Orgel St. Jacobus Parkstraat Den Haag gerestaureerd

Text Example

advertentie



Op zaterdagmiddag 29 mei wordt het Adema-orgel van de St. Jacobuskerk aan de Parkstraat in Den Haag opnieuw in gebruik genomen. Het instrument werd gerestaureerd en uitgebreid door de firma Slooff Orgelbouw te Lekkerkerk.

Het huidige orgel van de parochiekerk van de H. Jacobus de Meerdere kwam tot stand in 1976. Ter vervanging van het Vermeulen-orgel (1948, met ouder pijpwerk van o.a. Maarschalkerweerd) plaatste Hubert Schreurs (Adema’s Kerkorgelbouw) het Adema-orgel uit de kerk van O.L.V. van de H. Rozenkrans en de H. Dominicus (Spaarnekerk) te Haarlem. Door toevoeging van onder andere een Positif met laden en pijpwerk van het Vermeulen-orgel ontstond zo een drieklaviers orgel van 53 stemmen.

Het Haarlemse orgel werd in de jaren 1889-1891 gebouwd door P.J. Adema als tweeklaviers instrument: Hoofdwerk, Reciet, Pedaal waarover verdeeld 31 stemmen; met een barkermachine voor het Hoofdwerk. Vanwege de overeenkomsten met het Adema-orgel in de Mozes & Aäronkerk te Amsterdam werd het orgel ook wel ‘de kleine Mozes’ genoemd.

In 1928 werd het orgel door Joseph Adema verplaatst van het noordertransept naar de westwand van de kerk. De orgelkas werd in drie delen gesplitst en het front gewijzigd om ingepast te worden tussen de twee westramen. Tractuur en laden werden vervangen door het pneumatische kegelladensysteem.

In 1953 zou Hubert Schreurs de dispositie nog wijzigen. Er kwam een nieuwe Openbas 8’ en Openfluit 4’ op het Pedaal dat tevens werd uitgebreid met een Gedekt 8’ en een Mixtuur II. De Quint 6’ van het Hoofdwerk werd verschoven naar 3’-ligging en de Baryton 16’ van het hoofdmanuaal werd doorgeschoven tot Schalmey 4’. De Quintviola 3’ en de Viola-Flageolet 2’ werden afgesneden tot Sesquialter II; er kwam een nieuwe Flageolet 2’ (fluitregister). De Vox Humana moest plaats maken voor een Ripieno II, maar is wel bij Adema/Schreurs bewaard gebleven.

Toen de Spaarnekerk in de jaren ’70 aan de eredienst werd onttrokken, werd voor het orgel een nieuwe bestemming gevonden in de Haagse Parkstraatkerk. Van meerdere restauratieplannen werd (als goedkoopste optie) gekozen voor de samenvoeging met bruikbare delen uit het Haagse Vermeulen-orgel. Met name windladen en pijpwerk van Maarschalkerweerd (1902 en 1929) en Vermeulen (1948) werden gebundeld tot Positif Expressif of gebruikt als uitbreiding. Enkele registers werden nieuw bijgemaakt of konden uit voorraad van de orgelmaker worden geleverd. Het gesplitste front werd weer samengebracht in de vormgeving die het bij de bouw in 1890 had. De tractuur werd electro-pneumatisch en het orgel was als een van de eerste in Nederland voorzien van een elektronische setzer.

Ten faveure van de klankuitstraling worden in 1978 de jaloezieën uit de zwelkast van het Positif verwijderd.

In 1988 is worden werkzaamheden uitgevoerd door Adema/Schreurs. De Positif-lade wordt circa een meter hoger geplaatst en gebracht op de hoogte van de overige laden. De discant van de Bourdon 16’ (1854, makelij Kam, overgenomen uit het Vermeulen-orgel) wordt vervangen door gebruikt materiaal (Maarschalkerweerd, St. Antoniuskerk, Binnenweg, Rotterdam). De Trompette 8′ (1948) wordt vervangen door een gebruikt exemplaar naar Frans model.

