Lang geleden, toen er nog geen cd’s bestonden, geen langspeelplaten, geen cassettebandjes, geen schellakplaten en al helemaal geen streamingdiensten, toen was de beste manier om thuis muziek te laten klinken: zelf musiceren! Voor het realiseren van een enigszins orkestraal klankbeeld bleek de combinatie van piano en harmonium ideaal: de piano zorgt dan voor het ritmische en het virtuoze element, het harmonium geeft breedte aan de klank en draagt bij aan de dynamiek.
Talloze bewerkingen van orkestmuziek en delen uit oratoria getuigen van deze huismuzikale praktijk. Maar er werd ook nieuwe muziek gecomponeerd voor de bezetting van harmonium en piano. Bekend zijn de zes duo’s opus 8 van Saint-Saëns, de zes duo’s van Widor, en natuurlijk de duoversie van Prélude, Fugue et Variation op. 18 van Franck.
Een minder bekend voorbeeld uit dit genre van duo’s is de grote Sonate op. 61 van Lefébure-Wely, de publiekslieveling uit de tijd van Franck. Nu we dit jaar zijn 150e geboortejaar herdenken, is het een sympathiek gebaar dat die omvangrijke sonate voor het eerst op cd is vastgelegd. Het stuk verscheen omstreeks 1850 onder de titel Allegro, Andante et Final, maar werd in de pers al snel sonate genoemd – geheel overeenkomstige de vorm en afmetingen van het werk: het stuk duurt maar liefst 21 minuten.
Invloeden van Chopin zijn merkbaar, en ook dat is niet toevallig: Chopin werkte immers in Parijs, en bij de uitvaartdienst van Chopin in 1849 was Lefébure-Wely de organist. De eerlijk gebiedt me te zeggen dat we niet héél veel zouden hebben gemist als deze sonate onder het stof was blijven liggen. De eerste twee delen gaan een beetje het ene oor in en het andere weer uit, zonder veel indruk na te laten. Allen het slotdeel heeft wat meer profiel: daarvan blijven de thema’s wat langer in je oren doorklinken.
De cd is verder gevuld met de zes duo’s van Saint-Saëns (een verklaarbare keuze, want die duo’s zijn opgedragen aan Lefébure-Wely) en Prélude, Fugue et Variation van Franck. Rollin Smith beweert in zijn boek Playing the organ workst of César Franck dat de duoversie een transcriptie is van het bekende orgelwerk. Zelf voel ik me meer thuis bij degenen die vermoeden dat het orgelwerk juist een omwerking is van een stuk dat oorspronkelijk werd gecomponeerd voor harmonium en piano. Dán wordt ook verklaarbaar waarom de linkerhandpartij van de Variation zo lastig ligt voor organisten: in de duoversie is dat gewoon de pianopartij, die door de pianist wordt verdeeld over twee handen en dan helemaal niet moeilijk is …
Hoe dan ook, in uitvoeringen voor harmonium en piano hoor je niet altijd terug dat het hier om huismuziek gaat: soms krijgt de muziek een misschien wel té serieuze benadering, is het allemaal wat zwaar op de hand. In mijn cd-collectie heb ik een uitvoering van Franck’s op. 18 die ruim twaalf minuten duurt. Pélaprat en Grandjon zijn in 9’42 klaar en benaderen het stuk meer als een salonwerkje. Oppervlakkig is het zeker niet, maar de expressiviteit waar de muziek van Franck om vraagt wordt hier niet uitvergroot tot theatrale proporties. Franck droeg het stuk op aan twee privéleerlingen die op dat moment 12 en 16 jaar oud waren: oudebesjesdramatiek mag dan inderdaad wel achterwege blijven.
In zijn zes duo’s opus 8 laat Saint-Saëns laten zien en horen dat hij als orkestrator geniaal was. Geraffineerd maakt de componist gebruik van de specifieke eigenschappen van beide instrumenten, inclusief de suggestie van toonrepetities door de razendsnelle afwisseling van een viervoets register in de bas met een zestienvoet in de discant (deel 4, Capriccio). Aan het samenspel stellen deze duo’s hoge eisen, maar dat is beide heren wel toevertrouwd: samen vormen zij de kern van een ensemble dat onder de naam Double Expression regelmatig optreedt in variabele bezettingen.
Emmanuel Pélaprat zowel musicoloog als uitvoerend musicus, actief als organist van de Notre-Dame du Taur in Toulouse en als professor aan de universiteit van Bordeaux-Montaigne. Zijn duopartner Jérôme Grandjean is docent aan het Conservatoire Régional de Paris en aan het conservatorium van Lyon.
Voor de opnamen werd gebruik gemaakt van instrumenten uit de tijd van de gespeelde muziek: een prachtig Mustel harmonium uit 1889 en een nobel klinkende Érard vleugel uit 1902.
Fantaisies du Second Empire – Duos Harmonium & Piano
Emmanuel Pélaprat (harmonium Mustel) – Jérôme Granjon (piano Érard)
Allegro, andante et final Op. 61 [Sonate] (Lefébure-Wely); Prélude, fugue et variation Op. 18 (Franck); Six Duos, Op. 8 [Fantasia e fuga, Cavatina, Choral, Capriccio, Scherzo, Finale] (Saint-Saëns)
Éditions Hortus – Hortus 155, TT 62’15, booklet 32 p. (FR/EN), prijs € 15 | editionshortus.com