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Op 1 mei van dit jaar is dat veertig jaar geleden.
De hervormde gemeente van Ridderkerk wilde een nieuw orgel voor de Singelkerk en vond in de brede klank van Jan van den Heuvels meesterproef precies wat ze zocht. Dus kreeg hij zijn eerste opdracht. Dat was geen kleintje: het instrument kreeg drie klavieren. Zijn vader stond garant voor het geval het project mocht mislukken. ,,Ik heb alles aan mijn vader te danken. Want voor het orgel van de Singelkerk moest een nieuwe montagehal gebouwd worden, die mijn vader betaalde.’’
Vanaf het begin stond het voor Jan van den Heuvel vast dat hij nieuwe wegen wilde inslaan. ,,De tijd van scherpe orgels was geweest, maar ik wilde niet meedoen met de daarop volgende mode om terug te grijpen op de geschiedenis.’’ Hij ging te rade bij de Franse bouwer Cavaillé-Coll, maar volgde hem niet slaafs. Bij de bouw van een nieuw orgel in de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee kon hij zijn ideeën kwijt. ,,Je moet bereid zijn iets extra’s te doen voor het orgel waarmee je bezig bent. In Ridderkerk heb ik snijwerk toegevoegd, in Katwijk vele extra registers.’’ Via het orgel in Katwijk, stroomden de internationale opdrachten binnen, onder meer voor een nieuw orgel voor de St.-Eustache in Parijs.
Ook in Kopenhagen zitten zulke extra’s. ,,Het zou aanvankelijk een orgel met 71 registers worden. We waren niet de goedkoopste orgelbouwer die had ingeschreven, maar tot onze verbazing kregen wij toch de opdracht. We zijn met de opdrachtgever gaan praten. Hij had nog wel wat wensen, en wij ook. In overleg ontstond zo een orgel met 89 registers. Maar omdat het grootste orgel van Denemarken er net zoveel had, zijn er nog twee registers bij gekomen.’’
Peter van den Heuvel laat het orgel voor Kopenhagen zien in de montagehal die ooit werd neergezet om het orgel in de St.-Eustache te bouwen. ,,Hier kunnen we voorlopig niets doen’’, zegt hij terwijl hij de stroom inschakelt van het gloednieuwe orgel. ,,Voordeel is, dat we kunnen laten zien waartoe we in staat zijn. De Parijse organist Naji Hakim heeft hier gespeeld, en ook de jonge organist Gerben Mourik. Beiden zijn organisten die weten hoe ze met een orgel als dit kunnen omgaan. Daar doe je het voor. Ik verbaas me wel eens over initiatieven als het Orgelpark in Amsterdam. Wat moet je daar nu met een orgel van Van Leeuwen uit de jaren zestig? De orgels die wij maken zijn veel meer toekomstgericht.’’
Als een ervaren gids toont Peter van den Heuvel de dubbeldikke zwelkastdeuren, de tuba’s op superhoge winddruk en de chamade, de horizontale trompet die bovenop het orgel ligt. ,,Maar luister ook eens hoe verschillend alle achtvoetsregisters zijn geïntoneerd. Ze zijn allemaal verschillend.’’Hoe groot het orgel ook is, Jan van den Heuvel bouwt net zo lief een klein orgeltje, zoals een paar jaar geleden in Prinsenhage bij Breda. ,,Klein werk is leuk. Daar kun je veel muzikaliteit in kwijt.’’
Iedereen mag in Dordrecht naar het Deense orgel komen kijken, maar liefst wel in groepen, zegt Peter van den Heuvel. ,,Anders ben ik bang dat ik geen vrije tijd meer overhoud.’’ [PETER SNEEP]
[Met toestemming overgenomen uit het Nederlands Dagblad]
© 2007 www.orgelnieuws.nl
© 2007 fotografie Gérard van Betlehem