Requiem – trombone | organ

cd requiem organ trombone fink lehnen

‘Tuba mirum spargens sonum per sepulcra regionum, Coget omnes ante thronum.’ Dat zijn woorden uit het ‘Dies Irae’ uit de Dodenmis. Ze gaan over de bazuin die op de jongste dag over de graven zal klinken om de doden te ontbieden voor het Laatste Oordeel.

Text Example

advertentie



Die woorden hebben requiem-componisten geïnspireerd tot het schrijven van schilderachtig koperklanken, variërend van onheilspellende fanfares bij Verdi tot erupties van kopergeweld bij Berlioz. Het meest indrukwekkend klinken de bazuinen wellicht, met ‘aardbevingen’ van het slagwerk eronder, in Brittens War Requiem.

De ‘tuba’ die een ‘wonderlijk geluid’ laat horen, is stellig een bron van inspiratie voor de trombonist Hansjörg Fink. Samen met Elmar Lehnen, de organist van de Basiliek in Kevelaer, maakte hij een cd waarop een gregoriaanse requiemmis voor trombone en orgel te beluisteren is. Een mis die voor een deel door de uitvoerenden is gecomponeerd en voor het overige door beiden wordt geïmproviseerd. Het is een requiem dat boeiend is om naar te luisteren.

In het ‘Dies Irae’ laat Fink uiteraard een mirum sonum horen, en wel een knetterend geluid dat hij produceert met behulp van een demper. Hierbij laat het orgel geen aardbeving, maar wel iets als het openwrikken van de aarde horen: het lijkt wel alsof de doden op het punt staan om naar boven te komen. Niet minder boeiend klinkt het Offertorium dat met zijn onregelmatig (3+2) repeterende melodienoten swingt als een Sacre van Stravinsky.

Op deze cd zijn duidelijk twee musici aan het werk die smaak hebben, hun instrument beheersen en uitstekend op elkaar zijn ingespeeld. Wat het luisteren vooral boeiend maakt is dat wat ze doen zo onvoorspelbaar is. Soms, bijvoorbeeld in het Kyrië, wordt de gregoriaanse melodie netjes in afwisseling door trombone en orgel ten gehore gebracht, – waarna Fink het slot verwerkt tot verrukkelijke jazz. Van het Sanctus daarentegen zijn aanvankelijk slechts martiale motieven te horen en wordt de melodie pas in het Benedictus heel gevoelig door de trombonist uitgespeeld. En in het Dies Irae worden acht van de twintig coupletten door de heren in een veertien minuten lange fantasie verwerkt, waarbij je, dankzij hun improvisatietalent, regelmatig belandt in fascinerend geluid.

Hierbij laat Fink alle kanten van zijn trombone horen, van wrang en ‘verkoperd’ (Introitus), via sterk en stralend (Libera me), tot mystiek en ijl (In Paradisum). Lehnen begeleidt hem daarbij op zijn Seifert-orgel (1907, 147/IVP) in een laat-romantische tot moderne, Franse stijl. Soms klinken zijn akkoorden warm als bij Duruflé (In Paradisum), wonderlijk als bij Tournemire (Dies Irae), of hoor je vogelgeluiden als bij Messiaen (Introïtus). In de toccata over het Libera me lijkt het wel alsof Jean Guillou achter de klavieren zit. En als in het Lux Aeterna de op een zacht tongwerk gespeelde melodie wordt begeleid door zwevende strijkers en een tinkelende Celesta waan je je compleet in Euro-Disney …

Het hoogtepunt van deze cd vind ik het Agnus Dei. Hierbij wordt in een arpeggio-cluster van het orgel elke aanroep met een koperkleurig slingertje versierd; de derde maal wordt het slingertje tot een wervelende guirlande die wordt begeleid door sterk syncopisch orgelgeluid: het is vette jazz waar je eindeloos naar luisteren kunt.

Drie jaar geleden maakten Fink en Lehnen al eens een dergelijke cd met Marialiederen erop. Deze nieuwe cd is niet minder de moeite waard om naar te luisteren. En vooral ook: zeer inspirerend om zelf aan het improviseren te slaan!

 


Requiem

trombone | organ
Hansjörg Fink | Elmar Lehnen

Label: Audite
Nummer: Audite 92.660 (SACD)
Speelduur: 62’59
Booklet: 28 pagina’s (DU/EN)
Prijs: € 20,69 (SCAD), € 19,49 (surround), € 6,49 (Flac of WAV) of € 5,49 (MP3)
Bestellen: www.audite.de