Albi, Auch, Montauban, Nîmes, Pézenas, St. Bertrand, St. Maximin, Toulouse … Het zuiden van Frankrijk is bezaaid met fraai ogende en orende orgels. Eén ervan is te vinden in het transept van de kathedraal in Rodez, 150 kilometer ten noordoosten van Toulouse. Onlangs zijn de klanken van dit instrument op een cd gezet door organist, beiaardier, klavecinist en kerkmusicus Maurits Bunt.
Orgel
Het orgel in Rodez is in 1627 gebouwd door Antoine Vernholles uit Poitiers. Het was toen een achtvoetswerk met 19 stemmen, verdeeld over twee klavieren en pedaal, en het werd, zoals toen in de mode was, gestoken in een rijk gesneden kast, waarvan het Hoofdwerk maar liefst zeven ‘tourelles’ kreeg. Het was voor Moucherel, die in 1734 in Rodez verbleef, ongetwijfeld de inspiratiebron voor zijn weidse, veeltorige kasten in Albi (1736), Cintegabelle (circa 1741) en Narbonne (1742) 1De Montbrun maakte dergelijke meubels in Montréal de l’Aude (1738) en in Limoux (1743).
In 1676 werkte Jean de Joyeuse aan het Rutheense instrument. Hij bouwde het, in Parijse stijl, uit tot een zestienvoetswerk met maar liefst 35 stemmen, verdeeld over Rugwerk, Hoofdwerk, Echowerk en Pedaal. Daarna ging het echter bergafwaarts: in 1775/76 propte Isnard de ondiepe kast vol met een Bombardewerk; en in 1902 pneumatiseerde Anneesens het geheel, waarbij de speeltafel in het rugwerk werd gezet en een deel van het oude pijpwerk verdween.
Gelukkig kon het orgel in 1981-86 door de firma Koenig uit Sarre-Union weer naar de toestand van De Joyeuse worden teruggebracht. Bij deze reconstructie is het, volgens een voorstel van Dom Bédos uit 1771, uitgebreid met een bescheiden Récit.
Tijdens een vakantie in Occitanië leerde Bunt dit instrument, een vroege, nog ietwat ongepolijste versie van het Franse klassieke orgel, kennen. Hij raakte er zo door gefascineerd, dat hij hier zijn eerste orgel-cd heeft gemaakt. Daarop laat hij horen wat in Rodez prima past: muziek van Bach en van Clérambault.
Clérambault
Van Clérambault komen diens beide Suites tot klinken. Bunt voert ze, voorzien van vele versieringen, met verve uit. Mooi is hoe hij het Duo, Trio, en Basse de Trompette uit de Eerste Suite, als een crescendo laat horen: in de rechterhand gaat het van 8+3, via 8+4+3 naar een ‘Jeu de Tierce’ (8+4+3+2+13/5), in de linkerhand van Vox Humana, via Kromhoorn naar de Trompet.
De erop volgende Dialogue, tussen Kromhoorn en Cornet, wordt er extra indrukwekkend door. Wel is het jammer dat Bunt in deze dialoog de melodieën niet breder uitsmeert. Hetzelfde geldt voor het Récit de Nasard uit Tweede Suite. Door te spelen alsof je een verhaal vertelt, zoals Aude Schumacher in Lunéville of Jan van de Laar in Helmond, zouden deze Récits aantrekkelijker geworden zijn.
Bach
Op Bunts cd wordt de muziek van Clérambault omlijst en onderbroken door die van Bach. Zoals het Pièce d’orgue: een stuk dat op het orgel van Rodez prima klinkt en door Bunt prachtig wordt uitgevoerd. In het ‘Très vitement’ laat hij echo’s horen tussen 8+4+1½ en 8+4+1, die zo onregelmatig zijn dat Bachs klankenslinger als het ware ‘waaien’ gaat. Heel bijzonder!
Jammer is dat in het erop volgende ‘Gravement’ de pedaaltrompet het mixturenkoor enigszins overstemt. Maar ja, dat kun je bij zulke flamboyante Fransozen verwachten. Aangenaam is in elk geval dat Bunt in maat 94, door een extra fis, de lage BB laat horen; en dat hij het orgelpunt aan het eind, door tweestemmig pedaalspel extra indrukwekkend maakt.
De Canonische Veränderungen voert Bunt uit in de aanvankelijk door Bach aangegeven volgorde. Daar is niks mis mee: het stuk eindigt dan met het canonische hoogtepunt en met een stevig slotakkoord. Ook met Bunts vertolking is niets mis: technisch gezien is die dik in orde; maar door ingetogener te spelen en het orgel meer ruimte te geven om uit te klinken, zou de muziek aan zeggingskracht hebben gewonnen; de derde variatie zou daardoor vervoerend, misschien wel ætherisch geworden zijn.
Vrolijk
Het Trio in A over ‘Allein Gott in der Höh’ (BWV 664) wordt door Bunt eveneens voortvarend ten gehore gebracht. Hij speelt het een tikkeltje trager dan Reitze Smits in Den Haag. Ik denk dat het nog wel een tandje lager kan: er ontstaat dan meer ruimte om met ritme te spelen en het stuk in een mooie cadans te brengen, zoals een vorige generatie organisten dat deed (Matter, Winsemius).
Ook In Dir ist Freude voert Bunt in een stevig tempo uit. Weliswaar kunnen de tongwerken die hij opentrekt dit tempo prima aan. Maar door meer breedte, had ook deze koraalbewerking aan zeggingskracht gewonnen.
Prachtig daarentegen klinkt Bachs Aria in F. Dit stuk, een bewerking van een Trio uit de Suite ‘l’Impériale’ van Couperin, past prima bij dit ‘joyeuze’ instrument, en danst, dankzij Bunts uitstekende pedaalspel, alle kanten op. Daar word je vrolijk van!
Maurits Bunt – Bach & Clérambault
Bach: Pièce d’orgue BWV 572, Aria in F BWV 587, In dir ist Freude BWV 615, Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 664, Canonische Veränderungen ‘Vom Himmel hoch, da komm ich her’ BWV 769a; Clérambault: Suite du première ton, Suite du deuxième ton
Maurits Bunt, Cathédrale Notre-Dame, Rodez (F)
Regis – REG271022, TT 68’27, prijs € 18,50 | mauritsbunt.nl