Met regelmaat schrijft columnist Peter Sneep over alles wat maar aan het fenomeen orgel raakt. Die regelmaat zou zo maar eens maandelijks kunnen zijn. Aflevering VII – Dordtse Bachpsalmen (of: laten we seculiere orgels kerstenen).
‘Het is jammer dat er bij het Bach-orgel bijna nooit wordt gezongen.’ Ik sta in de kooromgang van de Grote Kerk in Dordrecht te praten met Anthonie Hogendoorn. Hij is secretaris van de Vereniging van Vrienden van de Grote Kerk te Dordrecht en je kunt duidelijk aan hem zien dat hij heeft genoten. En dan zegt hij dat zinnetje. Er wordt bijna nooit bij het Bach-orgel gezongen.
De psalmzangavond met de Sliedrechtse organist Arjan Versluis (met cd-opname) in de Dordtse Dom is dan net afgelopen. Het Mariakoor van de immense kerk is hel verlicht en het Verschueren-orgel uit 2007 staat nog na te hijgen van Versluis’ verrichtingen. Ruim twee uur lang hebben ongeveer 150 psalmenliefhebbers lekker gezongen. Het witte instrument mag dan gemaakt zijn om er orgelmuziek van J.S. Bach op te vertolken, voor het begeleiden van psalmen blijkt het zeer geschikt.
Dat zinnetje van Anthonie Hogendoorn blijft in mijn hoofd hangen. Het is raar gesteld in de orgelwereld. Sommige organisten willen het orgel losweken uit zijn kerkelijke context, om meer en ander publiek naar het instrument te lokken. Dat kun je als doorgewinterde kerkorganist jammer vinden, maar die manier van denken heeft ervoor gezorgd dat er tegenwoordig orgels worden gebouwd voor niet-kerkelijk gebruik. Neem het Orgelpark in Amsterdam. Daar staat een Verschueren-orgel in Frans-romantische stijl en het door Reil gebouwde gotische Van Straten-orgel. Ondertussen bouwt Elbertse uit Soest er aan een barokorgel. Worden in het orgelpark ooit psalmen gezongen – als samenzang? Ik denk het niet. Ik denk dat alleen het Sauer-orgel er nog weet hoe psalmen klinken, uit de tijd dat het Orgelpark nog Parkkerk was.
Het omgekeerde bestaat ook. Er zijn mensen die graag willen zingen bij een orgel dat niet voor de gemeentezang is gebouwd. Bij het Bach-orgel in Dordrecht bijvoorbeeld, dat wel in een kerk staat, maar niet is gemaakt om samen bij te zingen. Afgelopen vrijdag gebeurde dat bij wijze van uitzondering toch. Arjan Versluis had al drie keer een samenzang-cd gemaakt op het Naber-orgel in de Grote Kerk van Sliedrecht. Met een twinkeling in zijn ogen herinnert Anthonie Hogendoorn me aan een recensie die ik zelf anderhalf jaar geleden in het Reformatorisch Dagblad schreef en waardoor ik nu zelf maar Dordrecht was gekomen. Want in de recensie stond: ‘Wat mij betreft komt er nog een cd, misschien in een wat akoestischer kerk. Want de kerk in Sliedrecht klinkt erg droog.’ En: ‘Ik heb het gevoel dat Arjan Versluis zo’n derde feest-cd wel waar kan maken. In Dordrecht of Gorinchem of zo.’ Dat bleken de Vrienden van de Grote Kerk te Dordrecht gelezen te hebben. En ze hebben vervolgens de komst van Versluis naar de Grote Kerk mogelijk gemaakt.
Je kunt heerlijk zingen bij het Bach-orgel in Dordrecht, bleek vrijdag. Het Mariakoor (aan de noordkant van het hoogkoor van de kerk) waar het orgel staat, heeft ongeveer tweehonderd zitplaatsen. Het is dus niet zo’n grote ruimte. Maar omdat de kapel in open verbinding staat met de gigantische Grote Kerk, zing je in een oceaan van galm en nagalm. O, het moment dat dirigent Martin Zonnenberg een slotakkoord afslaat, waarbij je orgel en zang nog secondenlang door de gewelven hoort golven! Kippenvel en koude rillingen kreeg ik ervan. En dat je tijdens de beurtzang als de vrouwen zingen vanuit het Mariakoor kunt kijken naar een wirwar van pilaren, bogen, ramen, schaduwen en schemerduister. De Grote Kerk is een gebouw dat je verheft.
