Op vrijdag 5 november vond de officiële ingebruikneming plaats van het gerestaureerde Hillebrand/Lohman-orgel in de Godeharduskerk te Marrum. Na 25 jaar stilzwijgen werd het orgel na een restauratie door Mense Ruiter Orgelmakers in samenwerking met Orgelmakerij Van der Putten en Flentrop Orgelbouw weer tot klinken gebracht.
Het monumentale orgel van Johan Adolf Hillebrand (1831) uit Leeuwarden heeft een bewogen geschiedenis. Hillebrand was een vakkundige, maar ook een slordige orgelmaker. Zijn werk werd in 1831 afgekeurd. Het orgel werd door de Groningse orgelmakers Nicolaas Anthoni Lohman en diens zonen in 1833 afgebouwd, waarbij meteen diverse wijzigingen werden aangebracht.
Mode-inzichtenHet vorstelijke instrument is gaandeweg vanuit verschillende mode-inzichten aangepast naast dat het door de tand des tijds zeer gebrekkig werd. Soms werden reparaties in het verleden stijlvol en vakkundig uitgevoerd, zoals in 1860 door Willem Hardorff en in 1878 door Fokke Bakker (later firmant van de nog steeds bestaande, nu koninklijke, orgelmakerij Bakker & Timmenga te Leeuwarden). Helaas kon dat niet worden gezegd van ‘restauraties’ in 1944 en 1973. De laatste grote kerkrestauratie eind jaren negentig van de vorige eeuw bracht nog eens de genadeslag.
Jarenlang zijn allerlei pogingen gedaan door het toenmalige kerkbestuur en adviseur Jan Jongepier om het orgel gerestaureerd te krijgen, helaas zonder resultaat. Ook het fusieproces van de Hervormde en Gereformeerde Kerk in Marrum rond de eeuwwisseling vroeg de nodige aandacht.
Het grote karwei kon pas ter gelegenheid van de Brim achterstand subsidieregeling 2007 en bijdragen van het kerkbestuur, de provincie Friesland en een aantal culturele fondsen eindelijk worden aangepakt. In 2006 trad adviseur Jan Jongepier terug vanwege zijn pensionering. Zijn werk werd overgenomen door Stef Tuinstra
Restauratie
Het orgel is gerestaureerd door Mense Ruiter Orgelmakers te Zuidwolde in samenwerking met Orgelmakerij Van der Putten te Finsterwolde en Flentrop Orgelbouw te Zaandam die het klankgedeelte voor haar rekening nam. Het in 1944 aangebrachte vrije pedaal, zowat het enige goede element van het werk van destijds, kon helaas niet worden gerestaureerd. Het orgel heeft nu (weer) een aangehangen pedaal, zoals vóór 1944. Maar de hoop leeft nog steeds in Marrum dat het vrije pedaal ooit nog weer eens als een nieuw bijpassend pedaalwerk kan worden herbouwd.
Herboren
De herboren klank van het orgel is ‘buitengewoon fraai en uitbundig van karakter’, zegt Stef Tuinstra. ‘De stijl van Hillebrand laat een mix horen tussen de klanksfeer van zijn leraar Van Gruisen (post Hinsz) en traditionele Westfaalse invloeden die stoelen op een klanksfeer uit de 17de eeuw. Het pijpwerk laat hetzelfde patroon zien: dikwandig, met tamelijk veel lood en met de typisch lage Westfaalse ronde labia. De fraaie karakterstemmen van Lohman geven het orgel een extra orkestraal accent.’
Ingebruikname
Bij de ingebruikname op vrijdag 5 november werden tekst en uitleg en een klankdemonstratie verzorgd door de orgelmakers en de adviseur. Na een open dag op zaterdag 6 november werd het orgel op zondag 7 november kerkelijk in gebruik genomen.
Dispositie
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Speelfluit 4
Quint 3
Woudfluit 2
Mixtuur III-IV
Trompet 8 B/D
Rugwerk C-f3
Fluit Dolce 8 B/D
Fluit Travers 8 D
Gamba 8 D
Prestant 4
Fluit 4
Octaaf 2
Dulciaan 8
Pedaal C-d1
Aangehangen
Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk-Rugwerk B/D
Tremulant
Ventiel
tekst en gegevens met dank aan Stef Tuinstra
© 2010 www.orgelnieuws.nl
© 2010 fotografie: Stef Tuinstra