RECENSIE Dusk to Dawn: betoverende muziek voor sopraan en orgel

Dusk to Dawn

Ik ben wel eens jaloers op Duitsland. Het lijkt me dat de kerk- en orgelmuziek daar een veel beter geïntegreerd onderdeel van het kerkelijk leven is dan in Nederland. Afgelopen zomer recenseerde ik de cd Wahlfahrt nach Kevelaer. Dat is een artistiek zeer hoogstaande productie, met als doel gelovigen een virtuele pelgrimage te bezorgen, nu een echte pelgrimsreis naar Kevelaer onmogelijk is.

Text Example

advertentie



De cd is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van kerkelijke stichtingen. Op de cd zingt – beter vertelt – René Perler zo mooi, terwijl Romano Giefer op het orgel de tekst versterkt.

De cd Dusk to Dawn zou je de vrouwelijke versie van die ‘Wahlfahrt nach Kevelaer’ kunnen noemen. Hier zijn het zangeres Carine Tinney en organist Martin Gregorius die ons betoveren met mooie muziek met een heel erg mooi orgel. De cd is gemaakt in samenwerking met het aartsbisdom Paderborn.

Liedcultuur

Er zullen best orgelliefhebbers zijn die vooral houden van cd’s met pure orgelmuziek. Maar het orgel is natuurlijk ook (meestal) een begeleidingsinstrument, niet alleen voor samenzang en voor solozang. Bij liedcultuur denk je al gauw aan de liederen van Schubert, waar de zanger wordt begeleid op piano. Het is relatief onbekend dat er ook zo’n liedcultuur bestaat, waarbij het orgel een volwaardige en vaak virtuoze begeleidingspartij heeft. Wie daar meer van wil weten en horen, moet zeker deze cd beluisteren.

Dusk to Dawn (schemering tot dageraad) is gewijd aan muziek die te maken heeft met de (ge)tijden van de dag: ochtend, middag, avond en nacht. Het is een heerlijke cd, die volgens mij het best werkt als je er ’s avonds rustig voor gaat zitten en de teksten meeleest.

Ruige passages

Tot mijn verrassing opent de cd met twee werken van de Amerikaanse componist Leo Sowerby (1895-1968). Tijdens zijn leven was hij zeer actief als kerkmusicus en componist en had als bijnaam Dean of American Church Music. Hij was immens populair en werd na zijn plotselinge dood begraven in de Washington National Cathedral in Washington. Zijn muziek wordt aan onze kant van de oceaan niet veel uitgevoerd. Zoals bij veel Amerikaanse kerkmuziekcomponisten is de muziek van Sowerby eigenzinniger en theatraler dan de Europese muziek uit dezelfde tijd. Voorbeeld daarvan is ‘O God of Light’, de eerste track op deze cd, met hier en daar ruige passages. De tedere kant van de componist krijgen we daarna te horen in ‘I will lift up mine eyes’, een toonzetting van Psalm 121.

Vervolgens komen we een rijtje bekende namen van orgelcomponisten tegen: Louis Vierne, Max Reger en Sigfrid Karg-Elert. Les Angélus van Vierne is een driedelig werk. Mocht je het met andere composities vergelijken, dan komt de sfeer van Au Matin (’s morgens) dicht in de buurt van de langzame en zachte delen uit zijn orgelsymfonieën. A Midi (’s middags) is meer een scherzo, met daar doorheen geraffineerd een gregoriaanse melodie geweven). Au Soir (’s avonds) heeft een bezonken avondsfeer. Vierne bereikt dat effect door de dominant van de toonsoort langdurig te laten klinken. Dat heeft een afwachtend effect, de zon gaat onvermijdelijk onder.

Vakantie

Twee van de drie opgenomen werken van Reger zijn eenvoudige maar zeer fraaie koraalmelodieën, op z’n Regers geharmoniseerd. ‘Ich sehe dich in tausend Bildern’ is een doorgecomponeerd werk en wordt begeleid met hoge fluisterende strijkers. Het verhaal gaat dat de directeur van het kuuroord waar Reger op vakantie was hem om een compositie vroeg. De directeursvrouw zou dat werk dan op een concert kunnen zingen. Reger aarzelde – hij was immers op vakantie – maar leverde uiteindelijk dezelfde dag nog deze korte compositie af bij de opdrachtgever.

Abendstern van Karg-Elert is al net zo betoverend als Regers vakantiecompositie. Karg-Elerts lied heeft vijf strofen, waarvan de melodie steeds ongeveer hetzelfde is (behalve de vierde strofe). Daarmee de varieert de componist heel kunstig varieert om zo de tekst uit te beelden. Opvallend element is de zwierige melodie van de derde regel, die op een aangename manier in je hoofd blijft hangen. Zangeres Carine Tinney en organist Martin Gregorius maakten er eerder al een filmpje van.

