Het lijkt zo eenvoudig, even de aria van de Bach’s Goldbergvariaties spelen, maar wie geïnspireerd door Glenn Gould (en wie raakt daar niet van onder de indruk?) probeert dit gold even naar eigen hand te zetten, komt bedrogen uit. Hondsmoeilijk! Nee, niet direct de noten zelf, maar hoe breng je het verhaal erachter tot leven?
Anna Enquist schreef er zelfs een roman over. Daarin laat ze een pianiste levenslang worstelen met deze aria en de aansluitende dertig variaties. Het gevecht met dit meeslepende werk en haar persoonlijk leven waren helemaal met elkaar vervlochten. Of je wil of niet, zegt ze, er gebeurt iets met je als je die aria’s speelt, waardoor het onmogelijk is dat de afsluitende aria hetzelfde klinkt als de openingsaria.
Het is intieme muziek die emotie met zich meebrengt. In de toelichting memoreert Henk van Zonneveld zelf grootmeester Gustav Leonhardt die het maar niks vond, de Goldberg-Variationen op een groot orgel. Daarvoor was het werk te intiem. Het is muziek voor de slaapkamer was zijn menig. Hou het klein!
Desondanks liet Van Zonneveld zich niet weerhouden en toog naar de Goudse Sint-Jan om deze vierde Clavierübung vast te leggen. Een dubbel doel had hij hierbij, enerzijds om te laten horen dat het werk prima naar orgel vertaald kan worden, maar ook om er een Franse tint aan te geven, door qua registratie aan te sluiten bij de zuidelijke registratiekunst uit de achttiende eeuw. Daarvoor moet je inderdaad in Gouda zijn. Het Moreau-orgel is een ongekende kleurendoos om dat doel mee te realiseren.
Henk van Zonneveld kiest ervoor om de partituur van Bach niet klakkeloos te volgen, maar deze echt te vertalen naar orgel. Hij voegt toe, maar laat zeker ook weg. Opvallend is bijvoorbeeld dat doorlopende zestiende noten uit de baspartij van een aantal variaties zijn ingeruild voor een soort basso continuo. Hierdoor ontstaat een speelbare pedaalpartij, waarmee heel functioneel heuse orgeltrio’s kunnen worden gerealiseerd. Toch gaat hierbij ook wel veel verloren. Het vervolgens toevoegen van een extra pedaalpartij aan de tiende variatie haalt te veel het fuga-effect weg.
In zijn vertaalkeuzes is Van Zonneveld niet helemaal te volgen. Een kleine honderd jaar geleden bewerkte de romanticus Wilhelm Middelschulte de Goldbergvariaties ook al eens voor orgel. Hij bleef veel dichter bij de oorspronkelijke opzet. Reger en Straube deden dat bijvoorbeeld met de Inventionen eveneens. Ook andere transcribenten die de barokke principes nastreven behandelen de variaties behoedzamer. Uiteraard mag iedereen daar zijn eigen weg in kiezen, maar met de oorspronkelijke partituur in je achterhoofd is het toch wel wennen om deze vertaling te beluisteren.
Al luisterend blijf ik hierdoor wat ambivalent over deze opname. Ondanks deze kritische kanttekeningen wordt er wel mooi muziek gemaakt en boeiend en divers geregistreerd. Een nadeel is dat de opname vrij direct is, waardoor het ruimtelijke effect volledig wegvalt en lang niet iedereen hier het Goudse orgelgoud in zal herkennen. Dat brengt niet het grootste luisterplezier en haalt hierdoor ook teveel de emotie weg die bij dit werk hoort.
Daar staat tegenover dat bij sommige variaties, zoals bijvoorbeeld de vierde, het lijnenspel wel weer mooi te volgen is. En Frans klinkt het zeker! De Goldbergvariaties blijven een aanstekelijk werk waarmee Bach alles uit de kast heeft gehaald om mensen in vervoering te brengen. Anna Enquist en Gustav Leonhardt hadden toch wel gelijk, het werk is te intiem voor een machtig (mooi) orgel in een kathedrale ruimte.
Bach – Goldbergvariaties BWV 988
Henk van Zonneveld, Moreau-orgel (1736), St. Janskerk Gouda
Egbert producties – EG 06, TT 57’36 – opname 10/2020 – prijs EUR 12,95 | te bestellen via hevanzonneveld@gmail.com / henkvanzonneveld.nl