Met regelmaat schrijft columnist Peter Sneep over alles wat maar aan het fenomeen orgel raakt. Die regelmaat zou zo maar eens maandelijks kunnen zijn. Aflevering III – Calixtus.
Op een mooie zondagmorgen hoorde ik ooit een vlammende toccata ter afsluiting van NCRV’s Woord op Zondag. Ik was zeer benieuwd wie er speelde en op welk orgel. Wie het ook waren, ik besloot organist en instrument in de gaten te houden. De omroeper onthulde na afloop de geheimen: Hayo Boerema (toen nog behoorlijk onbekend – het was rond de eeuwwisseling) op het Adema-orgel van de Sint-Calixtus in Groenlo. Boerema heb ik ondertussen al vaak gehoord (onlangs in Doesburg – geweldig concert). Een kleine maand geleden hoorde ik eindelijk Groenlo in het echt. Al was ik ondertussen al lekker gemaakt door de cd die Jaap Zwart er in 2013 opnam.
‘Wat is nu het verschil tussen een Salicionaal, een Violon, een Viola di Gamba en een Aeoline?’ Onze blinde tafelgenoot stelt zijn vraag luidkeels, zodat het schalt door pizzeria Pepijn in Groenlo. Met z’n achten zitten we aan tafel, voorafgaand aan het concert dat Jaap Zwart gaat geven. Het is gezellig, ook al kennen we elkaar niet allemaal.
Omdat ik geen zin had om alleen naar Groenlo te gaan, zocht ik via Facebook reisgenoten met als lokkertje een pizza. Zo vond ik Eric Voet uit Ede, orgelminnaar van het hoogste soort en orgelspeler in de wijde omtrek van zijn woonplaats. Maar Jorrit Woudt, organist en dirigent uit Enschede, wilde ook mee-eten. Hij nam nog vijf oostelijke orgel liefhebbers mee: vijf heren (onder wie een componerende en orgelspelende predikant) en een dame. En dus ook die blinde meneer met heel veel vragen over orgels.
Het eten was goed. Pizzeria Pepijn is een aanrader. De sfeer in ons clubje was uitgelaten en als hooligans liepen we na het eten luidruchtig van het restaurant naar de Calixtus. We waren bijna een half uur te vroeg bij de kerk en dus zette de luim zich voort op het altaar waar de luisterplaats was ingericht. Er zaten daar al heel wat concertgangers. Vonden die ons lawaai leuk? Nou nee. Er werd al geërgerd naar ons omgekeken. Helemaal toen Eric ontdekte dat hij een lied van de componerende predikant kende en dat tamelijk luidkeels alvast inzette. ‘Tsss’, zag je de mensen denken.
Het uitgedeelde programmablaadje bevatte niet veel informatie over de te spelen werken en ook geen dispositie van het orgel. ‘Voor belangstellenden is een dispositie (beschrijving) beschikbaar’, staat op het blad. Maar de aardige mevrouw bij de ingang vertelt ‘dat die alleen na afloop beschikbaar is als je nog op de orgelzolder gaat kijken.’ Dat schiet dus niet op, maar gelukkig zijn er iPhones.
Wat een enorme kerk in zo’n klein plaatsje! De Calixtus is een galmbak van jewelste en het inleidende praatje van Jaap Zwart is dan ook, ondanks een geluidsinstallatie, niet erg goed te verstaan. Leuk dat Zwart de thema’s van een aantal werken die hij gaat spelen voorzingt. Even denk ik dat hij er zelf teksten op de thema’s heeft gemaakt. Maar hij zingt notennamen: Do do do so ti do fa so. En evenzo het César Francks fugathema van ‘Prélude, fugue et variation’ en het thema van Grande Pièce Symphonique.
Zwart opent met een klavecimbelwerk van Bach, bewerkt door Max Reger. Toccata en Fuga in d, BWV 913. Het geluid van zachte labialen vult de kerk. De concertgever heeft er duidelijk voor gekozen rustig te beginnen. Pas in de fuga klinken er tongwerken en geeft het orgel al iets van zijn grandeur prijs.
Sybrand Adema’s meesterwerk klinkt donkerbruin en minder boventoonrijk dan de instrumenten van zijn familieleden. Of zou dat komen door de later toegevoegde cymbalen van Hubert Schreurs? Hoe dan ook, in De Fantasie über den Choral ‘Ein feste Burg ist unser Gott’ blijkt het orgel orkaankracht te kunnen veroorzaken.
Bij de pizzeria namen we onze blinde disgenoot niet erg serieus, maar hij had een goede vraag. Het antwoord is: Sybrand Adema plaatste op allebei de klavieren van het orgel (oorspronkelijk gebouwd voor ‘De Liefde’ in Amsterdam) een luide én een zachte achtvoets strijker, op het twee klavier aangevuld met een Vox Coelestis 8’. De registernamen die de blinde meneer noemde, waren de namen van de strijkers van het Goenlose orgel. Hij had zich beter voorbereid dan de anderen van het clubje.
Met die bekendheid van het orgel komt het wel goed. Een minuut of vijf voor aanvang van het concert, komen mensen van de organisatie vragen of bezoekers die al binnen zijn, samen kunnen doen met een programmaboekje. Er zijn meer bezoekers dan programmaboekjes.
Wat het geheim is? Misschien wel de vrije toegang met een collecte achteraf – zodat je kan concluderen dat een tientje wel wat weinig is voor het gebodene? Of dat je na afloop naar de orgelzolder kan, desnoods met de lift!? Oké, die lift laat zien dat de Calixtusparochie leeft (er is geld voor), maar ook dat de gemiddelde leeftijd van de koorleden hoog is (ze zijn te oud voor de trap). Of de Achterhoekse hartelijke gastvrijheid van de Groenloërs met koffie na afloop in een mooie zaal naast de toren?
Ik houd het op de kwaliteiten van Jaap Zwart in combinatie met het bijzondere orgel. Zodra hij inzet, verdwijnt de meligheid van ons clubje op slag. We hebben ademloos geluisterd.
Volgende zomer speelt Jaap Zwart weer vier keer in Groenlo, belooft hij na afloop.
Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Hij is radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (3) en Manuel (1).
© 2016 fotografie Gérard van Betlehem