Op zaterdag 8 december 1973 is het hoofdorgel van de Grote of Sint Laurenskerk te Rotterdam in gebruik genomen. Johann Th. Lemckert speelde. Op maandag 10 december opende Lemckert een serie die de gehele week zou duren, en waarin ook Albert de Klerk, Peter Planyavsky, Arie J. Keijzer en Marie-Claire Alain optraden.
Lemckert eindigde zijn concert toen met Dieu parmi nous van Olivier Messiaen. De Klerk speelde uitsluitend Franck, Marie onder andere werken van haar broer Jéhan. Nadien verscheen een grammofoonplaat met de hoogtepunten van deze concerten – waaronder een improvisatie over Psalm 150 van Keijzer!
Februari 1974 verscheen een nummer van Het Orgel waarin een artikel stond over ‘Het nieuwe hoofdorgel van de Sint Laurenskerk’ van de hand van ene jj. Die bescheiden letters stonden voor Jan Jongepier, de toenmalige hoofdredacteur van Het Orgel. Hij beoordeelde het klinkende resultaat als ‘niet op alle punten overtuigend’.
De verleiding is groot om uit dit artikel uitgebreid te citeren. Enkele aardigheden: ‘… dit instrument kon uit vrijwel onbeperkte middelen tot stand worden gebracht … ’ En: ‘Bij alle genoemde getallen omtrent dit orgel mag tenslotte niet onvermeld blijven, dat het aantal registerknoppen precies 100 bedraagt.’
Maar na deze nog vriendelijke woorden werd ‘jj’ allengs toch kritischer: ‘Hoe kan het toch waar zijn, vraagt men zich af, dat men ongestraft zo veel elementen uit totaal verschillende tradities kan verenigen tot één groot instrument, zonder dat daarbij de homogeniteit in het geding is? Is dit niet alleen mogelijk bij de gratie van de kleurloosheid van het geheel, en het afzwakken van geïmporteerde elementen?’ zo vroeg orgelkenner jj zich af.
Toch bleef ook bij Jongepier waardering voor allerlei facetten van de Rotterdamse orgelreus. Waardering voor onder andere de fluiten van het Borstwerk en het Pedaal, hoewel ‘jj’ meteen aantekende: ‘Bij de tongwerken mist jammer genoeg de Bazuin 32 voet de belijning, die z’n Haarlemse collega wel bezit!’
De kostelijke anekdote waarmee Jan Jongepier zijn artikel eindigde geef ik graag in z’n geheel door:
Niet alle weekends gingen de Deense orgelmakers naar huis. Op een zondagmorgen bezochten enkelen van hen de Deense zeemanskerk. Na afloop van de dienst werd er koffie gedronken. De predikant kwam op hen toe, en vroeg: ‘Ah, von welchem Schiff sind Sie?’ waarop een van de orgelmakers antwoordde: ‘Wir sind vom Hauptschiff Sankt Laurens!’
Wij zijn nu bijna een halve eeuw verder. Het Hoofdorgel is niet meer weg te denken uit het Hollandse orgelpanthéon. Het orgel is milder en meer homogeen geworden en datzelfde geldt ook voor de waardering van kenners. Het Marcussen-orgel is toch een karaktervol instrument dat als ‘kathedraalorgel’ op Europees niveau een eigen plaats heeft. Een orgel met gratie en grandeur, zeker onder de handen van een kunstenaar als Boerema.
Hayo Boerema heeft al weer volume IV van zijn vermaarde Messiaen-reeks uitgebracht, deze keer met Méditations sur le mystère de la Sainte Trinité. Aan deze delen liggen improvisaties van Messiaen ten grondslag, maar ook preken over ‘de heilige Drievuldigheid’ door de Monseigneur Charles in de Sacré Coeur en de Summa Theologiae van Thomas van Aquino; een groot middeleeuws scholastisch werk dat de gelovige Messiaen geheel had gelezen! De Duitse organiste Almut Rößler (haar naam is niet correct gespeld in het overigens zeer verzorgde en fraaie boekje) verzorgde de Europese première in 1972 in Düsseldorf. Op een twintigste-eeuws instrument … en de componist was zeer tevreden.
In de pers zijn de opnamen van Hayo Boerema (met onder andere Bach, Vierne, Widor, Alain, Duruflé) zeer lovend ontvangen. De monumentale orgelkunst van Messiaen doet het werkelijk fantastisch op het monumentale orgel van de Rotterdamse Laurens. Dit deeltje bezorgde mij de sensatie dat Hayo Boerema zijn eerdere Messiaen-delen zelfs nog overtreft. Nooit eerder hoorde ik La Sainteté de Jésus Christ zó indrukwekkend! Wat mij betreft hebben we met deze integrale een reference edition van Messiaens orgelwerk in handen. Hayo besluit met een in alle opzichten passende improvisatie.
Toch nog één keer ‘jj’: ‘De kritiek moet vooral worden gezien in het raam van het ontzag voor de conceptie, tot in de kleinste details, van een dergelijk monumentaal instrument.’
Een ontzagwekkend orgel, ontzagwekkend mooi vastgelegd in Messiaen IV van Hayo Boerema!
Olivier Messiaen – Volume IV
Méditations sur le Mystère de la Sainte Trinité
Hayo Boerema
Méditations sur le Mystère de la Sainte Trinité(1932) (Messiaen); Improvisation: Le Loi et l’Amour (Boerema)
HAYO, HAYO197209, TT 79’10, booklet 32 p. (NE/EN), prijs € 18,50 | hayoboerema.com