Gerrit Christiaan de Gier bespeelt de orgels te Oudewater, Jaarsveld, Lopik, Cabauw, Montfoort, Benschop en IJsselstein. Preludium (Ciacona) en Fuga in d (Petri); Der graue Winter weit und breit; Heut sing die liebe Christenheit; Gen Himmel aufgefahren ist (Litzau); Psalm 33, 42, 77 (Zwart); De Heer’ is mijn Herder; Komt, laat ons voortgaan, kind’ren (Bastiaans); Fantasie over ‘Het Oude Wilhelmus’ en ‘Een vaste Burg’ (Pomper); Ayre and Gavot (Arne); Voluntary nr. 2 in G-major (Walond); Hymn ‘O praise ye the Lord’!; Chorale Prelude on ‘Rockingham’ (Parry); Pastorale on the Scottisch Hymn tune ‘Crimond’ (Brydson); Spring Song (Hollins); Nun sei willkommen, Jesus, lieber Heer’, Op. 39/3 (Peeters); Venez, divin Messie (de Gier); Verset de Procession (Dubois); Suite nr. 4 en Si bémol majeur (Boëllmann); Pièces d’Orgue (Boëly); Vater unser im Himmelreich BWV 683 (Bach); Thema mit vier Veränderungen (Knecht); Neem mijn leven, laat het Heer’ (De Gier); Sechs Stücke in der galanten Schreibart (Knecht); Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 711; Praeludium und Fuge in a-moll BWV 551 (Bach); Was Gott thut das ist wohlgetan (Kellner); Wer nur den lieben Gott lässt walten (Homilius); Fuge über BACH, Op. 60/5 (Schumann); Variaties en Fuga over Psalm 116 (Schuurman). 2CD 02300604