Eind september heeft Verschueren Orgelbouw de restauratie en reconstructie van het Koulen-orgel in de Sint-Brigidakerk Noorbeek afgerond. Het orgel raakte in februari 2021 zwaar beschadigd bij een brand.
Het orgel in de Brigidakerk in het Limburgse Noorbeek is in 1852 gebouwd door Wilhelm Koulen. Het is een van de weinige overgebleven instrumenten van deze Duitse orgelmaker. In de loop der tijd is het vrijwel ongewijzigd gebleven. Van de 19 registers op Manual, Positief en Pedal is alleen een in 1971 gereconstrueerde Quinte 2 2/3 niet origineel. De orgelkas is ouder en vermoedelijk van Binvignat.
Op 3 februari 2021 raakte het orgel zwaar beschadigd bij een brand. Hoewel het orgel niet direct in contact is geweest met vuur of bluswater, was de schade aanzienlijk. Via de toren achter het orgel werden rook en hitte aangezogen met voor een deel onomkeerbare schade aan het interieur van de kerk en het orgel. Bij het orgel raakten vooral het grotere pijpwerk en de windvoorziening ernstige beschadigd. Van de frontpijpen resteerden na de brand alleen nog wat fragmenten.
In overleg met opdrachtgever, verzekeraar en deskundigen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Katholieke Klokken- en Orgelraad en het bisdom is besloten om het gehele orgel te demonteren en voor nader onderzoek naar de orgelmakerij over te laten brengen. Op basis van dat onderzoek is vervolgens een restauratieplan uitgewerkt. Marcel Verheggen was namens de KKOR betrokken als adviseur bij dit project.
Windvoorziening
Na de brand bleek dat alle leren onderdelen in het orgel volledig onbruikbaar waren geworden. Dit betekende onder andere dat alle balgen opnieuw moesten worden beleerd. Bij het herstel van de windvoorziening is er voor gekozen om ook de tweede spaanbalg weer aan te sluiten op het windsysteem. Bovendien is de voetpompinstallatie weer hersteld.
De drie balgen (twee spaanbalgen en een regulateurbalg) zijn na een grondige schoonmaak en herstel opnieuw bekleed met blauw papier en leer. Scheuren zijn gedicht met stroken leer. Het opnieuw aansluiten van de tweede spaanbalg impliceerde ook aanpassing van de kanalisatie.
Tijdens de werkzaamheden werd geconstateerd dat er in ernstige mate sprake was van aantasting door houtworm. Slechte delen van balgen en kanalisatie zijn daarom vernieuwd. Verder is de hele balgenkast vernieuwd in grenen en zijn de geleiders van de trappers vervangen; de oorspronkelijk onderdelen waren te zeer door houtworm aangetast. Er werd een nieuwe ventilator aangebracht.
Orgelkas
De orgelkas was bedekt met een laag roet en as, sommige delen van het snijwerk waren door de warmteontwikkeling verkoold. Door de grote hitte waren diverse onderdelen van de orgelkast kromgetrokken.
De orgelkast is hersteld. Scheuren in panelen zijn gedicht. De aangeheelde delen werden bijgekleurd. Het lagerwerk werd, net als de orgelkast, zo nodig verstevigd. Het dak van de orgelkast is vernieuwd.
De kas is gereinigd en opnieuw in de boenwas gezet. De ornamentiek, inclusief de engelfiguren op de zijtorens, is hersteld. De bazuinen van de engeltjes zijn, net als de labia van de frontpijpen, opnieuw verguld.
Bij terugplaatsing van het orgel is het orgel geplaatst op een nieuwe vloer met meer stabiliteit. De kas is enkele centimeters verder naar voren geplaatst om meer plaats te ceeëren voor de toetsmechaniek van het Pedaal.
Mechanieken en klavieren
Alle mechanieken en klavieren zijn compleet gerestaureerd, leer en vilt is vervangen, op de plaatsen waar het kernlaken nog in orde was is dit gehandhaafd. Alle abstrakten en het draadwerk zijn nagezien en zo nodig hersteld dan wel vervangen. De leren stel- en regelmoeren zijn integraal vernieuwd. Bij remontage zijn de mechanieken nauwkeurig afgeregeld.
De klavieren zijn gerestaureerd. Overmatige speling van toetsen en koppellatjes is verholpen. Alle scharnierpunten zijn nagezien en goed gangbaar gemaakt. Het fineer van het klavierplankje en de bakstukken is hersteld en gepolitoerd.
Tijdens de werkzaamheden werd bij toeval ontdekt dat een deel van de originele registerknoppen nog aanwezig was in het atelier van de orgelmaker. Vanwege de conditie kwamen ze niet voor herplaatsing in aanmerking. Alle knoppen zijn naar historisch voorbeeld nieuw van pruimenhout gemaakt. In de knoppen zijn naar voorbeeld van de historische exemplaren nieuwe porseleinen registerschildjes aangebracht.
