Op vrijdag 27 mei werd het gerestaureerde Mittherreither/Maarschalkerweerd-orgel in de St. Bonifatiuskerk in het Groningse Wehe-den Hoorn opnieuw in gebruik genomen. De restauratie werd uitgevoerd door Adema’s Kerkorgelbouw die het instrument voorzag van een nieuwe orgelkas.
De huidige parochiekerk van Wehe werd gebouwd in 1927 naar een ontwerp van Jos. Cuypers en P. Cuypers jr. Het Van Gruisen-orgel (1814) uit het vorige kerkgebouw werd niet overgeplaatst en lange tijd werd voor de instrumentale ondersteuning een harmonium ingezet. Pas in 1957 komt hier met de plaatsing van het Mittherreither/Maarschalkerweerd-orgel verandering in.
Dit orgel is afkomstig uit de voormalige kapel van het Rooms-katholieke Maagdenhuis in Amsterdam. J.J. Mittherreither bouwde daar in 1788 een tweeklaviers balustrade orgel met zestien stemmen. Aan het einde van de negentiende eeuw verslechterd de toestand van dit orgel en werden plannen gemaakt voor vernieuwing. Michaël Maarschalkerweerd kreeg hiervoor de opdracht en bouwde in 1898 feitelijk een nieuw orgel met gebruikmaking van een deel van het Mitterreither-pijpwerk in de bestaande orgelkast. Het orgel kreeg tien stemmen verdeeld over twee manualen en pedaal. De Bourdon 16’ werd als pneumatische transmissie uitgevoerd.
Het orgel bleef ongewijzigd tot de sluiting van de kapel in 1953. Het binnenwerk werd gedemonteerd en kwam in opslag bij de firma Adema-Schreurs te Amsterdam. De orgelkast van 1788 was dusdanig aangetast door houtworm dat deze werd achtergelaten in het kapel.
In 1957 werd een nieuwe bestemming voor het orgel gevonden in Wehe-den Hoorn. Daar werd het orgel door Adema-Schreurs opnieuw opgebouwd. Om financiële redenen werd het verder ongewijzigd gebleven binnenwerk geplaatst in een zeer eenvoudig omhulsel. De meeste frontpijpen van Mitterreither werden herplaatst, nu echter in een aantal vlakke velden.
Eind jaren ’90 worden de eersten stappen gezet voor noodzakelijke restauratie van het orgel. Pas in 2008 kwam er zicht op rijkssubsidiëring, waarna in 2010 door kon worden gestart met de restauratie door Adema’s Kerkorgelbouw te Hillegom onder advies van Dr. Ton van Eck. Windladen en windvoorziening. tractuur en klaviatuur werden geheel gerestaureerd. Het pijpwerk werd schoongemaakt en hersteld. De bijzondere beschildering van de frontpijpen (waarschijnlijk aan het einde van de negentiende eeuw aangebracht) behoefden slechts schoonmaak.
Inmiddels was een bescheiden budget vrijgekomen voor de vervanging van het in 1957 aangebrachte, provisorische omhulsel, en kon het orgel worden voorzien van een nieuwe orgelkast. Het vrij eenvoudige ontwerp is gebaseerd op de aanwezige indeling van het frontpijpwerk en de art-deco-elementen uit de architectuur van de kerk. Voor het grondplan, met de sterk vooruitstekende middentoren, heeft de situatie in het Maagdenhuis als inspiratie gediend.
De officiële ingebruikname vond plaats op vrijdag 27 mei. Het orgel werd bespeeld door Eddy Mul. Ook het parochiekoor, begeleid door organist Gerard Leegte, verleende zijn meewerking.
Dispositie
Manuaal
Bourdon 16 – grotendeels 1788
Prestant 8 – grotendeels 1788; C-e front
Roerfluit 8 – 1788
Octaaf 4 – C-H 1898, rest 1788
Octaaf 2 – 1788
Positief C-f3
Viola di Gamba 8 – 1898
Holpijp 8 – 1788
Dolcissimo 8 – 1898, trechtervormig, C-H i.c.m. Holpijp
Fluit dolce 4 – 1788
Pedaal C-d1
Subbas 16 – transmissie Manuaal
Werktuiglijke registers
Klavierkoppel
Koppel Pedaal
Toonhoogte: a = 435 Hz
Stemming: evenredig zwevend
© 2011 www.orgelnieuws.nl
© 2011 fotografie/tekening: Adema’s Kerkorgelbouw