Deze cd is een opvallende verschijning. Neem alleen de cover, waarop een orgel staat afgebeeld middenin het bos, met een konijntje als bewonderaar. Muziek uit een andere wereld. Dat wordt helemaal duidelijk als je het boekje openslaat en pagina’s vol Japanse tekens je aangrijnzen.
Gelukkig volgt er een vertaling in het Engels. Daarin vertelt de organiste Mineko Kojima haar persoonlijke verhaal. Ze heeft heel lang een afkeer gehad van haar eigen orgelspel. De klanken die ze aan het instrument ontlokte vond ze vooral lelijk. Pas nadat ze door een docent op het spoor van de Franse barok gezet was, begonnen de stukjes op hun plek te vallen. De kennismaking met oude Spaanse muziek werd daarna een soort thuiskomen. Persoonlijk verdriet kon een plek krijgen toen ze de melodieën van Correa de Arauxo hoorde, die met hun islamitische accenten voor haar klonken als een wat hese vrouwenstem.
Ik was na het lezen van dit wel erg persoonlijke verhaal benieuwd of ik ook kon horen dat de organiste inderdaad bij het repertoire dat ze ten gehore brengt thuisgekomen is. Nu, dat is helemaal het geval.
De cd begint en eindigt met oude SpaanSe muziek: Francisco Correa de Arauxo aan het begin en Pablo Bruna aan het eind. Ik zou me kunnen voorstellen dat de Tiento van deze laatste componist ook flamboyanter gespeeld kan worden. Maar de volmaakte rust waarmee Mineko Kojima het werk uitvoert is net zo goed een weldaad. Ondertussen zijn haar vertolkingen allerminst statisch. Ze hanteert een fijnzinnig rubato, dat alleen niet met haar aan de haal gaat. Het blijft allemaal heel verinnerlijkt.
Het hart van de cd wordt gevormd door de vier verzen van het Ave maris stella van Jehan Titelouze, die een bezonken en transparante vertolking krijgen.
De keuze voor juist dit werk van Titelouze zal mee ingegeven zijn door de naam van Maria als Ster van de zee. Het wordt omgeven door werken van de Japanse componist Yui Kakinuma (geboren in 1961). Van zijn zes Preludes draagt één de titel ‘La nuit étoilée’, de besterde nacht. Het is tevens de titel van de cd geworden. Op Titelouze volgt een ander werk van Kakinuma, ‘Les étoiles’, de sterren. Het gaat niet om hemelbestormende muziek. Het idioom blijft vooral in de zes Preludes traditioneel, met soms wat neobarokke invloeden. Toch sluit zijn muziek juist daarom goed aan bij de oude Spaanse en Franse werken op de cd. Want ook deze stukken stralen een grote innerlijke rust uit. Op orgel klinken zijn Preludes mooi. Maar ik zou ze ook wel eens willen horen op het instrument waar ze voor gedacht zijn: het klavecimbel. Vooral de laatste Prelude zal daarop nog beter tot zijn recht komen.
De conclusie mag zijn dat wie houdt van daverende climaxen en gierende plena deze cd vooral niet moet bestellen. Maar wie graag tot rust wil komende bij verfijnd orgelspel, die schaffe dit Japanse schijfje onverwijld aan. Ik heb deze cd inmiddels heel vaak gedraaid, ook in de auto, en ervaar het spel van deze Japanse organiste als een weldaad voor de ziel. Daarom kan ik het alleen maar betreuren dat er nog geen uur muziek op haar cd staat.
Ten slotte nog iets over het orgel. Het gaat om een instrument van de Franse bouwer Aubertin uit 2001. Een prachtig instrument met strijkende prestanten, ronkende tongwerken en tintelende vulstemmen. Met name de Cimbel viel me op. Een vulstem die vaak wat op de orgelklank ligt, maar hier zeldzaam mooi mengt.
La nuit étoilée
Francisco Correa de Arauxo (1584-1654): Tiento de medio registro de tiple de séptimo tono (XXV), Gaybergier (LXVI), Tiento y discurso de segondo tono (II); Yui Kakinuma (*1961): Six Préludes; Les étoiles; Jehan Titelouze (ca. 1563-1633): Ave maris stella; Pablo Bruna (1611-1679): Tiento de primer tone de mano derecha y al medio a dos tiples
Mineko Kojima, Aubertin-orgel, Karuizawa Cornet
Regulus – RGCD-1050, TT 58’53, booklet 24 p. (JP/EN), prijs ¥ 2900 | minekokojima.com