Vijftien stemmen, twee manualen en pedaal, een Neidhardt-stemming, transponeerinrichting en geschikt als begeleidings- en soloinstrument voor muziek van de barok tot aan de vroege romantiek. Dat wordt het nieuwe Van Vulpen-orgel dat in 2017 in de grote zaal van TivoliVredenburg in gebruik moet worden genomen. Vrijdag 17 april werden de plannen tijdens een persbijeenkomst in het muziekcentrum gepresenteerd.
Het nieuwe orgel krijgt een plaats achter het hoofdpodium en onder het daarboven gelegen balkon. Het ontwerp van de kas, een essenhouten ‘overkapping’ zonder frontpijpen, kwam tot stand in nauw overleg met de architect van de zaal, Herman Hertzberger. In de zomer van 2017 moeten de Utrechtse orgelmakers Gebr. Van Vulpen het orgel gereed hebben zodat het dat jaar tijdens het Festival Oude Muziek in gebruik kan worden genomen.
Ondertekend
Vrijdagmiddag werd ook het contract ondertekend door de bij de bouw betrokken partijen: orgelmakerij Gebr. Van Vulpen te Utrecht, Stichting Orgel Comité Muziekcentrum Utrecht (OCMU) die het 450.000 euro kostende project financiert en muziekcentrum TivoliVredenburg.
Barokmuziekpraktijk
Het ontwerp voor het instrument werd gemaakt door Peter van Dijk, orgeladviseur bij het project. Hij betrok daarbij ook de vaste gebruikers van TivoliVredenburg, waaronder de Nederlandse Bachvereniging, Festival Oude Muziek, Toonkunstkoor Utrecht en De Nieuwe Philharmonie. Zij konden zich in grote lijnen vinden in Van Dijk’s plan voor een barok geïnspireerd orgel, geschikt voor zowel basso-continuobegeleiding als obligate orgelpartijen. Een instrument van dergelijke grootte heeft volgens Van Dijk meer aansluiting bij de historische barokmuziekpraktijk, dan de in de twintigste eeuw in zwang gekomen inzet van kistorgels.
Pionierspositie
Met de bouw van dit barokke concertzaalorgel zal TivoliVredenburg dan ook een pionierspositie innemen, aldus Van Dijk. Concertzaalorgels zijn vaak meer symphonisch gedacht en van grote omvang. Een dergelijke oplossing bleek in Utrecht niet haalbaar: zitplaatsverlies, ruimtegebrek en ontoereikend budget zorgden ervoor dat plannen daarvoor in de ijskast kwamen. Nadat het OCMU in 2012 een nieuw bestuur kreeg, werd de idee van een orgel voor TivoliVredenburg weer nieuw leven ingeblazen. Dat resulteerde in de vandaag gepresenteerde plannen.
Beperkingen
De gekozen locatie van het nieuwe orgel, volgens Van Dijk de enige mogelijke plaats voor een begeleidingsorgel, bracht wel beperkingen met zich mee. Zo worden de drie werken van het orgel door de geringe beschikbare hoogte naast elkaar op één niveau geplaatst en worden de grootste pijpen liggend in de orgelkast opgesteld. Door de beschikbare diepte was het niet wenselijk het orgel van voorkantbespeling te voorzien. De gekozen plaats van de klaviatuur aan de linkerzijkant zorgt echter wel weer voor auditief en visueel contact met het podium.
Orgelkas
Ook het ontwerp van de orgelkas kende zijn beperkingen. Architect Herman Hertzberger, die de zaal in de jaren zeventig ontwierp en ook bij de recente vernieuwbouw van de grote zaal betrokken was, vond dat het orgelfront geen inbreuk mocht maken op de architectuur van de zaal. Tijdens zijn presentatie van het ontwerp van de orgelkas vertelde Hertzberger de zal destijds bewust ontworpen te hebben als symetrische ‘centraalbouw’ zonder zichtas. De plaatsing van een dominant aanwezig orgelfront zou dat ontwerp doorkruisen. In overleg met de orgelmaker kwam het huidige ontwerp zonder frontpijpen tot stand. Daarmee was ook het probleem van ontstemde frontpijpen als gevolg van warmte afgevende podiumverlichting verholpen. Naar de akoestische gevolgen van de orgelopstelling werd onderzoek gedaan door Royal Haskoning DHV.
