Eeuwenlang is het gezongen. In de vasten, als het leven schraal werd; op boetedagen, als de nood hoog was; en tijdens het dodenofficie, als een lichaam boven de aarde stond: ‘Midden in het leven zijn wij door de dood omvangen’.
Maar momenteel dreigt het in vergetelheid te verdwijnen. De Duitse lutheranen zingen het nog, in de herfst1. En in Engeland leest men het nog bij een begrafenis2. Maar bij de Nederlandse lutheranen is het geen zondagslied meer3. Om over de katholieken maar te zwijgen…4
Laat-romantische klanken
In 1932 schreef de toen 52-jarige Ermend Bonnal een Symfonie over de respons ‘Media Vita’. De muziek lijkt op die van zijn vriend en leermeester, Charles Tournemire: in het meditatieve eerste en in het zangerige/schertsende tweede deel komen verschillende melodiefragmenten voorbij, en in het derde dreunt het refrein, ‘Sancte Deus’, in het pedaal.
Het stuk is enkele jaren geleden door Vincent Grappy op een Bonnal- cd gezet. Op dit schijfje bespeelt hij het Mutin-orgel van de St. Pierre in Douai, het instrument dat we kennen van de Tournemire-cd’s van Tjeerd van der Ploeg. En hij gaat daar zo mee om, dat Bonnals muziek uitstekend tot zijn recht komt.
Baskische geluiden
Behalve ‘Media Vita’ zijn op het schijfje de Paysages Euskariens te beluisteren: een suite waarin Bonnal Baskische melodieën heeft verwerkt. Dat is geen wonder, want gedurende twee decennia was hij de belangrijkste musicus in Bayonne, in het Franse Baskenland.
Het eerste deel van de Paysages geeft een impressie van een vallei in de Pyreneeën. Het tweede deel is een Pastorale in een laatromantische jas. En het derde een wervelende toccata waarin Cloches klingelen dans le ciel.
Bonnal schreef het stuk in 1930 voor een compositiewedstrijd van de vereniging Les Amis de l’Orgue. Het jurylid Tournemire, die net als Bonnal uit Bordeaux kwam, was er zeer mee ingenomen, en schreef dat hij het ‘un chef d’œuvre’ vond. Toch won niet Bonnal maar de toen 28-jarige Duruflé, en wel met diens Prélude, Adagio en Choral Varié sur le ‘Veni Creator’.
Beweging
Terecht of niet – feit is dat Bonnals muziek niet altijd even boeiend is. Vergelijk de Pastorale (1930) maar eens met Duruflé’s Sicilienne (1932): die heeft aanzienlijk meer zeggingskracht. Of zijn Cloches (1930) met de Toccata uit Dupré’s Deuxième Symphonie (1928): die stort na de aanhef niet in, omdat de beweging doorgaat.
Salonmuziek
De overige orgelwerken die Bonnal schreef, zijn op deze cd niet te beluisteren. Voor de vriendelijke Noël Landais, de luchtige Paysage Landais, de Petite Rhapsodie en de briljante Réflets Solaires, moet u de cd zien te bemachtigen die Lecaudey in 1996 maakte in de Haarlemse Bavobasiliek.
In plaats hiervan heeft Grappy kamermuziek van Bonnal op het schijfje gezet. Bijvoorbeeld Après la Tourmente (1914): een Romance voor altviool en salonorgel. Het innemende stuk, waarin je Bonnals compositieleraar Fauré herkent, inspireerde Grappy tot het omwerken van twee andere salonstukken: een Improvisation (1907) en een Légende (1912). De barcarolle-achtige Improvisatie blijft wat lang in dezelfde klank hangen. Maar de Legende intrigeert in hoge mate: ze is even triest als een regenachtige novemberdag. Hier blijkt dat Bonnal, ook al schrijft hij minder krachtig dan Dupré en minder geraffineerd dan Duruflé, wel degelijk boeien kan.
Ermend Bonnal – Media Vita
Vincent Grappy orgue | Christophe Giovaninetti violon
Orgue de la collégiale Saint-Pierre de Douai
Légende (1912); Symphonie d’apres ‘Media Vita’ (1932); Improvisation (1907); Paysages euskariens (1930); Après la tourmente
Editions Hortus – HORTUS 132, TT 71’19, 2016, € 15,00 | editionshortus.com
1. In de Evangelisch Luthersche Kerk in Duitsland wordt ‘Mitten wir im Leben sind’ aanbevolen als ‘Wochenlied’ voor de voor-voorlaatste zondag van het kerkjaar.
2. ‘When they come to the Grave […], the Priest shall say, or the Priest and Clerks shall sing: […] In the midst of life we are in death …’ (Book of Common Prayer: The Burial of the Dead; vgl. Book of Common Worship: The Funeral Service)
3. In 1955 (Luthers Gezangboek) werd ‘Midden in het leven’ zondagslied voor de 24e Zondag na Trinitatis (Dochtertje van Jaïrus); vanaf 1973 (Liedboek voor de Kerken) voor de 16e Zondag na Trinitatis (Jongen uit Naïn). Sinds 1988 (Nieuw Luthers Katern) is het geen zondagslied meer.
4. In de bundel ‘Cantuale Romano-Seraphicum’ (1951) van pater Bruning is ‘Media vita’ opgenomen als devotielied voor de voor-vasten (nr. 219). Maar sinds de liturgiehervorming van 1969/70 wordt het vrijwel niet meer gezongen. Bij de Dominicanen klinkt het nog tijdens de completen in de vastentijd (p.35).
[met dank aan Jeroen de Haan en Steven van Roode]