Op vrijdag 24 januari werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Roosendaal officieel heropend na een restauratie van vijf jaar. De beide orgels in de voormalige kerk van de Paters Redemptoristen werden door orgelmakerij Fa. A. Nijsse & Zn. hersteld, schoongemaakt en voorzien van een nieuwe, verrijdbare, centrale speeltafel bij het koororgel.
Vanwege de restauratie van de kerk – sinds 2003 parochiekerk – werd het hoofdorgel in 2011 deels gedemonteerd. Met name het pijpwerk van het Hoofdwerk en Pedaal is uitgenomen en opgeslagen. De achtergebleven orgeldelen werden geheel ingepakt. In de zomer van 2015 is het hoofdorgel schoongemaakt en zijn alle membranen vernieuwd.
Het hoofdorgel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk werd in 1937 gebouwd door de firma Pels te Alkmaar. In het orgel zijn registers uit het vorige orgel van Anneessens gebruikt, waaronder de Contrabas 16′ en de Subbas 16′. In 1952 werden enkele registers door de firma Vermeulen uit Alkmaar gewijzigd in neobarokke zin. Bij de recente werkzaamheden is de dispositie ongewijzigd gebleven, maar is de intonatie van de registers uit 1952 wel van scherpe randjes ontdaan.
De kerk beschikt ook over een koororgel van de firma Vermeulen te Alkmaar. Het werd in 1964 gebouwd voor de de Heilig Kruiskerk te Roosendaal. Dit kerkgebouw is sinds 2003 in gebruik bij de plaatselijke Protestantse Gemeente. Het Vermeulen-orgel werd door vrijwilligers overgeplaatst naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk en voorzien van een nieuwe orgelkas. Ook dit orgel is vorig jaar door Nijsse schoongemaakt. De intonatie is gewijzigd om een meer zangrijke klank te verkrijgen.
In december 2015 is het koororgel voorzien van een een nieuwe, verrijdbare, speeltafel, vanwaar ook het hoofdorgel door middel van een nieuwe MIDI-installatie bespeelbaar is gemaakt. Het werk is gerealiseerd door Henk Bolders te Steenbergen, elektronica-expert voor de firma Nijsse.
Het resultaat van de werkzaamheden was zaterdag 25 januari te beluisteren in een bespeling door organist Toni Raats. Zondag 26 januari was er een feestelijke viering met het koor.
Dispositie
HOOFDORGEL
Hoofdwerk C-g3
Prestant 8 – 1952
Gemshoorn 8
Bourdon 8
Octaaf 4 – 1952
Fluit 4
Kwint 2 2/3 – 1952
Octaaf 2 – 1952
Mixtuur III-IV – 1952
Trompet 8 – 1952
Zwelwerk C-g3
Salicionaal 8
Roerfluit 8
Prestant 4 – 1952
Fluit-Octaaf 4
Piccolo 2
Superkwint 1 1/3 – 1952
Sifflet 1 – 1952
Scherp III – 1952
Basson-Hobo 8
Pedaal C-g3
Contrabas 16
Subbas 16
Gedekt 8 – 1952
Prestant 4 – 1952
Ruispijp III – 1952
Fagot 16 – 1952
Werktuiglijke registers
Koppel I+II
Koppel I+II 16′
Koppel I+II 4′
Koppel Pedaal + I
Koppel Pedaal + II
Generaal Crescendo
Tremolo Zwelwerk
KOORORGEL
Onderklavier C-g3
Prestant 8
Octaaf 4
Mixtuur IV
Schalmei 8
Bovenklavier C-g3
Bourdon 8
Roerfluit 4
Nasard 2 2/3
Prestant 2
Pedaal C-f1
Subbas 16
Gedekt 8 – unit uit Subbas 16
Fluit 4 – unit uit Subbas 16
Werktuiglijke registers
Koppel I+II
Koppel I+II 16′
Koppel I+II 4′
Koppel Pedaal + I
Koppel Pedaal + II
Tremolo Bovenklavier
© 2016 fotografie René Nijsse