Van Olivier Vernet is weer een nieuwe cd verschenen. Dat is een nuchtere constatering, want Vernet behoort tot de ‘top-producers’ onder de organisten. Het booklet vertelt vol trots dat hij er reeds 90 heeft volgespeeld. Deze productie komt van zijn gloednieuwe orgel in de Kathedraal van Monaco.
In december 2011 heeft de Belgische bouwer Dominique Thomas hier een groot vierklaviers instrument afgeleverd. Het jaar daarop heeft Vernet de klank van het instrument reeds op twee cd’s vastgelegd. Op de eerste cd klinkt een breed repertoire van De Grigny en Hanff tot en met Denis Bédard. Daarmee is ook meteen een eerste karakterschets van het orgel gegeven: een instrument waar een breed orgelrepertoire op tot klinken kan worden gebracht. Thomas bouwde het instrument voor een groot deel op uit pijpwerk uit het vorige orgel (Jean-Loup Boisseau, 1975). Inclusief twee chamades telt het 77 stemmen. De eigentijdse kast is een lust voor het oog.
Op deze cd speelt Oliver Vernet de twee grote sonates waarmee Guilmant zijn meeste roem mee heeft behaald. Getuige het booklet is dat ook de reden voor Vernet om juist deze twee op te nemen. Ik vermoed dan ook dat hij het voorlopig bij deze twee sonates zal laten.
De eerste sonate wordt direct stevig neergezet waarbij de chamades er in de openingsmaten nog een extra schepje bovenop doen. Die staan trouwens mooi bovenop het overige volle werk. Vanaf de eerste maten valt op dat Oliver Vernet met een grote technische perfectie speelt. Hij heeft veel oog voor detail en speelt met veel transparantie zodat bijna iedere noot is te volgen. Dat heeft dan ook wel zijn keerzijde, met name de eerste twee delen missen de emotie die deze muziek nodig heeft. Wellicht komt dat ook deels door abstracte intonatie van het instrument zelf. Met name in het tweede deel komt dat aan het licht als de toch wat zakelijk klinkende tongwerken met mooie fluiten en strijkers het herderslied spelen. Toch heeft het orgel wel alles in huis wat Guilmant nodig heeft, zelfs tot een mooi mengende 32 voet voor de slotmaten van de Pastorale. Het slotdeel vervolgens is een groot feest, waarin Guilmant, Vernet en Thomas een geweldig samenspel leveren.
Het Ave Maria uit L’Organiste liturgiste, Opus 65 is een mooi bezinnend intermezzo tussen de beide sonates in. Een fraai voorbeeld van de liturgische muziek van Guilmant
De vijfde sonate is voor mij persoonlijk wel het beste werk van Guilmant. Een grootse sonate waarin hij zich zowel qua structuur als techniek van zijn beste kant laat zien; mooi geschreven met veel gevoel voor dramatiek. Het eerste deel wordt door Vernet strak in de maat gespeeld, wat mij betreft iets te strak, waardoor het ook hier weer wat zakelijk wordt. Luister ter vergelijking naar de opnamen die Peter Eilander enkele jaren geleden in Rouen maakte. Daarin merk je dat Eilander zich meer ritmische vrijheden veroorlooft, waarmee de muziek wel de grandeur krijgt die Guilmant nodig heeft. In het Adagio horen we fluiten en strijkers opnieuw mooi soleren. Zeker in de kleine registraties hoor je in Monaco fraaie klanken. Zowel het daaropvolgend Scherzo als het Choral et fugue worden in een stevig tempo neergezet. Iets té snel.
Vernet etaleert met deze cd het nieuwe opus van Thomas in een mooi programma en toont hier weer zijn grote technische perfectie en virtuositeit. Hoewel je wat emotie mist die deze romantische muziek nodig heeft, valt er desondanks veel te genieten. Hopelijk zal er nog vaker iets van Vernet uit Monaco te horen zijn.
Alexandre Guilmant – Olivier Vernet
Sonate n° 1 opus 42 | Sonate n° 5 opus 80
Orgue Thomas de la Cathédrale de Monaco
Sonate No. 1, op. 42; Sonate No. 5, op. 80; Ave Maria op. 65 (Guilmant)
Label: Ligia
Nummer: Lidi 0104254-13
Speelduur: 59’50
Booklet: FR/EN
Prijs: € 22,75
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]