Nieuw Reil-orgel voor Bethelkerk Bodegraven

Op donderdag 15 mei 2014 wordt het nieuwe orgel van de Bethelkerk van de Gereformeerde Gemeente van Bodegraven officieel in gebruik worden genomen. Het instrument was daarvoor al enige weken tijdens de erediensten in gebruik. Het is gebouwd door Orgelmakerij Reil BV te Heerde.

Text Example

advertentie



Het nieuwe Reil-orgel vervangt een in 1996 in de Bethelkerk geplaatst orgel van Leeflang uit 1965. Hoewel het nieuwe orgel duidelijk het stempel van de makers draagt, zijn tegelijkertijd diverse stijlelementen ontleend aan het werk van de tweede generatie orgelmakers Van Dam, met name het grotendeels verloren gegane orgel van de St.-Catharinakerk op het Singel te Amsterdam, gebouwd in 1826.

De kern van het orgel wordt gevormd door pijpwerk uit het door L.J. en J. van Dam in 1824 gebouwde orgel voor de R.K. (schuil-)kerk te Poeldijk. Het bovenwerk van dit instrument stond waarschijnlijk met de bovenzijde tegen het dak. Nu nog is te zien dat de vijf grootste binnenpijpen van de Fluit d’amour 4 voet verkropt zijn.

Pieter Maarschalkerweerd bracht het instrument in 1850 over naar een grotere, nieuw gebouwde kerk. Bij die gelegenheid werd de Viool de Gambe 8’ discant van Van Dam vervangen en uitgebreid. In 1889 werd een nieuw orgel aangeschaft bij de firma Maarschalkerweerd & Zn. De orgelmakers Schölgens & Van den Haspel kochten het oude orgel en plaatsten het in de Gereformeerde Zuiderkerk te Vlaardingen. Van hun hand is de bas van de Holpijp 8 voet (blijkbaar bij die gelegenheid door hen vernieuwd) bewaard gebleven. De Fluitdoes werd tot Holfluit ‘omgedoopt’, de Woudfluit verdween.

Bij nieuwbouw van de kerk in 1957 plaatse L. Verschueren uit Heythuysen nog in datzelfde jaar een nieuw drieklaviers orgel, met gebruikmaking van een groot gedeelte van het pijpwerk uit het vorige orgel. De kerk werd in 1998 afgebroken, Sicco Steendam demonteerde het orgel en Orgelmakerij Reil kocht de oude pijpen in 2012 aan ten behoeve van het nieuwe orgel voor Bodegraven. De in 1957 verschoven prestantpijpen kregen hun vroegere plaats weer terug, zij het dat de originele toonhoogte iets werd verhoogd (van ongeveer 435 naar 440 Hz).

Voor het vervaardigen van alle nieuwe pijpen stonden de Van Dam-orgels van Franeker en Tholen model. De huidige samenstelling van de Mixtuur, Cornet en Tertiaan is onafhankelijk van deze Van Dam-voorbeelden bepaald. De kas is gemaakt van eikenhout, geschilderd in ivoorwit. De achterwand is van grenen (eveneens geschilderd) . Het snijwerk is van lindenhout, geschilderd in olijfgroen en wit, op plaatsen verguld. De registerknoppen, boventoetsen en registerplaatjes zijn van ebben. De bakstukken zijn van ebbenhout en palissander.

Loek van Dijk uit Waddinxveen zorgde voor het schilderwerk aan kas en balustrade, Wolters BV uit Deventer deed dat voor het snij- en verguldwerk. Ambachtelijke houtdraaierij Doornekamp uit Bodegraven zorgde voor het draaiwerk en onder leiding van bouwadviseur Cor de Wit werd de nieuwe balustradepartij voor het orgel en de balgenkamer gemaakt.

Ingebruikname en open middag
Op donderdag 15 mei om 19.30 uur wordt het orgel officieel ing ebruik genomen. Hans Reil zal samen met adviseur Dirk Bakker een toelichting geven. De organisten Hans Pors en Henri Adema bespelen het orgel met werken uit de orgelliteratuur en in begeleiding van de samenzang.

