Bach spelen blijft boeiend, maar Bach bewerken is minstens zo enerverend. Van vocaal en instrumentaal naar orgel of andersom, het kan allemaal. Hoewel, organisten hebben in de vorige eeuw veel gestreden over de vraag of je zo maar met schaar en inktpot aan de muziek van de grootmeester mocht zitten. In onze tijd is daar – gelukkig – niet meer veel van te merken.
Gek genoeg leek die vraag voor andere musici-instrumentalisten minder te hebben gespeeld. Voor Bach was het zelf ook geen issue, hij hergebruikte en bewerkte zijn composities naar hartenlust. Het was maar waar je het voor nodig had. En voor zijn magnum opus Die Kunst der Fuge laat hij ons zelfs in vertwijfeling achter voor wie het werk nu eigenlijk bedoeld is.
Hoe dan ook, transcripties leveren vaak een fascinerend en spannend verhaal op. Leopold Stokowski deed dat halverwege de 20e eeuw door onder andere d-moll toccata op imponerende wijze voor groot orkest te bewerken. Daarna zijn er, vooral vanuit de Angelsaksische omgeving, meerdere producties geweest in kleinere bezettingen gericht op de historische praxis.
Judith en Tineke Steenbrink hebben recent de moeite genomen om hun visie op Bach weer te geven. Het moet inderdaad en flinke klus geweest om orgelwerken te transcriberen naar het orkest. Vergelijkbare kleinere ensembles kiezen er vaak voor recht-toe-recht-aan te vertalen. De zussen Steenbrink zijn enerzijds volledig in de huid gekropen van Bach, maar vertellen daarbij toch hun eigen verhaal. Ze overigens in goed gezelschap: deed Bach dat zelf ook niet?
Een transcriptie maken is niet statisch noten kopiëren, maar je inleven in de klankwereld van de componist, je zijn werk eigen maken en vooral oog hebben voor de bezetting waarvoor de transcriptie bedoeld is. Juist dat laatste kenmerkt deze productie. Als organist hoor je ineens dynamische lijnen die een violist wel kan maken, maar je als organist niet kan evenaren. Een werk als de Passacaglia krijgt ineens hele andere kleuren.
Interessant is het Concerto in G dat feitelijk weer wordt teruggegeven aan het ensemble. Bach had immers zelf een orgelbewerking gemaakt van een orkestpartituur van prins Johann Ernst von Sachsen-Weimar. Ben je dan weer terug bij af? Zeker niet! De prins zou jaloers zou zijn geweest op deze bewerking. Bach had hier al zijn eigen draai gegeven, in dit arrangement wordt hier nog een schepje bovenop gedaan.
Zonder de andere werken tekort te willen doen vond ik de g-moll fuga het hoogtepunt. Het wordt niet alleen in een aanstekelijk tempo gespeeld, ook de mogelijkheden om met individuele instrumenten nog duidelijker variëren en te articuleren worden hier ten volle benut. Afgesloten wordt met het nieuwjaarslied In Dir ist Freude, waarbij er gekozen is voor een A-B-A vorm, waarbij in het middendeel een vrije interpretatie wordt gegeven. Heel knap gedaan. Opnieuw worden we nog een keer verrast over de wendbaarheid van de muziek. Organisten kiezen doorgaans voor een plenum met een stevige ostinato bas. Hier klinkt het lied in een intieme concertobezetting. Een mooie afsluiter, waarbij het ook nog een inspirerend voorbeeld voor organisten kan zijn!
Een heerlijke cd om gewoon te genieten van het Bach verhaal wat de zussen Steenbrink met hun Holland Baroque vertellen, maar zeker ook een opname om met een goede hoofdtelefoon op en de muziek bij de hand heel intensief te luisteren, te genieten van de wijze waarop alle instrumentalisten zijn te volgen en met welke creativiteit de arrangementen tot stand zijn gekomen. Je blijft er naar luisteren!
‘Mon orgue, c’est mon orchestre’ waren de gevleugelde woorden van César Franck. Geldt dat andersom ook? Ik denk dat het zelfs veel meer is dan dat. Juist deze opname toont aan dat het statische orgelmuziek een hele andere dimensie krijgt als je gebruik maakt van de dynamische mogelijkheden van strijkers en houtblazers.
Bachs Königin – Holland Baroque
Bach (transcripties Judith & Tineke Steenbrink): Sonate nr. 5 BWV 529; Meine Seele erhebt den Herren BWV 648; Sonate nr. 2 BWV 526; Concerto BWV 592/Adagio BWV 974; Herr Gott, nun schleuß den Himmel auf BWV 617; Passacaglia BWV 582; Fuga BWV 542; In dir ist Freude BWV 615
Pentatone – PTC 5186 971, TT 56’42, opname 09/2021 (Waalse Kerk Amsterdam), booklet 18 p. EN/NL, prijs € 20,00 | hollandbaroque.com