Het orgel van de norbertijnenabdij en zijn organisten (1621-1730)
In 1635 startte de Ninoofse abt Jan David de werken aan een nieuwe kloosterkapel. Dat is vermoedelijk ook het jaar waarin hij met orgelbouwer Hans Goltfuss een contract afsloot voor de bouw van een nieuw orgel. Dat contract bleef niet bewaard, evenmin als een afbeelding of beschrijving van het instrument. Maar in de rekeningen van 1637 vindt men een belangrijke tussentijdse betaling aan Goltfuss van 752 Brabantse guldens, terwijl de betaling par reste van 18 guldens in de rekeningen van 1639 opgetekend staat. Tussen het tekenen van het contract en de eindafrekening verliepen dus vier jaar.
Dat het Goltfuss-orgel van Ninove geen klein instrument was, blijkt uit een contract dat prior en subprior van de abdij op 10 november 1684 sloten met de Brusselse orgelbouwer François Noelmans noopende het stellen ende repareren van de groote orgel. Noelmans bedong in dat contract een aanzienlijke vergoeding van 300 patacons (720 Brabantse guldens) voor zijn werk, dat spijtig genoeg niet in detail is beschreven en overigens nooit werd uitgevoerd. Een verkoop van hetzelfde instrument aan de parochiekerk van Meerbeke bij contract van 28 november 1684 schijnt evenmin te zijn doorgegaan maar deze mislukte transactie getuigt blijvend van een conflict tussen Ninoofse abdijheren en hun abt Jan De Neve, die het orgel al bij het begin van zijn bewind, in 1659, had willen verkopen.
De eerste twee organisten die het orgel van de abdij bespeelden, waren leken in loondienst. Daarna trokken de opeenvolgende abten novicen aan die als organist fungeerden. Zeker drie onder hen genoten reeds voor hun inkleding faam als organist. De laatste onder hen was een kleinzoon van Abraham van den Kerckhoven. Zijn opvolger, fr. Petrus Fiocco, was betrokken bij de bouw van het Forceville-orgel in de nieuwe abdijkerk vanaf 1728. Waarschijnlijk is het Goltfuss-orgel in dezelfde periode overgelaten of verkocht.
Op een stormachtige 14 maart 2019 had Luk Bastiaens een afspraak met Jean Ferrard in zijn statige herenhuis aan de Troonstraat in Brussel. De mooie, ruime woning ademt muziek en Ferrards fascinatie voor Johann Sebastian Bach is alom aanwezig. Zijn werkvertrekken beslaan meer dan een hele verdieping die vol gestouwd staan met boeken, partituren en cd’s. En dan hebben we het nog niet gehad over de talrijke antieke orgelgravures aan de muur en verspreid op de grond, de uitgebreide collecties orgelpostkaarten en Bachbustes, zijn huisorgel en andere toetsinstrumenten… Zijn liefde voor het orgel en muziek tout court. Voor het binnenkomen van zijn werkkamer worden we verwelkomd door een buste van Bach die beurtelings rood en groen kleurt: een knipoog van de Thomascantor aan de bezoeker.
Over Jean Ferrard valt veel te vertellen. Eén ding is zeker: zijn grote werkkracht is er nog steeds en zijn interesse voor het orgel is nog niet getaand.
• Jean Ferrard, Zorg om oud, nieuw en kostbaar orgelpapier (2)
de orgelbibliotheek van Jean Ferrard.
· Bart Wuilmus, Het Moors-orgel (2018) van de Sint-Pieterskerk te Kortessem
Met een feestelijk inspelingsconcert door Alain Arnols werd het nieuwe Moors-orgel van de Sint-Pieterskerk te Kortessem op zondag 28 oktober 2018 in gebruik genomen. Alain Arnols was als orgeladviseur betrokken bij dit project en is eveneens als organist verbonden aan de Sint-Pieterskerk. Drie jaar lang bouwde Jos Moors aan zijn opus magnum. Inmiddels mocht hij zijn vijfentwintigjarige jubileum als orgelmaker vieren. Na voltooiing kreeg dit instrument zijn definitieve plaats op een boogscheut van zijn atelier, gevestigd in het Limburgse Gors-Opleeuw. Jos Moors bouwde in de voorbije jaren twaalf nieuwe instrumenten en realiseerde daarnaast veertien orgelrestauraties. Vele van zijn instrumenten worden frequent bespeeld tijdens erediensten, concerten, orgellessen en cd-opnames. Uiteraard zegt dat veel over de kwaliteit van het doorheen de jaren geleverde werk.
• Peter Strauven, Het John Snetzler-orgel (1777) van de Antwerpse Sint-Jacobskerk
Sinds eind 2017 is de Antwerpse Sint-Jacobskerk naast het Charles Anneessens-orgel en het Forceville/Devolder-orgel, een derde orgel rijker. Dit instrument vond er een nieuwe thuis, nadat het jarenlang in de privéwoning van de Antwerpse notaris Baudouin Cols in het muzieksalon een prominente rol speelde bij de talrijke huisconcerten die deze kunstliefhebber er organiseerde. Na zijn overlijden en met de verkoop van het huis in het vooruitzicht, zochten zijn dochters een passende bestemming voor het instrument, met de uitdrukkelijke wens dat het op een publieke plaats verder een concertfunctie zou blijven vervullen. Zo kreeg ook ik de vraag of de Sint-Jacobskerk interesse had in de verwerving van het instrument. Door de goede samenwerking tussen de familie Cols, de kerkraad van Sint-Jacob en orgelbouwer Stefan Claessens, die voor de overplaatsing zou instaan, kon er snel gehandeld worden en werd het orgel in december 2017 ingespeeld.