Veel instrumenten in de Groningse orgeltuin zijn afgelopen jaren op cd verschenen, zeker als het om Schnitger- of Hinsz-orgels gaat. De Harense variant ontbrak nog. Zowel de Hervormde Gemeente Haren-Onnen als de Stichting Groningen Orgelland hadden goede redenen om hier verandering in te brengen: het Hinsz-orgel vierde in 2020 zijn 250e verjaardag. Na een succesvolle restauratie / reconstructie ruim twintig jaar geleden verdient dit instrument zeker gehoord te worden.
Een Hinsz-orgel in Haren? Nou ja, het is maar hoe je ernaar kijkt en luistert. Het grootste deel van het instrument bestaat uit ouder pijpwerk uit de zestiende en zeventiende eeuw. In 1770 heeft Hinsz het interieur hergebruikt bij de bouw van het nieuwe orgel en voegde enkele registers toe. Of dit uit artistiek oogpunt of vanwege kostenbesparing was, blijft onduidelijk, maar na voltooiing had het orgel een opmerkelijke klankopbouw door het ontbreken van een Octaaf 4. Dit werd opgevangen door een viervoets fluit. De rest van het plenum was echter wel compleet.
Bescheiden maar volwaardig
Bij de ombouw in 1957 is dit gebrek verholpen en bij de laatste restauratie, die terugging naar 1771, is deze wijziging behouden gebleven. Hierbij werd dan wel weer meer aansluiting gezocht bij het zeventiende-eeuwse karakter, in lijn met Hinsz’s respect voor het oude pijpwerk. Ook werd een vrij pedaal toegevoegd, zij het in de stijl van Hinsz. Zo staat er nu een bescheiden maar volwaardig orgel dat zowel literatuur uit voorbije eeuwen als hedendaags koraalspel prachtig tot zijn recht laat komen.
Ezinga
Dit is ook het geval op deze opname Anco Ezinga, mentor van het orgel, en Jan Harryvan, de zondagse bespeler van het instrument, bewandelen elk hun eigen pad. De eerste helft bestaat uit muziek rond de ontstaansgeschiedenis van het orgel, terwijl Harryvan vooral de recentere liturgische mogelijkheden van het orgel verkent. Dit resulteert in een boeiend klankpallet.
Luisterend blijf je toch een beetje met die vraag zitten: ‘Is het een Hinsz of niet?’ In vergelijking met kleinere instrumenten uit dezelfde periode klinkt de Harense variant nog dunner. Dit mag echter de pret niet drukken; het orgel heeft nog steeds een stoere barokke klank.
Het interessante van zo’n eenklaviers instrument is dat veel literatuur gespeeld kan worden en je weinig hoeft te missen. Neem bijvoorbeeld het Concerto van Walther, doorgaans gebruik je daarvoor twee klavieren. Hier lukt dat niet. Maar is dat nu echt een gemis? Er zijn genoeg klankcombinaties te maken om een afwisselend programma neer te zetten Ezinga laat met composities van Pachelbel tot en met de Nederlander Pool de ontwikkeling van het orgel horen, van de oorspronkelijke opzet tot de vorm die het in 1771 kreeg. Hiermee geeft hij een mooi inzicht in hoe Hinsz’s werk toch een barokke eenheid vormt. Helaas vertoont het spel van Ezinga enkele oneffenheden.
Harryvan
Stef Tuinstra, adviseur bij de laatste restauratie, schreef bij de presentatiebrochure in 2002 dat juist de oude orgels waardevol zijn voor de liturgie. Jan Harryvan bedient ons daarin op onze wenken. Hij heeft een origineel programma samengesteld met koraalwerken van Joke Brandsma, haar leermeester Anco Ezinga en diens leermeester Wim van Beek. Het is goed dat er aandacht is voor Van Beek. Van zijn indrukwekkende spel zijn gelukkig nog voldoende klankdocumenten voor handen, dat hij daarnaast ook een begenadigd componist was is minder bekend.
De partita’s van Brandsma en Ezinga zijn mooie voorbeelden van praktische gebruiksmuziek en ideaal om het orgel te etaleren. Hierbij viel vooral de fraaie Quintadeen op. De virtuoze toccata over Gezang 225 is eigenlijk een maatje te groot voor het bescheiden dorpsorgel, maar benadrukt wel Ezinga’s compositiekwaliteiten, waarin de kernachtige melodie van Mehrtens in een minimal stijl en deels als canon wordt weergegeven.
Boeiend
Helaas wordt er tussen de werken soms wat rigoureus aan de volumeknop gedraaid, waardoor na een plenum de bescheiden fluiten plotseling indringend uit de luidsprekers komen. Maar over het algemeen biedt deze uitgave het een boeiend klankbeeld van een fraai dorpsinstrument met een rijke historie. Een informatief boekje met fraaie foto’s maakt het geheel compleet.
Anco Ezinga en Jan Harryvan, Dorpskerk Haren (Gn)
Kittel: Preludium VII in Es; Pachelbel: Vom Himmel hoch da komm ich her; Bach: Vom Himmel hoch da komm ich her BWV 700; Pool: Sonate in C; Walther: Concerto del Sigr. Tomaso Albononi; Oley: Nun freut euch lieben Christen g’mein; Simon: Preludium en fuga in Bes, Preludium en fuga in e; Brandsma: Koraalpartita ‘Fröhlich soll mein Herze springen’; Haydn: Capriccio in G Hob. XVII:1; Van Beek: Partita over Psalm 46, Partita over Gezang 409: ‘Laat ons de Heer lofzingen’, Psalm 119; Ezinga Partita over Gezang 329: ‘Grote God, gij hebt het zwijgen’, Toccata over Gezang 225: ‘Zingt voor de Heer een nieuw gezang’; Gjeilo: Sundown
Hervormde Gemeente Haren-Onnen en Stichting Groningen Orgelland – SGO 2023-C1; TT 68’39, booklet 20 p. (NL); opname mei/juni 2022; Prijs € 10 | te bestellen via info@erfgoedpartners.nl