Met het heenvliegen van uren, dagen, maanden en weer een jaar, vroeg de redactie enkele van haar meer of minder vaste columnisten eens te mijmeren over het afgelopen jaar en de toekomst van de Nederlandse orgelcultuur. De eersteling in deze reeks was de afscheidscolumn van Peter Sneep, in deel twee blikte Gerben Mourik zowel terug als vooruit. Bert Rebergen opent het nieuwe jaar met een koffiedikke kijk in de orgeltoekomst.
Er bestaat een televisieprogramma waarin mensen worden geïnterviewd en de gast zit vervolgens vijf jaar later opnieuw oog in oog met de interviewer en blikt terug op de periode die achter hen ligt. In de eerste aflevering worden wensen uitgesproken, plannen gesmeed, voorspellingen gedaan en de gast wordt vijf jaar later geconfronteerd met die uitspraken. Zijn ze uitgekomen, of heeft het leven voor verrassende wendingen gezorgd?
De redactie van Orgelnieuws vroeg mij aan het begin van een nieuw kalenderjaar eens vooruit te blikken: Hoe ziet onze orgelwereld er over vijf, tien, twintig jaar uit? Daar zou heel veel over te zeggen kunnen zijn, maar laat ik enkele onderwerpen kort aanstippen en soms wat verder uitdiepen. Koffiedik kijken blijft het en neem mij vooral niet te serieus.
- Gezien de leegloop van de kerken zal de ‘aanwezigheid van het orgel’ in ons land niet toenemen. Orgels zullen verdwijnen uit niet historische (en te slopen) kerkgebouwen en wellicht een nieuw leven gaan leiden in ver gelegen gebiedsdelen, of bij kerkgenootschappen waar men op zondag niet op een paar duizend mensen kijkt. Andere gemeentes die thans als paddenstoelen uit de grond schieten, redden het prima zonder orgel, of een project als KAJEM zou aan een comeback moeten beginnen.
- Met het verdwijnen van onze orgels, zal het aantal orgel minnende landgenoten evenredig teruglopen. Organisten, die nog een traditioneel concert durven geven, (zie punt 5.) staan handenwrijvend op de balustrade als bij aanvang tien bezoekers een plekje hebben gevonden. Dat valt mee vanavond!
De trend van de afgelopen jaren zal nog wel even doorzetten: hoe Hollandser het programma, hoe voller de kerk. - Elektronische orgels zullen meer en meer een kloon worden van het pijporgel. Over een aantal jaar klinkt de het orgel van de Saint Sulpice levensecht in uw huiskamer en schakelt u van Westminster Abbey probleemloos over op de Dom van Berlijn. Bij het Wannamaker Grand Court Organ uit Philadelphia krijgt u het geluid van het winkelende publiek er, voor een paar tientjes extra, bij en het Fernwerk uit de Dom van Passau kan, na schriftelijke toestemming, klinken uit de woonkamer van de buren, of uit uw eigen fietsenschuurtje.
Er zal een commissie in het leven geroepen worden die er voor gaat zorgen dat alle, bij 1. genoemde, orgels vóór de sloop digitaal moeten worden vastgelegd. Zo’n orgel kan dan zorgeloos naar Zuid-Korea worden verscheept, want de oude Van Beusekom kan thuis gewoon blijven spelen op zijn kleine Kaat & Tijhuis-orgel dat hij jarenlang bespeelde in een onooglijk Gereformeerd kerkje, ergens in Overijssel. Dit kerkgebouw krijgt de functie van opvanghuis voor ouders met aan A.D.H.D. lijdende kinderen.
Een andere commissie zal eveneens een enorme database gaan bijhouden van de orgels die wél op hun plaats bleven, maar op de rol staan voor restauratie. Orgelbouwers kunnen naar hartenlust experimenteren met het instrument, want het ‘origineel’ blijft digitaal bewaard. Beroemde Sesquialters kunnen worden omgesmolten, Voix Celestes kunnen worden vervangen door de oorspronkelijke Regaal 8’ en organisten kunnen hun zelf ingebouwde Bazuin 32’ zorgeloos op Marktplaats zetten, want de door hen zo geliefde klank blijft in een beveiligde bunker op Ameland in digitale vorm opgeslagen.
