Op zaterdag 29 mei werd het gerestaureerde orgel van de Oud-Katholieke Kerk van de H. Maria-Magdalena te Zaandam opnieuw in gebruik genomen. Het orgel werd onlangs gerestaureerd door orgelmaker Hans van Rossum. Bisschop Dirk Jan Schoon wijdde het instrument uit 1714 in tijdens de viering.
Over de herkomst en de bouwer van het orgel in deze boerderijkerk uit 1695 aan het Papenpad te Zaandam is tot op heden nogal wat onduidelijkheid. Bij de nu uitgevoerde restauratie is in de balgen het jaartal 1714 gevonden. Het is zeer aannemelijk dat dit inderdaad het bouwjaar van het orgel is. Het vermoeden bestaat dat de oorspronkelijke bouwer afkomstig was uit Brabant of de Zuidelijke Nederlanden en o.a. voor drie Amsterdamse schuilkerken een orgel heeft gebouwd. Een op het Zaandamse sterk gelijkend instrument staat thans in de Protestantse kerk van Ravenswaay. Het werd oorspronkelijk gebouwd voor de schuilkerk van de H. Odulphus bijgenaamd “De Drie Bonte Kraaien” aan de Kraayengang (deel van de huidige Prins Hendrikkade) te Amsterdam.
In het Zaandamse Oud-Katholieke archief bevonden zich zeven brieven in juni 1809 geschreven door Jan Steffelaar uit Amsterdam aan de toenmalige pastoor van Zaandam Stephanus Wallaert. Daaruit viel het volgende op te maken:
- Er was in 1809 al een orgel aanwezig in Zaandam.
- Er is een orgel te koop uit een gesloten Amsterdamse schuilkerk.
- Abraham Meere zegt geen tijd te hebben het orgel uit Amsterdam over te plaatsen naar Zaandam.
- Er is sprake van de orgelmakers Strümpfler en van ene Joseph. (Deze laatste zou Pieter Joseph Teves kunnen zijn, die na de dood van Strümpfler ongeveer twee jaar voor diens weduwe de zaak heeft voorgezet.)
- Het orgel wordt aangekocht voor fl. 350.– en de overplaatsingskosten bedragen fl. 140.–
- Er wordt gesproken over deuren, die wel meekomen, maar niet worden geplaatst. (Dit kunnen orgelluiken zijn geweest of de deuren die aan de achterzijde de klaviatuur hebben afgesloten.)
- De winddruk wordt verhoogd van 15 graden naar 28 graden!!
- Over wijzigingen wordt in het geheel niet gesproken.
- Er wordt nieuw snijwerk vervaardigd.
- Er worden drie “pleisteren” beelden aangeschaft.
- Er is ook sprake van aangekochte schilderijen uit dezelfde verkoping.
In 1798 wordt de Oud-Katholieke schuilkerk van de Heilige Anna bijgenaamd “De Paauw” uit 1690 in de Amsterdamse Keizersstraat gesloten volgens zeggen, wegens aanwezigheid van wandluis. De inventaris wordt pas op 15 april 1809 in de Amsterdamsche Courant te koop aangeboden waarbij o.a. gezegd wordt over het orgel “Kerkorgel extra zwaar en aangenaam van geluid.” (mededeling Cor Boer) Waarschijnlijk is het Zaandamse orgel eveneens uit die kerk afkomstig. Dit wordt bevestigd door G.H. Broekhuyzen Sr. in zijn verzameling Orgelbeschrijvingen (1850-1862) (nr. Z 14). Broekhuyzen vermeldt nog dat het in 1839 door N.A. Lohman en Zonen is ‘gerepareerd’.
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het orgel afkomstig is uit de Oud-Katholieke kerk van de Heilige Nicolaus, Nieuwezijds Voorburgwal (78) die in 1806 wordt gesloten. Volgens J. Wagenaar in zijn “Beschrijving van Amsterdam” in 1765 beschikte deze kerk over een orgel. Twee schilderijen uit de inventaris van de H. Nicolaus bevinden zich in Zaandam. Mogelijk zijn beide inventarissen van de Paauw en de H. Nicolaas tegelijk onder de hamer gekomen. Daarom zou het ook kunnen zijn, dat het orgel van de H. Nicolaas nu in Zaandam staat. Wagenaar zegt namelijk niets over de aanwezigheid van een orgel in de Paauw.