Onbegeleid

Harald Genzmer (1909-2007), leerling van Paul Hindemith, heeft een veel later en dus moderner idioom dan de voorgaande componisten, maar de muziek is nog wel tonaal. Zijn driedelige compositie ‘Erforsche mich, Gott, und erkenne mein Herz’ is een collage van Bijbelteksten, vooral uit de Psalmen (139, 8, 148, 150). Opvallend zijn de lange frasen waarin de zangeres onbegeleid zingt, evenals de lange instrumentale voor- en tussenspelen waarin we onder andere de prikkende mixturen van het orgel te horen krijgen. Aan het slot van het derde deel neemt de zangeres het moeiteloos op tegen het volle orgel. Wat een stem!

Herbert Howells schreef Levavi oculos meos, met als ondertitel Aubade for a wedding, voor een trouwerij. De twee verzen uit Psalm 121 in het Latijn zijn sfeervol en in Howells’ karakteristieke dramatische idioom getoonzet.

Schotland

De cd eindigt met twee wereldlijke werken. Tom Harrold (Glasgow, *1991) schreef Three Burns Songs in opdracht van de twee uitvoerenden van deze cd. Hij zette drie gedichten van Robert Burns (1759-1796) over de schoonheid van Schotland op muziek. Hij laat de zangeres meanderen bij lang aangehouden akkoorden die subtiel van karakter veranderen. Net als Genzmer heeft de muziek van Harrold lange passages zonder orgel. Geen makkelijke muziek, maar de tonen laten zich makkelijk snappen als je de teksten van de liederen erbij houdt.

De cd eindigt met Urlicht (uit Des Knaben Wunderhorn) van Gustav Mahler in een arrangement van Hans Peter Eisenmann.

Alle ruimte

Tijdens de opname in juni vorig jaar was Martin Gregorius nog net organist van de Pankratiuskirche in Gütersloh, waar de opnamen werden gemaakt. Sinds afgelopen november is hij cantor-organist van de Jakobskirche in de stad Straubing in het zuidoosten van Duitsland. Martin Gregorius is een goede speler en een toegewijd begeleider van Carine Tinney. Hij geeft de zangeres alle ruimte en hij beheerst z’n (toenmalige) orgel tot in de fijnzinnige puntjes.

Er staat geen informatie over het orgel in het boekje. Wel staat er een duidelijke verwijzing dat de gegevens van het orgel en de vertaling van de gezongen teksten op de website van de platenmaatschappij staan. Dat is op zich fijn, maar helaas heb ik er op de site vergeefs naar gezocht. Uiteraard heeft Orgbase.nl de dispositie en ook op de Wikipedia-pagina van de kerk zijn de gegevens over het orgel te vinden.

Schakeringen

Het orgel in Gütersloh is een tamelijk nieuw instrument uit 1992 van Siegfried Sauer, in 2015 later grondig aangepast door Rieger Orgelbau. Het is nog niet half zo groot als dat van Kevelaer, maar het klinkt zeer overtuigend. De romantische dispositie heeft Duitse, Franse en Engelse (een Dulciana 8’ op het hoofdwerk) invloeden. Samen met alle sub- en superkoppels en een zwelkast bieden ze oneindig veel schakeringen om een zangsolist te begeleiden. Hoewel het soliste Carine Tinney geen moeite kost om zich te laten horen bij het volle orgel. 

Kortom: dit is een erg mooie cd. 

Tot slot. Wanneer neemt de Protestantse Kerk in Nederland of het Nederlandse rooms-katholieke aartsbisdom het initiatief om net zo’n toonaangevende kerkmuziekproductie te maken? Als het in Duitsland kan, kan het hier ook.

Dusk to Dawn

Sowerby: O God of Light; I will lift up mine eyes; Vierne: Les Angélus; Reger: Ich sehe dich in tausend Bildern; Morgengesang; Am Abend; Karg-Elert: Abendstern; Genzmer: Erforsche mich, Gott, und erkenne mein Herz; Howells: Levavi oculos meos (Aubade for A Wedding); Harrold: Three Burns Sings; Mahler: Urlicht

Carine Tinney, sopraan; Martin Gregorius, Sauer/Rieger-orgel (57/IIIP), Sankt-Pankratiuskirche, Güthersloh (D)

PASCHENrecords – PR210076, TT 61’16, opname 06/2021, booklet 28 p. (DU/EN); prijs € 16,00 | paschenrecords.de