Stijl
De klanktechnische criteria voor het nieuwe orgel zijn ‘een soepele maar toch duidelijk (niet ’tuffende’) pijpaanspraak en een milde, goed met andere instrumenten en de menselijke stem mengende heldere klank (duidelijke en stabiele toonhoogte-perceptie). Voor de stijl van de orgelklank wordt de achttiende-eeuwse orgelbouw in Rijnland/Westfalen als uitgangspunt genomen omdat hierin invloeden uit zowel de Nederlanden, Noord-, Midden- en Zuid-Duitsland als Frankrijk aanwezig zijn.
Dispositie
Hoofdwerk I – C-f3
Prestant 8 – C-H eiken, open; af c metaal
Holpijp 8
Octaaf 4 bas/discant
Quint 3
Octaaf 2
Terts 1 3/5 bas/discant – prestantmensuur
Mixtuur III-IV
Nevenwerk II – C-f3
Gedekt 8
Fluit 4 – C-h gedekt; vanaf c1 open, cilindrisch
Quintfluit 3 – C-g gedekt; af gis open, cilindrisch
Fluit 2 – C-H gedekt; rest open, cilindrisch cilindrisch
Terts 1 3/5 – open, cilindrisch, fluitmensuur
Fagot 16 – bas/discant
Dulciaan 8 – bas/discant, gestreefd naar een boventoonrijke intonatie
Pedaal C-d1
Subbas 16 – eiken
Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk – Nevenwerk
Koppeling Pedaal – Hoofdwerk
Koppeling Pedaal – Nevenwerk
Stemtoonhoogte
a = 415 Hz, door middel van een transponeerinrichting ook op 440 Hz en 460 Hz speelbaar
Temperatuur
Neidhardt Kleine Stadt 1724 (= Grosse Stadt 1732)
Windvoorziening
twee spaanbalgen, gevoed door een windmotor
© 2015 beeld (top): Architectuurstudio HH
Wat jammer… Weer een gemiste kans om eens een echt orgel te bouwen in Nederland!! Het is iedere keer het zelfde liedje, de Nederlandse ‘orgelbouwers en deskundigen’ blijken steeds niet in staat een gezond klinkend / volwaardig eigentijds instrument te maken. Altijd maar weer schermen met dat ‘interessante historische’ geneuzel!! Er is wel degelijk een orgel te maken waar je heel veel kanten mee op kan. Er zijn voorbeelden te over, maar nee hoor, de kenners hebben blijkbaar een klank in hun hoofd, en daar mag niemand aankomen of van afgeweken worden! Om even een voorbeeld te geven, ik heb destijds ergens in Nederland een niets zeggend slecht klinken orgel, o.l.v. rijksadviseur Dr Maarten Vente geïntoneerd. Ik heb daar handelingen aan het pijpwerk gedaan, wat absoluut streng verboden was, maar bij mij ging het erom dat het geheel goed ging klinken;-)) Ik heb uiteraard niets gezegd, en bij de oplevering was de heer M. Vente zeer verrast en begreep niet dat dit orgel het in zich had, zo goed te kunnen klinken! Hij heeft nog wat pijpwerk met een loep bekeken of ‘ie nog iets ‘verdachts’ zou kunnen vinden, maar nee hoor, precies mijn bedoeling :-)) M.a.w. de deskundigen weten theoretisch wel het e.e.a. maar de hand van de meester is bepalend!!
Tja… is dit een vorm van reclame voor je eigen zogenaamde “rechter handen’? Ik begrijp uw reactie niet, mijn mening is dat u nu suggereert dat Van Vulpen geen goed/degelijk en juist geïntoneerd orgel voor de Vredenburgzaal kan bouwen?
Wat enorm jammerdat deze “commissie” gekozen heeft voor zo’n enorm klein en muzikaal zeer beperkt orgeltje, juist in zo’n grote zaal.
Het had beter geweest als de mensen zich beter hadden georiënteerd op de laatste technieken, vooral Hauptwerk. Dan had er voor een fractie van de weggegooide € 450.000 (!) een enorm prachtig orgel aangeschaft kunnen worden waarmee niet alleen de (korte) barokperiode, maar de complete orgelgeschiedenis gedekt zou kunnen worden!
Jammer, zeker daar Utrecht er al financieel zo enorm slecht voorstaat, het had een win-win situatie geweest. Jammer!
Zo modern kunnen barokorgels er dus uitzien!