In 1994 worden door Adema/Schreurs opnieuw wijzigingen aangebracht. De winddrukken die in in de jaren zeventig waren verlaagd, werden weer tot oorspronkelijke hoogte gebracht (circa 100 mm wK). Enkele registers die uit het Vermeulen-orgel waren overgenomen werden vervangen door pijpwerk uit voorraad van de orgelmaker. De Fourniture op het GO wordt vervangen door de Plein Jeu van het Récit. De Cymbale uit 1948 wordt vervangen door een exemplaar met een lagere samenstelling. De Clairon (1948) wordt vervangen door gebruikt exemplaar van Franse makelij. De Nasard 2 2/3’ wordt opgeschoven naar 5 1/3’-ligging.

Na de algehele kerkrestauratie werd het orgel in de periode 2007-2010 gefaseerd gerestaureerd en uitgebreid door Slooff Orgelbouw te Lekkerkerk. Het orgel werd heel schoongemaakt en hersteld. Membranen werden vervangen en de regulateurbalg van het Positif werd opnieuw beleerd. De zwelkast van het Positif werd weer in ere hersteld, waartoe een nieuw zwelraam werd vervaardigd aan de frontzijde van de zwelkast. Ten behoeve van verbetering van de klankuitstraling werd paneelwerk achter de middentorens van het front verwijderd, werden dakdelen vervangen door glad plaatmateriaal (betonplex) en werd het houten pijpwerk van de Bourdon 16’ (GO) en Violon 16’ (Récit) verplaatst.

Alle pijpwerk werd schoongemaakt en hersteld, met name beschadigde steminrichtingen. Een aantal tongwerken moest worden behandeld tegen metaaloxidatie.

De dispositie werd uitgebreid met een viertal registers. Het Grand Orgue werd voorzien van een Quinte 2 2/3’ bestaande uit de voormalige Doublette 2’ van het Positif (1890: Quintviola 2 2/3’). Deze Doublette is vervangen door pijpwerk in wijdere mensuur van Van den Bijlaardt. De Plein Jeu van het Positif werd vervangen door een mixtuur, eveneens van Van den Bijlaardt; de oude Plein Jeu werd geplaatst op het Récit. Laatstgenoemde werk werd voorts op een extra lade uitgebreid met een Viole de Quinte 2 2/3’ (uit voorraad orgelmaker, passend in factuur Maarschalkerweerd), een Clairon 4 (pijpwerk was al in het orgel aanwezig) en een Bombarde 16’ (discant pijpwerk al in het orgel aanwezig, rest nieuw met houten stevels). Een Contrebombarde 32’ is gereserveerd en voorbereid op de speeltafel, die overigens een vernieuwd interieur kreeg en een nieuwe elektronische setzer. Tenslotte werd het orgel nagezien op intonatie.

Het werk stond onder advies van Remy Syrier en Jos Laus namens de KKOR, begeleid door Wim Diepenhorst namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Op zaterdag 29 mei wordt het orgel opnieuw in gebruik genomen met een feestelijk concert door titularis en adviseur Jos Laus. Hij speelt dan werken van Marchand, Boëly, Franck, Vierne, Fleury en Litaize. het ingebruiknameconcert begint om 16.00 uur.

Op vrijdagavond 11 juni om 20.15 uur zal het orgel opnieuw in de belangstelling staan tijdens een concert door Joris Verdin. Onder de titel “Orgel en harmonium in dialoog’ wordt het gerestaureerde orgel afwisselend met een Frans drukwindharmonium bespeeld.