Uiteraard komen al die orgels in ‘De Orgelwolk’ (PipeTunes) te staan en deze kunnen, tegen betaling, worden gedownload. - De orgel-cd is straks verdwenen. Even zal het vinyl nog herleven en staan we weer met die verrukkelijke hoezen als ‘Ruim baan voor Piet van Egmond’ bij de kassa van een bekende drogisterijketen, omdat de laatste muziekwinkels inmiddels hun deuren hebben gesloten. Orgelmuziek is alleen nog als ‘streaming audio’ te beluisteren en het is wachten op ‘Sporganfy’, ‘Herunterladegast’, ‘Clicquonline’ en ‘Oeckelen Play’. Tal van orgelfilmpjes blijven te zien op de computer, mits Microsoft ‘Silberlight’ op de pc staat.
- Geen orgelconcert wordt meer zonder beeldscherm gegeven. Wist men vroeger precies de plekjes in de kerk te vinden waarvandaan je de organist in de spiegel kon zien spelen, nu is dit overbodig geworden, want de kerken staan vol met interactieve schermen. Interactief, want de concertbezoeker krijgt een afstandsbediening waarmee men het concert kan beïnvloeden. Hebben genoeg bezoekers tijdens een dodelijk saaie partita, of een terecht onbekend gebleven sonate van Samuel de Lange op het rode knopje gedrukt, dan staakt de organist zijn spel en gaat vrolijk verder met het volgende programmapunt. Bevalt een stuk? Dan drukt men op groen en herhaalt de organist het gespeelde werk. Een knop mag maar één keer per concert worden gebruikt, anders krijgen we in Hasselt alleen de Toccata van Dubois te horen en wordt in de Grote Kerk van Zwolle iedere componist, wier achternaam niet met een B begint, continue weggedrukt.
Live-concerten sterven trouwens uit. De meeste kerken hebben straks ‘organ on demand’. Onder de kansel wordt een moderne jukebox geplaatst en na betaling speelt ‘het orgel’, geheel computergestuurd, het gekozen werk. Men betaalt € 0,49 per minuut. Een compleet concert kost € 9,99 (betaling via PayPipe mogelijk). Gezien het grote aantal mechanische instrumenten in Nederland zal het orgel zelf vrijwel altijd worden vervangen door een uitstekende geluidsinstallatie (Hauptwunsch) die de muziek laat horen. De bezoeker kan daarbij kiezen uit verschillende organisten en wil men het orgel horen in de situatie van vóór 2025, dan is dat wederom geen probleem. Het is dat de KVOK dan nog dwarsligt, maar het is een kwestie van tijd dat u in de Bovenkerk het orgel uit Leens kunt beluisteren.
Ja, lacht u maar! Bedroefd glimlachend constateren we dat een en ander, hierboven uiteengezet, wel eens werkelijkheid zou kunnen worden. Misschien moeten we over een paar jaar nog maar eens terugblikken.
De belangrijkste vraag die ons echter – de redactie incluis – bezighoudt is: “Hoe zal het straks zijn met Orgelnieuws?” Dan kan ik u geruststellen. Veel blijft zoals het nu al is: informatief, actueel, objectief, origineel, breed en, met een warm hart voor dat geweldig mooie instrument, gemaakt door een paar jongens die het er ‘maar gewoon naast’ doen. Die pluim mag, zo aan het begin van een nieuw jaar, ook wel eens worden uitgedeeld!
Veranderen zal er dus niet veel. Goed, de orgelkalender bevat steeds meer foto’s van orgels die er ooit hebben gestaan en je krijgt er bij aanschaf een gratis sample-set – die uit Ameland – bij van één van de afgebeelde instrumenten, maar verder houden we de kwaliteit die we gewend zijn.
Eén verandering wil ik u echter niet onthouden: ‘Column on demand’. U bepaalt als bezoeker zélf welke column op de site zal worden geplaatst en welke onmiddellijk mag verdwijnen. Dan kunt u bij die verzinsels mijnerzijds op het rode knopje drukken zoveel u wilt.
Ziet u wel…
U kunt de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
Bert Rebergen (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land. Voor Orgelnieuws.nl blikt hij in de column ‘Dat waren nog eens tijden’ zo nu en dan terug op de orgelwereld van enkele decennia geleden.