Op zaterdag 17 mei is er vanaf 14.00 uur een open middag waarop er ook gelegenheid is het orgel zelf te bespelen. Wie wil spelen kan zich tot uiterlijk woensdag 14 mei opgeven via gjdebruijn@filternet.nl. Speeltijd en speelrooster worden vastgesteld rekening houdend met het aantal aanmeldingen. Tijdens de open middag zal er ook een presentatie van de firma Reil te zien zijn. De middag wordt om 16.00 uur afgesloten met een concert door Hans Pors met werken van onder anderen Bach, Rinck, Keijzer en De Wolf.

 


Dispositie

Manuaal of Hoofdwerk – C-f3
Bourdon 16 – C-H eiken, gedekt; c1-f3 metaal gedekt
Prestant 8 – E-fis2 in het front (onderste tussenvelden en middentoren)
Holpijp 8 – C-H eiken, 1889; c0-f3 metaal gedekt, 1824
Octaaf 4 – 1824, 16 pijpen nieuw
Quint 3 – 1824, 17 pijpen nieuw
Octaaf 2 – 1824, 20 pijpen nieuw
Mixtuur IV-V – 168 pijpen uit 1824, 78 pijpen nieuw
Tertiaan II
Roerfluit 4 – metaal gedekt met roeren
Cornet IV – discant
Fagot 16 – eiken stevels en koppen, messing kelen. C-gis0 met loodbeleg. Bekers cilindrisch op relatief lange onderconus
Trompet 8 – eiken stevels en koppen. Messing kelen

BovenwerkC-f3
Prestant 8 – C-Dis binnenpijpen, E-e1 in het front
Fluit doux 8 – C-H grenen, geschilderd 19e-eeuws; c0-f3 1824
Viola (di) Gamba 8 – C-H gecombineerd met Fluit doux. c0-f3 1850; c0-f2 met expressions
Octaaf 4 – metaal
Fluit (d’) amour 4 – C-cis2 gedekt, d2-f3 wijd licht conisch open. C-g2 1824, gis2-f3: nieuw
Nasard 3 – conisch, enge mensuur
Woudfluit 2 – C-H gedekt, c0-f3 conisch, wijde mensuur
Carillon II – discant; 2-voets koor als Woudfluit. 4/5- en 1 1/3-voets koor open
Dulciaan 8 – eiken stevels en koppen. Messing kelen. Bekers C-a2 cilindrisch op relatief lange onderconus, b2-f3 conisch

PedaalC-f1
Prestant 16 – C-Dis eiken, open. E-cis0 in het front
Subbas 16 – grenen, gedekt
Octaaf 8 – metaal
Octaaf 4 – metaal
Bazuin 16 – eiken stevels en koppen. C-H grenen bekers. Kelen messing met loodbeleg
Trombone 8 – eiken stevels en koppen. Kelen messing met loodbeleg

Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Koppel Ped – Man
Koppel Ped – BW
Tremulant – opliggend
Calcant – bediening windmotor

Windvoorziening: drie spaanbalgen in aparte balgenkamer achter het orgel.
Winddruk: 66 mm waterkolom
Toonhoogte: a1= 440 Hz bij 180C
Stemming: naar Stef Tuinstra, vrijwel gelijkzwevend: C-G, G-D, D-A, A-E en E-H 1/8 komma kleiner dan rein, H-Fis een 1/16 komma kleiner dan rein, Fis-Cis rein, Cis-Gis 1/8 komma kleiner dan rein, Gis-Es rein, Es-Bes, Bes-F en F-C een 1/16 komma kleiner dan rein

 

Samenstelling vulstemmen

Mixtuur IV-V
C: 2 – 1 1/3 – 1 – 2/3
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
fis2: 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3

Tertiaan II
C: 1 3/5 – 1 1/3
c1: 3 1/5 – 2 2/3

Cornet IV
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 3/5

Carillon II
c1-a2: 2 – 4/5
b2-f3: 2 – 1 1/3

Gegevens met dank aan Dirk Bakker.

 

© 2014 fotografie orgel.gergembodegraven.nl