Het overkomt orgelliefhebbers niet zo vaak meer dat ze voor een orgelconcert in de rij staan om binnen te komen. De liefhebbers van Feike Asma en Piet van Egmond waren na de Tweede Wereldoorlog amper anders gewend. Dat ze ons al zo’n veertig jaar geleden ontvielen doet je opnieuw beseffen dat de tijd vliegt. Vergeten zijn we ze niet, al heb ik wel het idee dat de schare Asma-fans groter bleef dan die van Van Egmond.
Het ‘Van Egmond-kamp’ verloor in korte tijd drie bekende liefhebbers. Teke Bijlsma en Carel Chr. Schulz – beiden overleden ze dit jaar – improviseerden graag in de stijl die we van Van Egmond gewend waren en begin 2022 nam de orgelwereld afscheid van Gerco Schaap, die met de Stichting Piet van Egmond Documentatiecentrum de herinneringen aan deze opmerkelijke muzikant levend hield.
De nieuwste uitgave van deze stichting, die haar werkzaamheden gelukkig continueert, werd nog door Gerco Schaap samengesteld.
Archief
Voor opnames van Van Egmond zijn er in ieder geval drie bronnen te raadplegen. Hij nam veel lp’s op, maar ik herinner me nog dat Gerco Schaap tegen me zei dat vrijwel geen enkele EMI-lp van Van Egmond een goede opname bevat, ook al praten we hier over een label van formaat.
De tweede bron komt bij Van Egmond zelf vandaan, die het maken van geluidsopnames als een grote hobby zag en dus een flink archief aanlegde. En de radio nam Van Egmond regelmatig op. Deze cd bevat opnames van de NCRV van tussen 1959 en 1968. Allemaal opgenomen op het in 1982 ontmantelde orgel van de Prinsessekerk te Amsterdam, een orgel met net zo’n eigenzinnig karakter.
Lichtvoetigheid
Wat heeft die honderden er destijds toe gebracht om telkens weer in de rij te staan voor Van Egmond? Wat zeker aangesproken zal hebben is de lichtvoetigheid waarmee werd gespeeld. Het was en bleef kenmerkend voor zijn spel en veel van de (her)uitgebrachte opnames onderstrepen dat beeld.
Ten eerste omdat muziek gekozen wordt die als licht-klassiek kan worden gekenschetst en omdat Van Egmond die muziek zeer regelmatig vertolkt op het Steinmeyer-orgel van de Prinsessekerk en daarbij de frivole kant van dat orgel maar wat graag liet horen, alsof het hem niet leek uit te maken om op een kerkorgel te spelen, of het BBC Theatre Organ van Moller.
Bij de opnames van de orgelwerken van De Vries en Driffill krijg je soms het idee dat je eerder een Würlitzer dan een Steinmeyer hoort. Je kunt dat afschuwelijk vinden, maar het was toch het handelsmerk van Van Egmond en niet geheel zonder charme. De speelvreugde spat er vanaf en dat is een groot goed!
Dat de lichtvoetige Van Egmond vaak voor het voetlicht verscheen doet hem niet altijd recht, want hij was meer dan een ‘Classic-FM-organist’. Gelukkig komen we op deze cd ook een andere Van Egmond tegen die daarbij minder stereotype kanten van zijn orgel laat horen.
Dat blijkt vooral uit de opnames van Vierne, Händel en Bach. Van Egmond maakte mij met zijn opname van de derde Triosonate van Bach, vanuit Zwolle, verliefd op die zes kostbare juwelen van de Thomascantor en wat is het daarom bijzonder om op deze cd nu de eerste triosonate vertolkt te horen. We zijn intussen andere interpretaties en tempi gewend, maar toch.
‘Meer dan er maar wat vrolijk op los fantaseren’
En vallen de improvisaties van Piet van Egmond nogal eens onder de categorie ‘dertien in een dozijn’, op deze cd verraste Van Egmond mij keer op keer. De laatste improvisatie op deze cd is een beetje wat we gewend zijn, maar bij ‘Ruis, o Godsstroom der Genade’ hoor je direct over hoeveel laatjes de muzikale kast van Van Egmond beschikte.
Dan overstijgt hij duidelijk het niveau van het ‘er maar wat vrolijk op los fantaseren’, met een trompetje hier en een klokje daar. En halverwege ‘Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht’ trakteert hij ons zelfs op een fuga.
Erfenis
Het aantal Asma-herdenkingen in ons land is groter dan concerten rond Van Egmond. Dat is begrijpelijk, want de erfenis van deze veelzijdige musicus voelt anno nu gedateerd aan en het aantal Van Egmond-adepten is schaars geworden. Met het verlies van Gerco Schaap had de aandacht voor Piet van Egmond wel eens een flinke duik kunnen maken, maar met zijn laatste samengestelde en onlangs uitgebrachte cd lijkt dat idee van de baan.
Van Egmond verdient, zoals één van zijn lp’s destijds liet zien, ‘ruim baan!’ Zeker gezien het ongekend brede muzikale palet van deze eigenzinnige kunstenmaker. Hij verdient het au sérieux genomen te worden! Om die serieuze aandacht te onderstrepen had ik deze cd wel van een gedegen booklet voorzien, in plaats van dit gevouwen inlegvelletje.
Vindingrijkheid
Deze cd belicht een kant van Piet van Egmond die, wat mij betreft, meer voor het voetlicht gebracht mag worden, waarbij ik de stichting, die zijn naam draagt, van harte de daartoe benodigde energie en vindingrijkheid toewens.
[historische opname]
Piet van Egmond Steinmeyer-orgel Prinsessekerk Amsterdam
Best: Festival Overture in B; Vierne: Scherzetto; Smart: Postlude in C; Händel/Best: Orgelconcert in Bes opus 4/2; Bach: Triosonate nr. 1 in Es BWV 525; Franck: Cantabile; Lemmens: Marche Triomphale; Arne: A Maggot; Driffill: Toccata; De Vries: Lento; Van Egmond: Improvisaties ‘Ruis, o Godsstroom der Genade’, ‘Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht’ en ‘God roept ons, broeders, tot de daad’.
Stichting Piet van Egmond Documentatiecentrum – TT 73’07, booklet 4 p. (NL), prijs € 15 | pietvanegmond.nl