Aan het voorkantje van de cd zie je niet meteen dat het om een orgel-cd gaat. Sigfrid’s Unbeaten Tracks staat in oranje letters geschreven in de blauwe licht boven een kaal berglandschap. Heel even denk ik: Zou Orgelnieuws me per ongeluk een pop-cd hebben opgestuurd?
Maar nee. Ik lees de kleine lettertjes op het boekje. Het gaat om muziek van de Duitse componist Sigfrid Karg-Elert (1877-1933). Hij schreef veel muziek voor het kunstharmonium. Dat waren niet alleen kleine stukjes, maar ook zeer grote werken. Zijn Zweite Sonate (Op. 46) uit 1913 bijvoorbeeld is een driedelig werk dat meer dan veertig minuten duurt. Karg-Elert maakt daar zelf een transcriptie voor orgel van, die hij uitvoerde tijdens een concert in 1931.
Van harmoniumwerk naar groots orgelwerk
Het manuscript bleef onuitgegeven. Pas vijf jaar na zijn dood bracht uitgever Hinrichsen het werk uit. Een medewerker van de uitgeverij erkende in 1981 dat er in 1938 flinke veranderingen in het werk waren aangebracht. Jammer genoeg is Karg-Elerts origineel niet bewaard gebleven – het oorspronkelijke harmoniumwerk hebben we gelukkig nog wel.
De Engelse organist Graham Barber kon niet verdragen dat Karg-Elerts echte orgeltranscriptie er niet meer was en maakte daarom een nieuwe bewerking voor groot orgel. Het resultaat dan ook is een groots orgelwerk. Je kunt je eigenlijk niet voorstellen dat er een harmoniumwerk aan ten grondslag heeft gelegen. Ik ben nieuwsgierig hoe dat dan klinkt.
De Zweite Sonate heeft drie grote delen: een Enharmonische Fantasie en Dubbelfuga over B-A-C-H, een Canzona en een vijftien minuten durende Toccata. Naast het B-A-C-H-thema, dat ook in de andere delen van de Tweede Sonate klinkt, is er nog een thema dat steeds weer opduikt: het paaskoraal ‘Jezus is mijn toeverlaat’. Het resultaat is echte Karg-Elert-muziek: grillige modern klinkende passages (de componist qua harmonieën en ideeën was zijn tijd vooruit) en verstilde momenten wisselen elkaar af.
Sankt Pauluskirche
Arrangeur Graham Barber speelt de transcriptie zelf. Hij is daarvoor naar de Sankt Pauluskirche in de Duitse stad Ulm afgereisd. Die kerk is een ongewoon en opvallend bouwwerk in Romaans-Jugendstil-stijl uit 1908-1910. Het gebouw staat bekend om zijn goede akoestiek. Het Link/Gaida-orgel – opgesteld in de grote ronde toren die met de kerkruimte is verbonden – is het ideale instrument voor de muziek van Karg-Elert en tevens het wonderlijkste orgel dat ik ken.
Het heeft vier klavieren, 86 (basis)stemmen en een veelvoud aan transmissies en koppels. Het begrip kleurdoos is hier een eufemisme. De vier divisies van het orgel zijn groot. Het Hoofwerk heeft bijvoorbeeld al 38 registers, waaronder drie 32-voeters (Contraviolon, Bourdon en Contraposaune). Het pedaal heeft er vijf. Ook op de twee zwelwerken en het solo-manuaal van het orgel bevinden zich eveneens 32’ers. Overigens zijn die 32-voetsregisters op de manualen niet echt vreemd: Duitse harmoniums hebben vaak een 32’ in de discant.
In eerste aanleg is het instrument een Link-orgel uit 1910 – het ingebruiknamejaar van de kerk. Daarna vergrootte en verbouwde Link het instrument een paar keer. In 2015 renoveerde orgelmaker Thomas Gaida het instrument en breidde het uit tot zijn huidige reuzengedaante. De speeltafel die op een galerij onder het orgel staat, heeft meer dan 320 registerknopjes. De dispositie van het orgel beslaat twee volle pagina’s in het cd-boekje. Smullen voor de liefhebber. (Informatie over kerk en orgel én de dispositie staat op Wikipedia.)
Oren op steeltjes
Meteen bij de eerste tonen van deze cd had al ik oren op steeltjes. Wat hoor ik? Is het een orgel? Een harmonium? Speelt iemand op een klarinet mee?
De cd opent met zes delen uit de portrettenreeks opus 101. Karg-Elert maakte muzikale portretten van medecomponisten door hun stijl te na te doen. Het eerste werk op de cd is het Quasi Concertino per Clarinetto solo (Alla Weber). Karg-Elert imiteert daarin de componeerkunst van Carl Maria von Weber. Het klarinetregister van het orgel is zo levensecht geïntoneerd, dat je werkelijk denkt een echte klarinet te horen. Prachtig geïntoneerd door Link en Gaida en effectvol gespeeld door Graham Barber. Humoristisch is het deeltje Am Hardanger Fjord, waarin Karg-Elert zijn vriend en collega Edward Grieg op trefzekere wijze nadoet.
Niet gauw uitgeluisterd
De muziek van Karg-Elert is zo veelzijdig en diepzinnig, het orgel zo bijzonder en het spel van Graham Barber zo overrompelend én overtuigend dat je niet gauw uitgeluisterd raakt op deze cd.
Sigfrid’s Unbeaten Tracks
Graham Barber plays a trancription of Sigfrid Karg-Elert’s Harmonium Sonata Op. 46 on the Link/Gaida organ of St. Pauluskirche, Ulm (first recording).
From Portraits, op. 101: Quasi Concertino per Clarinetto (Alla Weber) (No. 12), Impromptu interrompu (Alla Chopin) (No. 14), Vorspiel zu einem Drama (Alla R. Wagner) (No. 18), Frauengunst (Alla J. Strauss) (No. 19), Am Hardinger Fjord (Alla Grieg) (No. 25); Second Sonata op. 46.: I. Enharmonic Fantasie and Double Fugue (B-A-C-H), II. Canzona, III. Toccata.
Fugue State Records – FSRCD016, TT 70’53, opname 09/2018. Prijs £ 14,50 | fuguestatefilms.co.uk