Dispositie

Grand Orgue C-g3

Montre 16 – 1890, deels in het front

Bourdon 16 – 1890

Montre 8 – 1890, deels in het front

Portunal 8 – 1890

Flûte Harmonique 8 – 1890

Bourdon 8 – 1890

Quinte 5 1/3 – 1890/1953/90-er jaren

Prestant 4 – 1890

Flûte octaviante 4 – 1890

Nasard 2 2/3 – 1890, oorspr. Quintviola, 7 pijpen in 2010 geplaatst

Doublette 2 – 1890

Fourniture IV – 1890, gewijzigde samenstelling, tot 1994 op Récit

Cymbale III – exemplaar 1948 in 1994 vervangen door gebruikt pijpwerk

Grand Cornet V – 1890, discant

Baryton 16 – 1890, was in Haarlem Euphone 16 Reciet

Trompette 8 – 1890

Clairon 4 – geplaatst 1994, gebruikt materiaal in Franse factuur

Positif

Bourdon 16 – C-h 1902; discant Maarschalkerweerd geplaatst

Principal 8 – 1902

Salicional 8 – 1902

Bourdon 8 – 1902

Quintaton 8 oud materiaal uit voorraad Schreurs, geplaatst 1976

Prestant 4 – oud materiaal uit voorraad Schreurs, geplaatst 1976

Flûte douce 4 – uit voorraad Schreurs, geplaatst 1976

Nasard 2 2/3 – 1948, 2 2/3-koor uit Sesquialter

Doublette 2 – makelij Van den Bijlaardt, geplaatst 2009

Tierce 1 3/5 – 1890, was Viola-Flagéolet

Larigot 1 1/3 – 1953, was Flagéolet

Plein Jeu IV – makelij Van den Bijlaardt, op 2′-basis, geplaatst 2009

Trompette 8 – exemplaar 1948 in 1994 vervangen door gebruikt pijpwerk Franse factuur

Cromorne 8 – 1976, franse makelij

Récit Expressif C-g3

Viole Major 16 – 1890

Viole de Gambe 8 – 1890

Voix Céleste 8 – 1890, vanaf klein f

Flûte harmonique 8 – 1902

Cor de Nuit 8 – 1890 (Bourdon)

Viole 4 – 1890

Flûte octaviante 4′ – 1902, oorspronkelijk 8′, aanvulling 1976

Viole de Quinte 2 2/3 – geplaatst 2009, uit voorraad Slooff

Octavin 2 – 1902, afgesneden Vox celeste

Jeu de Clochettes II-III – 4′-koor 1929; 1 3/5 en 1′ Ripieno, 1953

Plein Jeu III-IV – 1948, 1 1/3 basis

Bombarde 16 – c1-g3 franse factuur, oud materiaal; C-h0 nieuw, houten stevels, C-H halve bekerlengte

Trompette 8 – 1890

Basson-Hautbois 8 – 1902

Voix Humaine – 1890

Clairon 4 – franse factuur, oud materiaal, reeds bij het orgel aanwezig, geplaatst 2009

Pêdale– C-f1

Contrebasse 32 – 1890, C-H akoestisch met 10 2/3 uit Bourdon 16 GO

Flûte 16 – 1902, Contrabas

Soubasse 16 – 1890

Flûte 8 – 1953, Openbas 8, in front

Basse 8 – 1890, Gedekt 8

Flûte 4 – 1953, Openfluit 4, in front

Fourniture IV – 1948, Ruispijp IV

(Contrebombarde 32 – gereserveerd)

Bombarde 16 – 1890

Trompette 8 – 1890

Clairon 4 – 1948, was Trompet 8, Manuaal I

Werktuiglijke registers

als voettreden

Tirasse Grand Orgue

Tirasse Positif

Tirasse Récit

Acc. Positif sur Grand Orgue

Acc. Récit sur Grand Orgue

Acc. Récit sur Positif

Sequencer <

Sequencer >

Comb. Reg. Grand Orgue

Comb. Reg. Positif

Comb. Reg. Récit

Comb. Reg. Pédale

als registerwipper

alle koppelingen

Tremblant Positif

Tremblant Récit

Zweltrede Positif

Zweltrede Récit

Elektronisch setzersysteem

© 2010 www.orgelnieuws.nl

© 2010 fotografie www.orgelfotografie.nl