Het lijkt moeilijk om een persoonlijk stempel op een uitvoering van orgelwerken van Messiaen te zetten, omdat veel parameters al vastliggen: noten, registraties, tempoaanduidingen. Messiaen heeft zelfs de vingerzettingen helemaal uitgeschreven in zijn partituren.
Je zou zeggen: ‘Speel gewoon wat er staat, dan ben je al een heel eind’. De grootste uitdaging lijkt dat ook om al die noten in de vingers te krijgen. Vooral bij Messiaens laatste orgelwerk, het boek van het heilig sacrament, heb je je handen daar al meer dan vol aan, al was het alleen omdat het uit maar liefst achttien delen bestaat.
Verschillen
Toch blijken er tussen de verschillende uitvoeringen van dit werk wel degelijk behoorlijk grote verschillen te kunnen bestaan. Allereerst omdat Messiaens tempoaanduidingen niet voorzien zijn van metronoomcijfers. Wat is dan ‘très modéré, un peu lent’? Verder zijn Messiaens registratieaanduidingen gedacht voor zijn eigen orgel in de Sainte-Trinité in Parijs.
Bij uitvoeringen elders zul die aanduidingen dus moeten vertalen, zelfs als het orgel dat je bespeelt over de registers beschikt die Messiaen voorschrijft. Want die registers kunnen heel anders klinken. Bovendien doet de ruimte ook mee. Er komt dus meer affiniteit met Messiaens klankwereld bij kijken dan je in eerste instantie zou zeggen.
Aantrekkelijk
Loïc Mallié heeft het voordeel dat hij het Livre du Saint Sacrement uitvoert op Messiaens eigen orgel en de door Messiaen voorgeschreven registraties gewoon kan volgen. Dat maakt deze uitvoering meteen erg aantrekkelijk. Misschien heb je als liefhebber Messiaens eigen uitvoering van zijn orgelwerken op de plank staan. Maar die loopt tot en met het Livre d’Orgue (uit 1951).
Van zijn beide laatste grote werken, de Méditations sur le mystère de la Sainte Trinité (uit 1969) en het Livre du Saint Sacrement (uit 1984) zijn geen uitvoeringen ‘par luie même’ bewaard gebleven. Je zou zeggen dat deze uitvoering van dat laatste werk door zijn leerling en opvolger Loïc Mallié daarbij in de buurt zou moeten kunnen komen.
Vlot
Toch is dat nog maar de vraag. Want Mallié geeft een nogal vlotte uitvoering van dit reusachtige werk. Ter vergelijking: Willem Tanke heeft voor zijn uitvoering precies twee uur nodig. Loïc Mallié’s uitvoering is meer dan twintig minuten korter.
Nu zegt dat niet alles, maar het is in elk geval helder dat hij een totaal andere opvatting van ‘modéré’ en ‘lent’ heeft dan Tanke. Om een voorbeeld te geven: het derde deel, ‘Le Dieu caché’ (de verborgen God), duurt bij Mallié slechts 4’34 (tegen 9’40 bij Tanke). Dan is in elk geval duidelijk dat Tanke meer tijd neemt voor het mysterie. Bij Mallié ontbreekt de hemelse rust die Messiaen in zijn soms extreem langzame delen wil bereiken.
Niet altijd is Mallié zo vlot. Zijn uitvoering van ‘La joie de la grâce’ (de vreugde van de genade) is juist weer aan de langzame kant. Dat doet dit stuk geen goed, omdat het geheel uit vogelgezang bestaat. Daarvoor is Mallié’s uitvoering alleen weer niet lichtvoetig genoeg voor.
Ook gaat Mallie soms nogal vrij om met de door Messiaen genoteerde ritmen. Al meteen in het eerste deel gaan de subtiele verlengingen die de componist zijn noten soms meegeeft verloren. Had de uitvoerder voor langzamer tempi gekozen, dan zou dat niet opvallen. Maar nu doet het dat wel.
Toegankelijker
Blijft staan dat ook in deze uitvoering dit laatste orgelwerk van Messiaen imponeert en ontroert. Voor wie nog niet met Messiaens orgelwerken bekend zijn, zou het een goede kennismaking kunnen zijn. Messiaen keert in dit werkt terug naar het idioom dat hij in zijn eerste werken hanteerde, dat toegankelijker is dan werken als Livre d’Orgue en Méditations sur le mystère de la Sainte Trinité.
Toch klinkt ook die Messiaen soms nog wel na. Bijvoorbeeld in deel 12, over de transsubstantiatie (de verandering van brood en wijn in het echte lichaam en bloed van de Heer). Daarin komen passages voor die doen denken aan het eerste ‘Pièce en trio’ uit Livre d’Orgue.
De Messiaen van toccata’s als ‘Dieu parmi nous’ en ‘Transport de joie’ keert terug in het grandioze deel 13, over de twee muren van water waar het volk Israël tussendoor trok toen het uit Egypte was getrokken en de farao met zijn legers hun op de hielen zat. Je hoort het water tot stilstand komen, maar ook hoe die dam van water weer instort als Israël de overkant bereikt heeft.
Ook de delen over de duisternis op Golgota, de opstanding van Christus en zijn verschijning aan Maria Magdalena zijn prachtige werken. Daarin maakt Messiaen gebruik van muzikaal alfabet. Dat heeft iets merkwaardigs. Want je kunt niet horen dat Jezus tegen Maria zegt dat Hij opvaart ‘naar mijn God en jullie, naar mijn Vader en jullie Vader’. Daar komt je pas achter als je meeleest. Maar fascinerende muziek levert het wel op.
Improvisatie
De tweede cd besluit met een improvisatie. Daarin gaan alle bekende Franse trukendozen open. Wie daarvan houdt, zal er erg van kunnen genieten. Loïc Mallié’s orgelgebruik is in elk geval fenomenaal. De vulstemmen die onder Messiaen zijn toegevoegd en waarvan Mallié in het boekje wel terecht zegt dat ze niet het meest geslaagde deel van het orgel zijn, klinken dan ineens toch erg mooi.
Olivier Messiaen – Livre du Saint Sacrement
CD 1: Adoro te; La Source de Vie; Le Dieu caché; Acte de Foi; Puer natus est nobis; La manne et le Pain de Vie; Les ressuscités et la lumière de Vie; Institution de l’Eucharistie; Les ténèbres; La Résurrection du Christ; L’apparition du Christ ressuscité à Marie-Madeleine.
CD 2: La Transsubstantiation; Les deux murailles d’eau; Prière avant la communion; La joie de la grâce; Prière après la communion; La Présence multipliée; Offrande et Alleluia final; Loïc Mallié: Improvisation
Loïc Mallié, Cavaillé-Coll/Beuchet-Debierre-orgel, Eglise de la Sainte-Trinité, Parijs
Editions Hortus – Hortus 234-235, TT 55’38 + 61’49, opname juli 2023, booklet 20 pp. (FR/EN), prijs € 19,00 | Editions Hortus