Een orgel met 132 sprekende stemmen in een universiteitskapel, is dat niet wat overdreven? De bestuurders van de universiteit van Chicago hadden er een eeuw geleden in elk geval weinig moeite mee.
Begrijpelijk, als je bedenkt dat het plan om op de campus een flinke neogotische kapel met daarin een groot symfonisch orgel te laten verrijzen uit de koker kwam van de schatrijke oliemagnaat John D. Rockefeller, de oprichter en mecenas van de universiteit. Geld speelde geen rol, zogezegd.
De opdracht voor het nieuwe orgel ging naar Ernest M. Skinner & Company. Deze firma was juist uitgebreid met George Donald Harrison, die uit Engeland was geëmigreerd – met in zijn reisbagage de kennis en ervaring die hij als lid en medewerker van de beroemde orgelbouwerfamilie had opgedaan.
De samenwerking Skinner-Harrison resulteerde eind jaren twintig in een viertal iconische instrumenten, waaronder het orgel in Rockefeller Memorial Chapel, zoals het imposante gebouw na de dood van zijn sponsor werd genoemd.
Het instrument bestaat feitelijk uit twee orgels: een deel staat in het koor en een ander deel op de galerij. Beide zijn zowel afzonderlijk als tegelijk te bespelen, vanuit een en dezelfde ‘cockpit’. Het devies ‘less is more’ is hier duidelijk niet van toepassing: wát een arsenaal aan grondstemmen, strijkers, tongwerken en noem maar op. Als een kind in een snoepwinkel …
De Canadese organiste Isabelle Demers presenteert de kolossale kleurdoos in een grotendeels symfonisch programma, met Regers opus 127 als omvangrijkste bestanddeel. Een passacaglia is natuurlijk bij uitstek geschikt om allerhande registercombinaties voor het voetlicht te halen, en dat doet Demers fraai. Ook in haar eigen Mendelssohn- en Tchaikovsky-transcripties toont ze vele tinten.
Demers’ geboorteland wordt vertegenwoordigd door de componisten Ernest Macmillan en Rachel Laurin. De Cortège Académique van Macmillan, zijn bekendste werk, doet een beetje denken aan Engelse pomp and circumstance. Niet heel diepgaand, maar wel effectief geschreven en plezierig om naar te luisteren.
Interessanter is zijn de Three Short Studies van Rachel Laurin, van wier werk Isabelle Demers een enthousiast pleitbezorger is. Na een pedaalmonoloog volgt een impressionistische knipoog naar de vliegende hommel van Rimsky-Korsakov. In het laatste deeltje voert Laurin twee spotlijsters ten tonele. De ene wil de andere een nieuwe melodie aanleren, maar die heeft daar duidelijk minder zin in en verstiert de boel door telkens een heel ander wijsje te fluiten, waarbij we diverse bekende orgelthema’s voorbij horen komen. Muzikale humor op hoog niveau!
De keuze om Marcel Dupré het laatste woord te geven is passend: hij was erg gecharmeerd van het werk van Skinner en concerteerde diverse malen op diens hier door Demers op uitstekende wijze gepresenteerde Opus 634.
The Chicago Recital
MacMillan: Cortège Académique; Tchaikovsky: Seven excerpts from The Sleeping Beauty (arr. Demers); Reger: Introduction, Passacaglia & Fugue in e minor, op. 127; Laurin: Three Short Studies: Monologue, The Flight of the Hummingbird & Dialogue of the Mockingbirds; Mendelssohn: Scherzo & Nocturne from A Midsummer Night’s Dream (arr. Demers); Dupré: Prelude & Fugue in B major, op. 7/1
Isabelle Demers, Skinner-orgel, Rockefeller Memorial Chapel, Chicago (VS)
Acis Productions – APL41752, TT 71′, ca. $ 20 | acisproductions.com