Organisten, of het nu amateurs of professionals zijn, zijn niet te stuiten ontdekkingsreizigers. Bij het zien van een kerktoren is de vraag ‘wat staat daar?’ onvermijdelijk. Een kerk kan niet gepasseerd worden zonder te voelen of de deur open is. Als dat het geval is, gaan ze naar binnen om meteen verwachtingsvol ‘naar boven’ te kijken.
Helemaal spannend wordt het als de verkenning uitgevoerd wordt in verre, vakantieachtige streken, ver van de bewoonde wereld in afgelegen, nog niet geïndustrialiseerde oorden waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Zo ging klavierspeler en organist Arnaud de Pasquale nieuwsgierig op ontdekkingsreis met een opnameteam van Harmonia Mundi voor de eerste aflevering van een nieuwe serie ‘wereldorgels’ en kwam hij op Sicilië terecht.
Met de voorliggende cd nodigt hij ons uit om mee op ontdekkingsreis te gaan. Hij maakte een zorgvuldige selectie van zes goed bewaarde oude orgels, in ouderdom variërend van de Renaissance tot het einde van de achttiende eeuw.
Napolitaanse invloed
De muziek die De Pasquale uitkoos is een mooie selectie van Zuid-Italiaanse muziek waarin de Napolitaanse invloed op Sicilië doorklinkt. Opvallend is dat liturgisch orgelrepertoire hierin geen grote rol speelt. Het koninkrijk Napels was enige tijd in Spaans bezit; muziek uit Spanje had daarom ook niet mogen ontbreken maar dat doet het wel. In z’n totaliteit heeft De Pasquale echter uniek en vrijwel onbekend repertoire onthuld en op daarvoor ideale instrumenten op de plaat gezet.
Alle orgels zijn ooit gerestaureerd, maar het mooie is dat ze helemaal niet klinken als een gerestaureerd orgel, perfect, glad en opgepoetst, zoals in Nederland de laatste tijd helaas nogal eens het geval is. In tegendeel, de levendigheid en het kleurrijke palet die vooral tot uiting komen in de aanspraak van de pijpen zijn opvallend. De plena ruisen zilverachtig en sommige prestanten strijken mystiek. Dit zijn natuurlijke en authentieke orgelklanken; de magie en charme van een oude orgelklank is er nog!
Even wennen maar heel fraai is de karakteristieke middentoonvariant in Castelbuono waar niet de grote maar de kleine tertsen zuiver zijn.
Temperament
Zoals wel meer klavecinisten die achter een orgel plaatsnemen speelt De Pasquale voortvarend en geanimeerd. Dit enthousiasme past goed bij het rappe Italiaanse temperament van het klankidioom. Bij ritmische stukken zoals dansen werkt dat uitstekend, maar het gaat elders ten koste van rust en subtiliteit. Dan krijgt daardoor de orgelklank niet de ruimte om zich te ontplooien op plaatsen waar dat wel zou moeten.
Waar twee orgels zijn speelt een tweede organist mee en klinkt meerkorigheid.
Openbaring
In de oude tijden was de organist omringd door zangers en instrumentalisten op het orgelbalkon. Deze traditie laat De Pasquale verrassend herleven in stukken waarbij een sopraan, een zink en een violist meewerken. Deze gedeelten van de cd zijn niets minder dan een openbaring en een feest!
Het is wonderlijk en ronduit spectaculair hoe zowel de timbres van stem en instrumenten als de virtuositeit en textuur van de muziek samenklinken en versmelten met de orgelklank.
Kloek
In het kloeke boekje staat een tekst over ‘de pracht van Zuid-Italiaanse orgelkunst tussen traditie en vernieuwing’ van de Italiaanse musicoloog Dinko Fabris. Fabris heeft er zoveel informatie in willen stoppen dat zijn tekst wat te onoverzichtelijk is geworden.
De informatie over de bespeelde orgels is gedetailleerd maar ook summier. Zo krijgen we de houtsoort van de boventoetsen te weten maar niet of bij de stukken de windmotor draait of dat de balgen met de hand bediend worden. Gebruikte registraties, essentieel om een orgel goed te leren kennen, ontbreken ook. Enige uitleg bij de disposities had evenmin mogen ontbreken want je moet echt geïnformeerd zijn dat het Italiaanse orgel alleen prestanten heeft en dat voetmaten zijn vervangen door intervallen.
De volgende ontdekkingsreis van gids De Pasquale naar wereldorgels zal naar Mexico gaan. Dit muzikale verslag van zijn tocht naar Sicilië geeft alvast alle reden om daar nieuwsgierig naar uit te zien.
Orgues de Sicile – Organs of the World, Vol. 1
Cavazzoni: Recercada; Madame vous aves mon cuor; Vinci: Il gambaro con denaretto; Vinci; Valente: Ballo lombarso; Anonimo: Pavan; De Macque: Seconde stravaganze; Valente: Fantasia in modo I; Bascia flammigna; Il Verso: Cuntrapunto Babilonia; Rodio: Ricercada quinta; Raval: Ricercar; Il primo libro di ricercari a quatro voci cantabili: Da pacem Domine; Storace: Follia; D’India: O gioia de’mortali; Forse avverrà; Montalbano: Sinfonia seconda; Pasquini: Toccata IV; B.D.H.P.; Toccata III; Trabaci: Canzona franzesa seconda; Marenzio: A 10 voci, Madrigali: Basti fin qui le pen’e i duri affanni; Palestrina: Tota pulchra es; Gallo: Dixit Dominus; Frescobaldi: Canzon quarta a due canti; Strozzi: Corrente; Toccata de Passacagli.
Arnaud de Pasquale, historische orgels Castelbuono (anoniem, 1547), Alcara Li Fusi (Giuseppe Speradeo, 1666), Noto (Paolo Grimaldi, 1726), Ficarra (Annibale Lo Bianco, 1714), Regalbuto (Donato Del Piano, 1775-1782 & anoniem, 8e eeuw; Perrine Devillers (sopraan), Jérôme Van Waerbeke (viool), Sarah Dubus en Camille Frachet (zink), François Guerrier (2e orgel).
Harmonia Mundi – HMM905331, TT 80’17; opname 10-11/2020, booklet 47 p., FR/EN | harmoniamundi.com