Deze complete Duruflé uit Denemarken heeft de Preis der Deutschen Schallplattenkritik al ontvangen. Bij die beoordeling kan ik me van harte aansluiten. Er is weliswaar enig verschil in benadering tussen de werken voor koor en de werken voor orgel, maar in beide gevallen wordt er gekozen voor een uitvoering zonder enige nadrukkelijkheid. Daarmee wordt de muziek van deze schuchtere componist rechtgedaan. Het resultaat is van een grote schoonheid.
Het tempo dat gekozen is bij het Requiem leek me op het eerste gehoor wat aan de snelle kant. Maar dat duurde maar heel even. Want zo gaan de Gregoriaanse melodieën uit Duruflé’s stemmenweefsel stromen met een heel natuurlijke golfslag. Niet ondanks, maar dankzij het vlotte tempo straalt deze Deense uitvoering een weldadige rust uit. Het gemak waarmee ook de hoogste noten uit het Hosanna in excelsis genomen worden getuigt van een beheersing die pas verbijsterend is, als je andere uitvoeringen kent waarin de sopranen hoorbaar op hun tenen moeten lopen om erbij te kunnen komen. Hier klinkt echter niets geforceerd en alles vanzelfsprekend. Deze uitvoering is spectaculair, omdat ze alles behalve spectaculair klinkt.
advertentie
Hetzelfde viel me op bij de uitvoering van de vier motetten over Gregoriaanse thema’s. Die worden in hun schijnbare eenvoud neergezet. Neem het motet Tota pulchra es, voor vrouwenstemmen, waarin je de sopranen bijna altijd hoort zwoegen op de hoge melismen van de tekst ‘tu honorificéntia pópuli nóstri’. Hier niets van dat alles. Ik kan het dan ook alleen maar betreuren dat het Pater noster niet is opgenomen. Waarom niet? Op cd 1 was er nog best ruimte voor geweest.
Bij zijn uitvoering van de orgelwerken kiest de organist Kristian Krogsøe tempi die aan de voorzichtige kant lijken. Maar ook hier leidt de afwezigheid van virtuoos vertoon tot vertolkingen waarin alles op zijn plek valt. Het hoogtepunt vond ik Krogsøe’s vertolking van de Prélude et Fugue sur le nom d’Alain. Met name de fuga straalt een aangrijpende melancholie uit, juist omdat Krogsøe zijn emoties weet te kanaliseren. Die benadering leidt ertoe dat ik de Toccata uit de Suite kan verdragen. Ik heb altijd het gevoel had dat Duruflé zich genoodzaakt voelde te laten horen dat hij toch echt wel een ruige toccata kon schrijven. Dat is dan wel gelukt. Maar ondertussen valt in mijn beleving het brute geweld van dit werk uit de toon die Duruflé in zijn overige werk gevonden heeft.
Toch nog een ontdekking. Krogsøe heeft ook een Chant donné opgenomen dat Duruflé als student heeft geschreven voor de lessen harmonieleer. Het is niet bekend voor welke bezetting dit lied bedoeld is. Maar klinkt het prachtig op orgel. Dit is de Duruflé die ik graag hoor.
Kortom, of je nu al wel of niet een complete Duruflé hebt staan, deze Duruflé is een absolute aanrader. Zijn er dan geen punten van kritiek mogelijk? Jawel. Ik vind het pathos en het vibrato van de sopraan Randi Stene in de hoger liggende passages van het Pie Jesu niet aansluiten bij de benadering die voor de overige delen van het Requiem gekozen is. Ook vind ik het orgel van de kathedraal in Aarhus weliswaar een imponerend instrument, maar de klank van de fluiten wat vlak. Maar je kunt in dit leven ook niet alles hebben. [DAVID DE JONG]
Duruflé – Complete Organ Works – Motets – Requiem
Bo Skovhus, baryton, Randi Stene, soprano, Hendrik Brendstrup, cello. Aarhus Catthedral Choir (requiem), Vocal Group Concert Clemens (Requiem + Motets), Kristian Krogsøe, organ, Carsten Seyer-Hansen, conductor
CD 1: Requiem, op. 9; Méditation, op. posth.; Quatre Motets sur des Thèmes Grégoriens, op. 10; Prélude et Fugue sur le Nom d’Alain, op. 7
CD 2: Fugue sur le Thème du Carillon des Heures de la Cathédrale de Soissons, op. 12; Prélude, Adagio et Choral Varié sur le Thème du Veni Creator, op. 4; Prélude sur l’Introît de l’Epipanhie, op. 13; Scherzo, op. 1; Chant Donné – Hommage a Jean Gallon; Suite, op. 5
Label: Danacord
Nummer: DACACD 726
Speelduur: 62’17 + 58’21
Booklet: 44 pagina’s (DK/EN)
Prijs: € 23,75
© 2013 www.orgelnieuws.nl
