Het Rütter-orgel in de kerk van de H. Judocuskerk in Hernen is gerestaureerd door Verschueren Orgelbouw uit Ittervoort. Op zaterdag 10 november 2024 is het instrument feestlijk opnieuw in gebruik genomen.
Het orgel werd in 1856 gebouwd door Wilhelm Rütter (1812-1887) uit Kevelaer. In augustus 1857 vond de eindkeuring plaats door pater Gregorius van Dijk en Herman Hageman, onderwijzer en organist in Neerbosch.
Vanaf 1878 werd het onderhoud verzorgd door de gebroeders Gradussen uit Winssen, die het orgel in 1893 overplaatsten naar de nieuwe kerk. In de vroege twintigste eeuw werden verdere werkzaamheden uitgevoerd door de orgelmakers Smits uit Reek en Winkels uit Boxmeer.
Een eerste groot onderhoud vond plaats in 1947 door Verschueren Orgelbouw uit Heythuysen. Het orgel verkeerde destijds nog in originele staat. In 1956 onderging het echter een grondige ‘restauratie’ door dezelfde orgelmakerij. Daarbij werd het orgel gewijzigd en uitgebreid.
Op het Hoofdwerk werd de Bourdon 16’ vervangen door een Quint 2 2/3’ en Sesquialter II, de Salicional 8’ werd in een Blokfluit 4’ gewijzigd en op het Positief werden een nieuwe Scherp III en Kromhoorn 8’ geplaatst. De Prestant 8′ en de Viola di Gamba 8′ werden voor zie van een nieuw groot octaaf van zink. Ook werd een zelfstandig pedaal met twee registers toegevoegd en werd de pedaalomvang uitgebreid van 18 naar 27 tonen.
Restauratie 2023/2024
In de afgelopen decennia raakte het orgel in een zeer matig conditie. In 2009 werden de eerste stappen gezet om tot een restauratie te komen. In 2023 werd het gedemonteerd en overgebracht naar Verschueren Orgelbouw, waar het een grondige restauratie onderging.
De orgelkast bleef in de kerk en werd deels in eigen beheer hersteld. Het schilderwerk werd geretoucheerd, de houten imitatiefrontpijpen opnieuw geschilderd en de labiums verguld.
De balgenstoel was zodanig door houtworm aangetast dat deze vernieuwd moest worden. Van de twee balgen was de bovenste, waarschijnlijk bij het plaatsen van de windmachine in 1947, buiten gebruik gesteld. Deze situatie is gehandhaafd. De onderste balg is volledig gerestaureerd en opnieuw beleerd.
Dispositieherstel
De windladen van de manualen zijn integraal gerestaureerd, waarbij de pijpstokken en roosters zijn aangepast aan de gereconstrueerde dispositie. De Kromhoorn uit 1956 is op de destijds aangebrachte kantsleep voor de Scherp geplaatst. De windlade van het pedaal is nagezien en hersteld. Alle windladen zijn in het sleepbed en aan de onderzijde van de pijpstokken voorzien van dichtingsringen van Liegelind.
De klavieren zijn gerestaureerd waarbij het versleten beleg van de ondertoetsen van het bovenklavier is vervangen door goede plaatjes van het onderklavier. Bij het onderklavier is alle beleg van de ondertoetsen vervangen door nieuw been.
Het pedaalklavier en de orgelbank uit 1956 zijn gehandhaafd. De toets- en registermechaniek van de manualen zijn hersteld naar de situatie van 1856, waarbij speling is weggenomen en alles opnieuw is ingeregeld. De pedaaltractuur en het speeltafelwellenbord (beide uit 1956) zijn gereviseerd.
Alle pijpen zijn gereinigd, nagezien en waar nodig hersteld. Ter vervanging van het zinken pijpwerk is voor het groot octaaf van zowel de Prestant 8′ als de Viola di Gamba nieuwe grenen pijpen in stijl bijgemaakt. Voor de Flauto traverso diende een gelijknamig register van Carl August Randebrock (1825-1876) als model. De verdwenen Bourdon 16′ werd vervangen door een gelijknamig register van Friedrich Wilhelm Sonreck, afkomstig uit de voorraad van de orgelmaker.
Heringebruikname
De werkzaamheden zijn onder advies van orgeldeskundige Ton van Eck uitgevoerd. De feestelijke heringebruikname vond op 10 november 2024 plaats.
Dispositie
Registers in lade-volgorde. Tenzij anders vermeld dateert het pijpwerk uit 1856.
Hoofdwerk (II) C-f³
Prestant 8 Fuß.
C-H grenen (2023), cº-f³ metaal
Bordun 16 Fuß. Bas./Dis.
pijpen van Friedrich Wilhelm Sonreck; C-hº grenen, c¹-f³ metalen pijpen.
Viola da Gamba 8 Fuß.
C-H grenen (2023), cº-f³ metaal,
Hohlpfeife 8 Fuß.
gedekt, C-hº grenen, grijs geverfd; c¹-f³ metaal
Octav 4 Fuß.
C-F grijs geverfd grenen, Fis-f³ metaal
Cornett 3 fach
metaal, op de lade
Rohrflöte 4 Fuß.
C-H grijs geverfd grenen, gedekt; cº-f³ metaal, roergedekt
Oktav 2 Fuß.
metaal, C-H stemlappen, c0-f3 op lengte
Mixtur 3 fach
metaal, pijpen langer dan 1’ lengte met stemlappen
Trompete 8 Fuß. Bass.
C-H houten stevels en houten bekers, overige metaal
Trompete 8 Fuß Dis.
metaal
Onderpositief (I) C-f³
Bourdon 8 Fuß.
C-h0º grijs geverfd grenen; cº-f³ metaal
Salicional 8 Fuß.
C-H gecombineerd met de Bourdon 8’, cº-f³ metaal, conisch
Principal 4 Fuß.
metaal, C-h0 met stemlap, vervolg op lengte
Flauto traverso 4 Fuß.
2023; C-H grenen met voorzijde van perenhout, C-h0 op lengte, vanaf c1 overblazend
Krummhorn 8 Fuß.
1956; op kantsleep
Pedaal C-d¹
Subbass 16 Fuß.
C-hº grenen, 1956; c¹-d¹ grenen en mogelijk afkomstig van de oorspronkelijke Flauto traverso 4′ of van de Bourdon 16
Oktavbass 8 Fuß.
1956; C-H mahonie; cº-d¹ metaal
Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
d.m.v. twee knopjes in de lijst boven de bakstukken van het bovenste klavier (deling tussen gº en gisº)
Pedaalkoppel
1956; d.m.v. een trede rechts van het pedaalklavier
Bas/discant-deling: Bourdon 16’ tussen hº/c¹, Trompete 8’ tussen gº/gisº
Winddruk: 60 mm WK
Toonhoogte: a = 445 Hz bij 15 °C
Stemming: gelijkzwevende temperatuur (naar Bert Augustus / Henk Verhoef)
Samenstelling vulstemmen
Mixtuur 3 fach
C 2 1 1/3 1 c¹ 4 2 2/3 2
Cornett 3 fach
c¹ 2 2/3 2 1 3/5
Gegevens met dank aan Verschueren Orgelbouw, Ittervoort