Windladen
De laden en alle onderdelen daarvan zijn schoongemaakt en nagezien. De winddichtheid van de cancellen is gecontroleerd. Er zijn nieuwe dichtingsringen van Liegelind aangebracht. De slepen zijn opnieuw gegrafiteerd en daarna uitgewogen.
Pijpwerk
Het pijpwerk van het Hoofdwerk was behoorlijk aangetast door de hitte-ontwikkeling. Het front was nagenoeg volledig weggesmolten. Enkele voeten hebben het inferno overleefd en vormden, samen met de in 1971 opgenomen mensuren, een belangrijk aanknopingspunt voor de reconstructie. Bij het metalen pijpwerk in het orgel waren de grotere pijpen van het Hoofdwerk aan de bovenzijde aangetast. Niet alleen was sprake van verkleuring en vervorming maar ook van een gewijzigde structuur van het materiaal.
De verf van de houten pijpen vertoonde blazen, en diverse pijpen bleken gescheurd te zijn. Bij het houten pijpwerk van het Hoofdwerk is de bladderende verf verwijderd, zijn de pijpen geschuurd en zijn de lijmnaden en scheuren hersteld (met een veer, of met een strookje leer). De stoppen zijn van nieuw leer voorzien en goed passend gemaakt. Tenslotte zijn de pijpen waarvan de verf verwijderd was in dezelfde kleurstelling opnieuw geschilderd.
Het pijpwerk van het Positief was er beter aan toe: hier was alleen sprake van vervuiling. Er is nauwelijks of geen vervorming waargenomen. Het houten pijpwerk van het Positief verkeerde eveneens in betere conditie dan dat van het Hoofdwerk.
Om het roet en de aanslag te verwijderen is het metalen pijpwerk afgewassen. Het pijpwerk is vervolgens hersteld: deukjes en vervormingen zijn uitgewreven, beschadigde steminrichtingen zijn hersteld en loszittende baarden en haken zijn aangesoldeerd.
Bij het pijpwerk van het Hoofdwerk was bij een aantal grotere pijpen het bovenste deel van het corpus gesmolten. Deze corpora zijn verlengd met materiaal van gelijkaardige samenstelling. Voor de reconstructie van het front bleken de in 1971 genoteerde mensuren elementair. Voor de detaillering en maatvoering van de labia stonden restanten van de oude frontpijpen model. De frontpijpen zijn van een hoog tinpercentage vervaardigd, de labia zijn met bladgoud bekleed.
De tongwerken zijn eveneens gereinigd en hersteld. De grotere bekers van de Trompet zijn van nieuwe bovenstukken voorzien. Het slagvlak van de kelen is gepolijst, de tongen zijn gepoetst en de stemkrukken schoongemaakt en geolied. De pijpen van de Oboe (discant) zijn – net boven de kop – met een ‘rug’ verstevigd om het knikken van de pijpen te voorkomen. De houten koppen van de Euphone zijn met behulp van messing stiftjes in de metalen stevels gefixeerd.
Stemming en intonatie
Na restauratie van alle onderdelen en remontage op locatie is het orgel geïntoneerd en gestemd. De parameters van het oude pijpwerk zijn daarbij richtinggevend geweest voor aanspraakkarakteristiek, sterkteverloop en de balans tussen de registers onderling.
Ingebruikname
Het gerestaureerde orgel is officieel in gebruik genomen bij een orgelconcert op 6 november. Bij die gelegenheid werd het orgel bespeeld door Sjef Streukens en Marcel Verheggen.
Dispositie
Manual C-g3
Bourdon 16 B/D
Prestant 8 – front geheel nieuw
Gambe 8 B/D
Holpfeife 8 B/D
Octave 4
Gemshorn 4
Octave 2
Cornet 3 fach D – vanaf c1
Mixtur 3-4 fach
Trompete 8 B/D
Positief C-g3
Holpfeife 8 B/D
Fernflaute 8 D
Solicional 4
Flaute 4
Quinte 2 2/3 – reconstructie 1971
Waldflaute 2
Oboe 8 D – vanaf gis
Euphone 8 B/D – doorslaand
Pedal C-h
Tuba 16 – C-g, doorslaand
Werktuiglijke registers
Manualkoppel
Pedalkoppel (aan Manual)
Samenstelling vulstemmen
Mixtur 3-4 fach
C 2 1 1/3 1 c 2 2/3 2 1 1/3 1 c1 4 2 2/3 2 1 1/3 c2 5 1/3 4 2 2/3 2 h2 5 1/3 4 2 2/3
Cornet 3 fach
c1 2 2/3 2 1 3/5
Stemming: gelijkzwevend
Toonhoogte: a1= 451 bij 16 graden Celsius
Winddruk: 74 mm
Met dank aan Marcel Verheggen
Foto’s: Verschueren Orgelbouw, Marcel Verheggen