Vrijwel gelijktijdig, en wellicht niet geheel toevallig, verschenen bij het Britse label Priory twee cd’s van de orgels in de munsterkerken van King’s Lynn (‘The Forgotten Gem’) en Beverley (‘An East Riding Treasure’) in Engeland. De ‘edelsteen’ en de ‘schat’ hebben meer overeenkomsten dan hun plaatsing een voormalige kloosterkerk.
Zowel het orgel van King’s Lynn Minster in het graafschap Norfolk als dat van Beverley Minster in de East Riding of Yorkshire vinden hun oorsprong bij de achttiende-eeuwse orgelbouwer John Snetzler (1710-1785). Het was de musicoloog, historicus en organist dr. Charles Burney die in 1753 de bestuurders in King’s Lynn wist over te halen om in zee te gaan met deze relatief onbekende Londense orgelmaker van Zwitserse komaf (Johann Schnetzler). Beverley volgde zo’n vijftien jaar later.
King’s Lynn
Na enkele kamerorgels en drie kleinere kerkorgels zette Snetzler met het orgel van King’s Lynn (27/III) een flinke stap in zijn carrière. Na de ingebruikname door dr. Burney in 1754 schreef de Londense Evening Post lovend over het instrument ‘being for sweetness of tone and variety of stops, universally esteemed one of the finest instruments in England.’ Snetzlers naam was gevestigd. Hij zou later hofleverancier worden.
Veranderde inzichten, smaak, technische en ongetwijfeld ook financiële middelen in het Victoriaanse Engeland bezegelden voor een groot deel het lot van het Snetzler-orgel. In 1895 bouwde de firma Wordsworth & Co uit Leeds een nieuw vierklaviers orgel met 53 registers. Enig respect voor het achttiende-eeuwse materiaal was er nog wel: twaalf Snetzler-registers en het front uit 1754 bleven gehandhaafd. Ook toen Rushworth & Dreaper het orgel in 1962 onderhanden nam – na kerkherstel als gevolg van de watersnood van 1953 – bleef het Snetzler-pijpwerk goeddeels onaangetast.
Onder aanvoering van de toenmalige organist John Jordan werd in 2001 een restauratie en uitbreiding door Holmes & Swift en later Nicholson uit Worcester in gang gezet. Het drieklaviers orgel telt nu 60 registers.
Francesca Massey, sub-organist van de kathedraal van Durham, demonstreert de mogelijkheden van het orgel met een breed programma van Bach en De Grigny tot Reger en Litaize. Als eerbetoon aan twee belangrijke organisten uit de geschiedenis van het orgel is ook werk van Burney en Jordan opgenomen. Met het 28 pagina’s tellende boekje waarin de bewogen geschiedenis uitgebreid wordt beschreven, is zo een mooi document van een ‘vergeten edelsteen’ verschenen.
Beverley Minster
Waar Snetzler in King’s Lynn Minster in registeraantal (27) zijn grootste opus bouwde, werd het 26 stemmen tellende orgel van Beverley Minster uit 1769 zijn opus magnum in het aantal orgelpijpen: 1.899 tegen 1.820 in King’s Lynn. Maar ook in Beverley kwam het Snetzler de negentiende eeuw niet ongeschonden door.
In 1885 bouwde Hill een nieuw orgel. Veertien registers zijn nog van Snetzler, nog eens vier registers bevatten deels Snetzler-pijpwerk. De neogotische orgelkas op de koorafscheiding stamt uit 1916 en is ontworpen door Arthur Hill. Het bevat alleen het Great en Choir, de rest van het orgel staat in de zuidelijke koorbeuk.
In 1995 werd het orgel gerestaureerd door Wood of Huddersfield die in de afgelopen jaren nog eens enkele registers aan de omvangrijke dispositie toevoegde. De meest recente wijzigingen zijn van 2015 en betroffen aanpassingen aan de intonatie. Het orgel – ‘een van de schatten van East Riding’ zoals de cd is getiteld – heeft nu 73 registers.
Anders dan in King’s Lynn, hoeft het orgel van Beverley niet aan vergetelheid te worden ontrukt, er verschenen eerder opnamen van. Deze cd is gemaakt om de afronding van de recente geschiedenis van het orgel te markeren. In het boekje van 12 pagina’s staat de noodzakelijk informatie over het repertoire, de organist, een korte orgelgeschiedenis en de dispositie.
De klank van het orgel wordt hier ‘tentoongesteld’ door vaste bespeler Robert Poyser. Hij is sinds 2009 Director of Music van Beverley Minster, na een loopbaan via Gloucester, York en Chelmsford. Hij heeft zijn programma zo gekozen dat hij een veelheid aan kleuren en mogelijk kan laten horen. Ook hier wordt de breedte gezocht: Bach, Zipoli, een flamboyante mars van Lefébure-Wély, Guilmant, vele klankschilderingen in Reubkes 94ste Psalm, een Psalm Prelude van Howells en de ongecompliceerd melodieuze Three Pieces van Nicholas Choveaux.
The Forgotten Gem
Francesca Massey plays the Organ of King’s Lynn Minster
Hymn-Prelude on King’s Lynn (Percy Whitlock); Folk Tune (John Jordan); Chorale Partita on Sei gegrüsset, Jesu gütig BWV 768 (Johann Sebastian Bach); Voluntary in D minor Op. 5 No. 8 (John Stanley); Récit de Tierce en Taille (from Livre d’Orgue) (Nicolas de Grigny); Cornet Piece No. 1 with an Introduction for the Diapasons (Charles Burney); Epiphanie (Gaston Litaize); Pastorale (Peter Racine Fricker); Sonata No. 2 in D minor Op. 60 (Max Reger)
Label: Priory Records
Nummer: PRCD 1178
Speelduur: 79’00
Booklet: 28 pagina’s (EN)
Prijs: £ 11,99 (ca. € 14,00)
Bestellen: www.prioryrecords.co.uk
An East Riding Treasure
Robert Poyser plays the restored Organ of Beverley Minster
March in F (Lefébure-Wély); Toccata (Zipoli); Sonate on the 94th Psalm (Reubke); Prière et Berceuse Op. 27 (Guilmant); Prelude and Fugue in F minor BWV 534 (Bach); Wenn wir in höchsten Nöten sein BWV 641 (Bach); Psalm Prelude Set 2 Nr 1 (Howells); Three Pieces: March, Meditation, Introduction and Toccata (Choveaux)
Label: Priory Records
Nummer: PRCD 1181
Speelduur: 74’25
Booklet: 12 pagina’s (EN)
Prijs: £ 11,99 (ca. € 14,00)
Bestellen: www.prioryrecords.co.uk