• Peter Maus: Guy Weitz: een Belgisch organist in Londen –
Guy Weitz wordt geboren in 1883 in Verviers. Hij studeert orgel en compositie in Luik, later in Parijs, waar hij in contact komt met Louis Vierne, Charles-Marie Widor, Vincent d’Indy en vooral Alexandre Guilmant.
Weitz’ invloed en faam bereiken een hoogtepunt tijdens de jaren 1930: zijn recitals worden druk bezocht en regelmatig uitgezonden over de radio Zijn schrijfstijl evolueert homogeen en progressief gedurende zijn leven waarbij een aanvankelijk Franckiaanse invloed via de symfonische traditie van Widor en Vierne uitmondt in een neoklassiek idioom.
Geniet Weitz nog steeds enige bekendheid in bepaalde Britse en Amerikaanse orgelmiddens, in zijn thuisland België heeft hij nooit echt voet aan de grond gekregen. Ironisch genoeg raakte zijn muzikale erfenis zelfs zo goed als totaal overspoeld door de oude-muziek-stroming die hij eertijds zelf mee promootte.
• Peter Strauven: Orgelspel in de 18de-eeuwse Nederlanden – Deze bijdrage duidt enkele mechanismen aan die bepalend bleken voor de huidige beeldvorming van het 18de-eeuwse klavierrepertoire in de Zuidelijke Nederlanden. De kunstmatige instrumentale tweedeling tussen ‘klavecimbel’ en ‘orgel’ aan de hand van schrijfstijl, liturgisch gebruik en het al dan niet voorkomen van registratie-aanwijzingen blijken immers ontoereikende criteria bij de indeling van dit repertoire. Daarenboven is dit repertoire beladen met esthetische en stilistische criteria die in de 18de-eeuw niet konden gelden. Zo loopt de vergelijking met de canon — deze van ‘grote’ componisten — immers mank wanneer we aan de hand van het corpus handschriften vaststellen dat bepaalde van deze componisten volledig onbekend waren bij de Zuid-Nederlandse klavierspeler. Wanneer we het repertoire losmaken van de heersende negatieve opvattingen zijn er daarentegen enkele tendensen aan te geven die een grote flexibiliteit doen vermoeden. We bespreken er hier twee: de uitvoering van kamermuziek op een klavierinstrument en de (tevens internationaal te situeren) adaptatie van de klaviersonate met begeleiding. Kunnen we stellen dat orgelmuziek ‘orgelmuziek’ wordt van zodra de muzikant zijn brede repertoire, genomen uit alle denkbare genres, op het orgel uitvoerde? Allicht zal verder onderzoek ons oordeel over orgelspel en het repertoire verder verfijnen.
• Toelichtingen bij de uitgave van een 2cd-box met het integrale orgelwerk van de Gentse organist, componist en pedagoog Gabriël Verschraegen – Gabriël Verschraegen was van 1944 tot aan zijn plotse dood in 1981 titularis-organist van het vijfklaviers Klais-orgel van de Sint-Baafskathedraal te Gent. Hij studeerde aan het Lemmensinstituut en het Gentse conservatorium onder meer bij Flor Peeters en Toussaint De Sutter. In 1950 werd hij leraar orgel aan het Koninklijk Conservatorium te Gent. In 1962 werd hij directeur van de Muziekacademie te Lokeren. Vervolgens werd hij in 1970 aangesteld als directeur van het Gentse conservatorium aan de Hoogpoort. Hij genoot internationale bekendheid als organist en maakte concertreizen doorheen Europa, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. In 1951 stichtte hij het Gents Orgelcentrum, een vereniging die tot op vandaag jaarlijks de zomerorgelconcerten in Sint-Baafs organiseert. Als pedagoog leidde Gabriël Verschraegen een hele schare orgelstudenten op w.o. Stanislas Deriemaeker, Dirk en Herman Verschraegen, Jo Van Eetvelde, Johan Huys Lucien Goethals en Edward De Geest, huidig kathedraalorganist.
Actualia
• Orgelbesprekingen:
Hooghuys-orgel van de Sint-Jacobskerk te Brugge en het
Van Peteghem-orgel van de kerk O.-L.-V.-Bezoeking te Essene
• Nieuwe partituur- en cd-uitgaven
• Inhoudsoverzicht internationale orgeltijdschriften
© 2012 www.orgelnieuws.nl