Ruim vijf jaar na de verwoestende brand in 2019 opent de Notre-Dame in Parijs op zaterdag 7 december opnieuw haar deuren. Het moment wordt gemarkeerd met het ‘ontwaken’ van het hoofdorgel dat de brand wonderbaarlijk heeft overleefd en de afgelopen jaren zorgvuldig is gerestaureerd.
De heropening van de kathedraal gaat zaterdagavond gepaard met veel ceremonieel. Aartsbisschop Laurent Ulrich van Parijs zal driemaal met zijn staf op de gesloten deuren van de kathedraal kloppen. Elke klop wordt van binnenuit beantwoord met het zingen van Psalm 122: ‘Verheugd was ik toen men mij zei: Wij gaan naar het huis van de HEER.’
Ontwaken
Na de opening van de deuren volgt het ‘ontwaken’ van het hoofdorgel. Het is een moment dat de centrale rol van het instrument in de Notre-Dame benadrukt. ‘Het orgel wordt gezien als de ziel en de adem van de kerk,’ zegt Thierry Escaich, een van de vier titulair-organisten van de kathedraal, voor AFP.
Aartsbisschop Ulrich zal het orgel zegenen, waarna Olivier Latry, een van de titulair-organisten, de eerste tonen uit het gerestaureerde instrument zal spelen. Dit wordt gevolgd door een gezongen getijdengebed en het zingen van het Te Deum.
Plechtigheden en feestelijkheden
De dag na de opening vindt de inaugurele mis plaats, inclusief de wijding van het hoofdaltaar. Dit markeert het begin van een week vol ceremonies. Tot Pinksteren 2025 staan talloze concerten en evenementen gepland om de heringebruikname van de kathedraal te vieren.
Overleefd
Op 15 april 2019 legde een verwoestende brand het dak en de vieringtoren van de Notre-Dame in de as. Het hoofdorgel bleef wonderbaarlijk gespaard, maar het koororgel raakte onherstelbaar beschadigd.
In augustus 2020 werd het hoofdorgel gedemonteerd. Weersinvloeden, waterschade en giftig loodstof afkomstig van de gesmolten dakbedekking maakten een intensieve schoonmaak en restauratie noodzakelijk.
Restauratie
Drie Franse orgelbouwers werden ingeschakeld voor de restauratie: Atelier Quorin, Ateliers Cattiaux-Chevron en Manufacture Languedocienne des Grandes Orgues. Deze bedrijven waren verantwoordelijk voor respectievelijk de coördinatie, het restauratie van pijpwerk en de windladen. Bijna alle onderdelen werden naar ateliers verspreid over heel Frankrijk overgebracht. Na jaren van intensief werk begon in september 2023 de wederopbouw van het orgel in de kathedraal.
Precies hetzelfde
Volgens Olivier Latry heeft het gerestaureerde orgel zijn oorspronkelijke klank behouden. ‘De klank is precies zoals voorheen: dezelfde warmte, subtiliteit en emotie,’ zegt hij in een interview met franceinfo. Toch merkt hij een subtiel verschil in de akoestiek van de ruimte. ‘Waar het geluid vroeger tegen elke pilaar weerkaatste, horen we nu een bredere nagalm, met grote golven die de klank naar de apsis dragen.’
Concerten
Buiten de liturgie zal het orgel ook te beluisteren zijn tijdens in de nieuwe concertserie op dinsadagavond. Vincent Dubois mag op 21 januari als eerste organist in de serie het spits afbijten, gevolgd door zijn collega’s in de Notre-Dame: Olivier Latry, Thierry Escaich, Thibault Fajoles, koororganist Yves Castagnet en andere bekende Parijse organisten.
Het hoofdorgel van de Notre-Dame
Het orgel van de Notre-Dame werd in 1868 door Cavaillé-Coll gebouwd in de oude achttiende-eeuwse hoofdkas met gebruikmaking van oud pijpwerk. Onder titularis Louis Vierne werd het in de eerste helft van de twintigste eeuw al op een paar punten gewijzigd. Ingrijpender was de modernisering, elektrificatie en uitbreiding onder organist Pierre Cochereau.
In 1992 werd het orgel door een consortium van Franse orgelbouwers grondig gerestaureerd waarbij deels werd teruggegrepen naar de symfonische klankprincipes van Cavaillé-Coll. De vooruitstrevende digitalisering van de speeltafel door de firma Synaptel was aanvankelijk minder succesvol. Al vrij snel na de heringebruikname waren er problemen met de bespeelbaarheid van het instrument.
Van 2012 tot 2014 werd het orgel gefaseerd gerestaureerd door Betrand Cattiaux en Pascal Quoirin. Het orgel kreeg een nieuwe speeltafel en digitale tractuur, het pijpwerk werd schoongemaakt, het frontpijpwerk gerestaureerd en de registerbediening werd vervangen. Het orgel werd met een Résonnance-werk uitgebreid tot 115 registers.