Een complete zilveren schijf met orgelwerken van Carl Loewe, dat zal bij menigeen de vraag oproepen ‘Heb ik iets gemist in mijn muzikale opvoeding?’ Geen zorgen, Carl Loewe (1796-1869) was weliswaar een hartstochtelijk organist, maar zijn muzikale nalatenschap voor orgel is zeer beperkt.
We moeten het doen met slechts een aantal kleine koraalvoorspelen als onderdeel van zijn Musikalischer Gottesdienst. Eén van zijn leerlingen verzuchtte destijds al dat hij niet begreep waarom de combinatie van een toporganist en topcomponist niet het nodige moois aan orgelwerken heeft opgeleverd. Helaas, we moeten het doen met vooral veel vocale werken, een handvol composities voor piano en een paar strijkkwintetten.
Stettin
Het leeuwendeel van zijn muzikale leven heeft Loewe doorgebracht in Stettin (in het voormalige Pommern, nu de Poolse stad Szczecin). Op muzikaal gebied een boeiende omgeving. Loewe was daar organist van een inmiddels verdwenen imposant Schnitger-orgel. Waarschijnlijk was het instrument in die tijd nog grotendeels in oorspronkelijke vorm.
Pommern had, evenals enkele andere oostelijke Bundesländer, in die tijd een levendige orgelcultuur. Na de Wende kwamen er stapels koraalvoorspelen uit archieven die grotendeels in de 19e eeuw zijn ontstaan. Was de overvloed aan werk van zijn collega’s de reden dat Loewe het muziekpapier voor orgel links liet liggen? Of zat er ook teveel discrepantie tussen zijn zondagse Schnitger en het doordeweekse romantische repertoire?
Hoe dan ook, het is opvallend dat als je zijn Musikalischer Gottesdienst doorbladert zowel de opgenomen koralen als de handvol die de cd niet heeft gehaald nog volop in de klassiek traditie staat. Daarin schenkt Loewe veel aandacht voor de polyfonie, terwijl de transcripties van zijn andere werken echt de romantiek laten doorklinken. Ongetwijfeld klinkt hierin zijn zondagse dialoog met het Schnitger-orgel van de St. Jakobi in Stettin door.
Geboortedorp
Ondanks het beperkte orgelrepertoire vond het Carl-Loewe-Gesellschaft het een goed idee om een cd uit te geven waar de relatie tussen Loewe en het orgel wordt geschetst. Begrijpelijk werd niet gekozen om naar Loewe’s oorspronkelijke werkplek te gaan – het Schnitger-orgel ging in 1944 verloren -, maar naar zijn geboortedorp Löbejün in Sachsen-Anhalt.
Het orgel waar hij zijn jeugdjaren op heeft doorgebracht heeft eveneens de tand des tijds niet doorstaan. Aan het begin van de 20e eeuw is het vervangen door een instrument uit de werkplaats van Rühlmann. Het instrument doet weldadig aan. Het klinkt in alle registraties als een soort warme deken. Je hoort en ziet veel analogie met het werk van Ladegast en dat klopt ook omdat de gebroeders Rühlmann daar in de leer zijn geweest. Ook hebben zij onder andere een belangrijke rol gespeeld bij de orgels van de Nicolaikiche te Leipzig en Schlosskriche te Wittenberg. Of dit orgel ook voldoet aan het klankbeeld van Loewe, zoals in het booklet wordt gesuggereerd, is nog maar de vraag. Voor de transcripties is het in ieder geval een prima instrument!
Drei Biblische Bilder
Het grootste deel van het programma wordt gevormd door de Drei Biblische Bilder, oorspronkelijk geschreven voor piano. Indrukwekkende composities waarbij Loewe echt uitnodigt om het betreffende bijbelgedeelte erbij te pakken en de geschiedenissen op de voet te volgen.
Loewe vertelt heel beeldend en laat ook voldoende ruimte voor verbeelding. Wordt bij het begin van Bethesda vooral het kabbelende water verbeeld voordat het in beroering komt of wordt de berustende en dan weer onrustige gemoedstoestand van de zieke man vertolkt? Iedereen zal daar zijn eigen gedachten bij hebben. Het nodigt in ieder geval uit tot overdenken en dat zal ongetwijfeld één van de doelen van de domineeszoon zijn geweest. Ook in de andere deels seculiere balladen en delen uit oratoria zien wij zijn vermogen om retorisch met klank te schilderen. Prachtig!
Transcripties
Irénée Peyrot heeft met veel gevoel voor zowel de oorspronkelijke composities als het orgel fraaie transcripties gemaakt. Hij blijft enerzijds dicht bij de bron, maar begrijpt ook goed dat een orgel geen piano is. Een enkele keer lukt dat wat minder, zoals bijvoorbeeld bij de ballade Tom der Reimer, die te pianistisch is om mooi voor orgel te kunnen bewerken.
Na een uurtje transcripties begrijp ik de verzuchting van een van Loewe’s leerlingen wel: een aantal grotere orgelwerken van de meester zou meer dan welkom zijn. Desondanks is het nu genieten van boeiende ‘surrogaat’ en enkele voorbeelden uit zijn kerkmuzikale praktijk. Een leerzame kennismaking met muzikant Loewe, orgelbouwer Rühlmann en een plezier hem te luisteren naar orgelman Peyrot!
Carl Loewe und die Orgel
Choralvorspiele; Drei Biblische Lieder, Balladen; Larghetto e-Moll; Herr bleibe bei uns; Es wird gesäet verweslich und wird auferstehen unverweslich; Niemand hat’s gesehen; Also hat Gott die Welt geliebet; Lobet den Herrn alle Heiden
Irénée Peyrot, Rühlmann-orgel, Stadtkirche St. Petri, Löbejün
Querstand VKJK 2013, TT 73’31 – opname 05/2020; prijs € 18,00 | vkjk.de