Jean Langlais is zo’n musicus die vrijwel elke organist kent van naam. Je weet dat hij geweldig kon improviseren, je kunt genieten van zijn wellicht meest bekende werk, het Te Deum, en je weet dat vele organisten met trots vermelden dat ze bij de maestro hebben gestudeerd.
Daarna lijkt de herkenning van zijn werk toch wat te vervagen, zeker als Franse orgelmuziek niet regelmatig op de lessenaar staat of door de luidsprekers klinkt. Ten onrechte! Daarom is het goed dat we uitgebreid (hernieuwd) kennis met hem kunnen maken.
Langlais, geboren in 1906 was geen wonderkind. Tot zijn tiende speelde muziek geen rol in zijn leven. Dat had ongetwijfeld te maken met de armoedige omgeving waarin hij opgroeide en zijn handicap, omdat hij op jonge leeftijd blind werd. Pas op zijn zestiende kroop hij alsnog achter het orgel, waarna zijn carrière pijlsnel omhoogging.
Zowel als organist als componist maakte hij furore. Wie zich verdiept in zijn leven, komt onder de indruk van zijn enorme toewijding en werkkracht. Niet alleen zijn oeuvre is indrukwekkend in omvang, maar ook zijn schare leerlingen. En ondertussen liet hij geen moment onbenut om de orgelpodia te betreden. Vooral in Amerika maakte hij naam. Zijn tweede vrouw schreef een uitgebreide biografie van zijn rijke leven.
Hoewel er altijd met veel waardering over Langlais wordt gesproken, lijkt zijn oeuvre wat in de schaduw te staan van zijn tijdgenoten en (studie)vrienden. Maar waarom eigenlijk? In ons ‘integraletijdperk’ is zijn werk voor zover ik na kon gaan nog maar een keer vastgelegd. De Amerikaanse Ann Labounsky heeft maar liefst 24 jaar besteed aan het opnemen van het complete oeuvre van Langlais. Zij gebruikte daarbij voornamelijk Amerikaanse orgels. Omdat ze in de tussentijd nieuwe inzichten had opgedaan, heeft ze aan het einde van het project nog een deel van het repertoire opnieuw opgenomen. Daarnaast heeft ze een omvangrijk proefschrift geschreven over haar leermeester. Langlais was overigens niet blij met het beeld dat daarin van hem werd geschetst.
Oud-leerling Giorgio Benati en Fausto Caporali, die beiden ook bij Langlais-leerling Hakim in de leer zijn geweest, tekenden voor deze tweede integrale opname. De twee Italianen hebben hiervoor gebruik gemaakt van vier welluidende symfonische orgels in hun thuisland. Hoewel dit een goede keuze is als je dicht bij huis wilt blijven, hoop je stiekem dat ze voor het vervolg toch naar Parijs zullen reizen. Daarnaast hebben ze twee Franse drukwindharmoniums ingezet.
Deze eerste box bevat vijf cd’s, maar er worden ons nog vijftien schijfjes in het vooruitzicht gesteld! Zo’n integrale biedt een mooie gelegenheid om te ontdekken hoe breed Langlais was georiënteerd en hoe hij als kind van zijn tijd en omgeving de nadruk legde op retorische muziek. Luister maar eens hoe hij aan het eind van zijn leven in Talita Koum het opstandingsverhaal uit Markus 5 toonzet. Tegelijkertijd is het een heel persoonlijk werk, omdat een van de delen expliciet refereert aan zijn eigen overleving na een hartinfarct. Naast de verhaallijn valt ook de transparantie op waarmee dit werk is geschreven en wordt uitgevoerd. Het is sowieso boeiend om aan de hand van deze verzameling de ontwikkelingsgang van Langlais te volgen, waarbij hij in de latere jaren soms barokke vormen heeft geïntegreerd.
Ondanks het ontbreken van Franse orgels is deze cd-box een plezier om naar te luisteren. Benati en Caporali zijn goede vertegenwoordigers van dit erfgoed. Waar Labounsky soms wat doorleefder klinkt, registreren Benati en Caporali wat kleurrijker. Niet alles is even sterk uitgevoerd en soms zijn er ook wat minder sterke composities. Maar naarmate je luistert, groeit vooral je bewondering voor maestro Langlais. Creativiteit, beheersing van vorm, en vooral het vermogen om indrukwekkende verhalen te vertellen zijn de kwaliteiten die blijven hangen. Het is uitzien naar de volgende delen van deze integrale!
Jean Langlais Organ Music – Volume 1
Hommage à Frescobaldi; Suite Brève; Talitha Koum; Petit Prélude sur deux thèmes grégoriens; Prélude Grégorien; Expressions; 8 Preludes; 24 Pièces pour harmonium et orgue; Suite in Simplificatie; 4 Préludes; 9 Pièces; Deo Gratias; Prélude dans le style ancien; Supplication; 12 Versets; Organ Book; 12 Petites Pièces pour orgue et harmonium; Adoration; 6 Petites Pièces
Giorgio Benati en Fausto Caporali; Mascioni-orgel (1984) Kathedraal Santa Maria Assunta, Cremona ; Ruffatti-orgel (1960) Basilica of Santa Maria Assunta, Clusone (BG); Piero Sandri- orgel (2007) St. Paul, Alte Ceccato (VI); Diego Bonato-orgel (2007) Abdij Santo Stefano, Isola della Scala (VR); Harmoniums Alexandre Père & Fils (1896, Nr. 108633) San Girolamo, Cremona en (1897, Nr. 122060) privé-eigendom Simone Pietro Quaroni, Pavia
Brilliant Classics – 96877, 5CD, TT 6.37,53, opname 2022, prijs € 23,99 (ook streaming) | brilliantclassics.com