Volgens het rekeningenboek van de kerk is in 1839 en 1857 aan het orgel gewerkt. De werkzaamheden in 1839 worden bevestigd in Broekhuyzen. Naast reparaties is er waarschijnlijk ook een dispositiewijziging doorgevoerd. Na demontage van de windlade bij de recente restauratie is duidelijk geworden, dat oorspronkelijk op de laatste sleep van de lade een tongwerk heeft gestaan. De nu aanwezige Terts 1 3/5′ bas (genaamd Quint 1 1/2) en Octaaf 2’discant (genaamd Sexquialter discant) zijn van een geheel andere pijpfactuur. Mogelijk is in die jaren ook de stemming gewijzigd in gelijkzwevend, werd de toonhoogte gebracht naar de huidige 432 Hz, het klavier vernieuwd, de registertrekkers dichter bij het klavier gebracht en werden de registeropschriften vervangen.
Bij een latere onderhoudsbeurt door een tot nu toe onbekende orgelmaker zijn de later geplaatste registers gewijzigd in een Terts 1 3/5′ in de bas en een Octaaf 2′ in de discant. Ook werd de tremulant buiten werking gesteld.
In 1893 verlegt B. Helmig te Kampen de treden van de balgen.
In 1916 en in 1918 worden er offertes uitgebracht voor het bouwen van een nieuw orgel bij resp. de firma’s Helmig te Kampen en Adema te Amsterdam. Er wordt geen opdracht verstrekt.
Aanleg van een centrale verwarming ter vervanging van de gaskachels in de 70-er jaren van de vorige eeuw betekende de doodsteek voor het tot dan toe goed functionerende instrument. Op den duur onstond er overal lekkage. Uiteindelijk kon er met onder andere steun van overheidswege opdracht tot restauratie worden gegeven. De restauratie werd uitgevoerd door de firma Hans van Rossum in 2010. Jaap Spaans trad op als orgeladviseur.
De verrichtte werkzaamheden waren de volgende:
- het restaureren van de gescheurde windlade volgens de normen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg;
- de kas voorzien van deuren rond de klaviatuur en het snijwerk herstellen, alsmede herstel van beschadigingen en dichten van scheuren;
- de beide spaanbalgen opnieuw beleren, het houtwerk en de trapinstallatie herstellen; de niet oorspronkelijke balgstoel grotendeels vernieuwen en deze verplaatsen;
- windkanalen herstellen en opnieuw beleren;
- de windmotor vernieuwen;
- de tremulant reconstrueren;
- het klavier voorzien van nieuw ivoor (afkomstig van mammoetfossielen) en de speelmechaniek reinigen en eventueel de stiften vervangen;
- de registermechaniek weer terugbrengen naar de oorspronkelijke plaats;
- het pijpwerk terugbrengen op de oorspronkelijke lengte en waar nodig herstellen; de frontpijpen reinigen en opnieuw voorzien van bladtin en bladgoud;
- het reconstrueren van het in de 19e eeuw verwijderde tongwerk;
- het herstellen van het beschadigde schilder- en verguldwerk rondom de gehele kas door de Fa. Cosmin Moclinda;
- het gehele orgel controleren op intonatiegebreken en stemmen in de middentoon.
Na uitvoerig overleg werd besloten om op de achterste plaats op de windlade in plaats van het latere pijpwerk een Kromhoorn 8′ te plaatsen naar voorbeeld van een exemplaar aanwezig in het orgel van de R.K. kerk in Escharen (bij Grave).
De huidige dispositie luidt, volgens de inscripties op het pijpwerk:
Manuaal C-c3
Prestant half 8 voet
Holpyp 8 voet
Prestant 4 voet
Prestant half 4 voet
Fluyt 4 voet
Quint 3 voet disc.
Quint 3 voet bas
Octaf 2 voet disc.
Octaf 2 voet bas
Tert half
Kromhoorn 8 voet bas
Kromhoorn 8 voet disc.
Deling bas/discant tussen c1 en cis1.
Er zijn twee spaanbalgen met voetbediening uit 1714 en een (deels gereconstrueerde) tremulant uit 1839(?).
Alle pijpwerk is van orgelmetaal, behoudens C-H van de Holpyp 8′
Met uitzondering van de Kromhoorn en het groot octaaf van de Holpyp is alle pijpwerk uit 1714.
Met dank aan Jaap Spaans.
© 2010 fotografie: www.orgelfotografie.nl