Laten we de seculiere orgels kerstenen. Wie weet kunnen we ook een keer psalmen en liederen zingen bij Gijs van Schoonhoven in het Muziekcentrum van Enschede. O, ik wil mijn gezangen aanheffen in muziekcentrum TivoliVredenburg als Rien Donkersloot de toetsen beroert. Ik wil zingen in het Orgelpark, met Gerben Mourik, Tjaco van der Weerd, Willeke Smits en Marco den Toom aan de orgels. Allemaal om de beurt een vers.
Arjan Versluis vertelt aan het begin van de samenzangavond dat hij de voorspelen ’s middags al heeft opgenomen en dat hij de meeste ervan niet opnieuw zal spelen. Dat vind ik een minpuntje. Want een mooi voorspel nodigt uit tot geïnspireerd zingen. En juist tijdens de voorspelen kun je het orgel zo goed horen omdat je er dan zelf niet doorheen zit te zingen. Wat wel opvalt: het orgel is door zijn geweldige draagkracht goed geschikt om er samenzang mee te begeleiden. Tijdens de beurtzang begeleidt Versluis met de lieflijke registers van het Oberwerk, dus zonder zestienvoets bas. Al zingend blijf je de achtvoets bas gewoon horen en voelen. En dan hoorde ik terloops ook iets van een wonderschone Quintadehn en een Cornett die zijn weerga niet kent.
Maar hoe het allemaal precies klinkt, ik heb geen idee. Ik heb het formuliertje ingevuld om de cd te bestellen.
Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad, waarna hij tot 2017 radiopresentator was bij de Reformatorische Omroep. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna en Manuel.
© 2017 beeld ORGELNIEUWS
Ik kreeg een vriendelijk telefoontje van Anthonie Hogendoorn. Hij maakte me duidelijk dat ik hem niet helemaal goed had begrepen. Mijn column had misschien beter zo kunnen beginnen. ‘Er zijn hier regelmatig massale psalmzangavonden. Daarbij wordt altijd het Kam-orgel gebruikt. Het is jammer dat er bij het Bach-orgel bijna nooit zo’n psalmzangavond plaatsvindt.’ Ik sta in de kooromgang van de Grote Kerk in Dordrecht te praten met Anthonie Hogendoorn. Hij is secretaris van de Vereniging van Vrienden van de Grote Kerk te Dordrecht en je kunt duidelijk aan hem zien dat hij heeft genoten. En dan zegt hij dat zinnetje. ‘Er worden eigenlijk geen psalmzangavonden georganiseerd bij het Bach-orgel.’
Een column is maar een column, een vrolijke gedachte, lichtvoetig opgeschreven. Meer niet.
Ik dank iedereen voor zijn commentaar en ik ben blij dat ORGELNIEUWS zo goed wordt gelezen.
Fijn dat het schitterende Bachorgel positief in de aandacht staat weer door deze column. Ik ben Cor Ardesch ook zeer dankbaar voor zijn geweldige Bachproject! Grote Klasse! Ook goed dat bepaalde dingen worden rechtgezet. Bij mij overheerst het gevoel mooi zo het instrument en de Grote Kerk staat weer in de picture! Mijn advies laten zoveel mogelijk mensen en organisaties samen optrekken voor promotie van orgels en orgelconcerten. Daar vraagt de huidige tijd om! De avond was schitterend mede door het grote vakmanschap van Arjan Versluis. Comités vraag deze organist meer. Hij behoort tot de absolute top!
Prima stuk, waar ik van harte mee instem. Wat is er mooier dan Psalmen zingen, ingeleid door een man die het vak verstaat en ondersteund door een instrument met grote kwaliteit.
Totale onzin! Dat Peter Sneep zich niet beter oriënteert is kwalijk te noemen. Het Bachorgel wordt volop gebruikt bij gemeentezang!
Ha Peter, tijdens de avond hebben de volledige voorspelen geklonken van psalm 113, 119, 97, 117 en 135. Dat zijn al vijf van de elf voorspelen. Daarnaast representatieve delen van psalm 132, 108 en 131. Na afloop is ook nog eens psalm 88 gespeeld. Dat is toch een aanzienlijk deel. Het leek me goed om recht te doen aan de werkelijkheid :).
Laat ik een ding mogen rechtzetten: er wordt veel gezongen bij het Bach-orgel (gelukkig maar!) tijdens zondagse diensten. Wat ik bedoelde was dat voor de veelvuldig voorkomende zgn. samenzangavonden (al dan niet massaal) het Bach-orgel niet gebruikt wordt, maar hiervoor wordt uitgeweken naar het grotere Kam-orgel.