Voor orgelliefhebbers is de St. Clotilde in Parijs, niet ver van de Eiffeltoren gelegen, natuurlijk een bijzondere plaats. Allereerst vanwege het Cavaillé-Coll-orgel (1859) dat het grote talent van zijn vaste bespeler César Franck deed ontluiken. Maar ook grootheden als Pierné, Tournemire en Langlais worden in één adem met deze kerk en dit orgel genoemd. Sinds 2012, na het plotselinge overlijden van Jacques Taddei, is de 32-jarige Olivier Penin de hoofdorganist van de basiliek.
advertentie
Met zoveel beroemde namen als voorgangers was het voor Penin blijkbaar niet moeilijk repertoire voor zijn eerste cd op dit orgel uit te zoeken. Naast de bovengenoemde componisten kon Penin ook nog terugvallen op Duruflé en Bonnal, die beiden als tijdelijk vervanger voor Tournemire in de St. Clotilde werkzaam zijn geweest.
De St. Clotile is een rijzige neogotische basiliek met een fraaie maar niet al te overdadige akoestiek. Op de opname is daar weinig van te bespeuren. Het zou kunnen dat de microfoons iets te dichtbij het orgel hebben gestaan. Prima voor het detail, maar iets minder voor de sfeer. Dat is dan ook werkelijk het enige minpuntje van deze schijf. Penin is een integere organist die wars is van ‘virtuositeit om de virtuositeit’ en zich helemaal thuis weet in de notentekst, zonder zich in het detail te verliezen. In de bekende werken van Franck (Pièce Heroique, Choral II en Prélude, Fugue et Variation) vertelt Penin op boeiende wijze het verhaal van de muziek. Zijn rubato is volslagen natuurlijk en niet zo vrij als we dat bijvoorbeeld kennen van Daniel Roth.
Er valt ook in de collectie muziek op deze cd genoeg te ontdekken, zoals het sfeervolle La vallée du Béhorléguy (uit de Paysages Euskariens) van Joseph Ermand Bonnal. Het is ook goed weer eens werk van Langlais aan te treffen, in dit geval Nativité en de Finale (Acclamations) uit de Suite Médiévale van Langlais. Ik kan me vergissen, maar het lijkt alsof de orgelwereld Langlais een beetje vergeten is. Een tiental jaren geleden trof je zijn werk vaak aan op concertprogramma’s en cd’s, tegenwoordig nog maar zelden. Zeer fraai, in de beste Durufléaanse traditie, is het Offrande en la Fête de Paques van Pierre Cogen, die van 1976 tot 1993 als organist aan de St. Clotilde was verbonden.
Wie denkt het ultieme Cavaillé-Collorgel te kunnen horen, komt bedrogen uit. Daarvoor is er te veel aan het orgel gesleuteld in de loop der jaren. Beuchet breidde het uit in 1933, terwijl dezelfde firma het orgel in 1962 nogmaals uitbreidde en elektrificeerde. De laatste restauratie in 2003 deed destijds veel stof opwaaien: in sommige kringen zag men de kans op een reconstructie naar een eerdere periode als voorgoed verkeken, terwijl er ook stemmen opgingen om het orgel te bewaren zoals het was geworden ‘onder’ Jean Langlais.
Wat er nu staat en klinkt is een geweldig typisch Frans ‘orgue neo-classique’ , met nog steeds de fraaie registers van Cavaillé-Coll maar duidelijk ook verrijkt met stemmen die het nodige bijdragen aan de vertolking van de muziek ná Franck. En dat is zeker de grote verdienste van de bewuste orgelbouwer, Bernard Dargassies. Zowel ter plaatse als via deze cd raakt men onmiddellijk onder de indruk van de veelzijdige klank van dit orgel. [AART DE KORT]
Hommage aux Maîtres de Sainte-Clotilde
Olivier Penin aux Grandes-Orgues de Sainte-Clotilde, Paris
Pièce héroïque (Franck); Deuxième Choral (Franck); Prélude, fugue et variation (Franck); Prélude (Pierné); Fantaisie de l’Epiphanie (Tournemire); Scherzo, op. 2 (Duruflé); La vallée du Béhorléguy, au matin – No. 1 de Paysages Euskariens (Bonnal); Nativité (Langlais); Acclamations (Langlais); Offrande (Cogen).
Label: Festivo
Nummer: FE6962432
Speelduur: 71’13
Boekje:32 pagina’s (F, E, D, NL)
Prijs: € 19,95
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]
