Het Bätz-orgel in de Nieuwe Kerk te Delft gaat in restauratie. Plannen daarvoor zijn er al sinds het begin van de jaren negentig, maar dit jaar en volgend jaar zal het orgel dan eindelijk aangepakt worden. Op 31 augustus, 1 en 2 september is het daarom mogelijk om het orgel te bespelen ten bate van de restauratie.
Stichting Kerkconcerten Delft organiseert de drie speelavonden, waarbij iedereen – gediplomeerd kerkorganist of niet – een half uur op het drieklaviers orgel uit 1839 mag spelen. De vergoeding bedraagt 25 euro per half uur en komt geheel ten goede aan de restauratie. De stichting wil zo een bedrag van 5.000 euro bijeenbrengen. Een van de subsidiegevers, Fonds 1818, is bovendien bereid om dit bedrag nog eens te verdubbelen.
Half uur
Op elk van de drie avonden is zeven maal de gelegenheid om een half uur te spelen (om 18.00, 18.35, 19.10, 19,45, 20.20, 20.55 en 21.30 uur). Wie dat wil mag opnamen van zijn of haar spel maken, mits deze niet voor commerciële uitgaven worden gebruikt. Er mogen maximaal twee personen bij de speeltafel. Wie een schare luisteraars meeneemt zal hen beneden in de kerk moeten achterlaten.
Aanmelden
Aanmelden voor de speelavonden kan per mail bij secretaris@kerkconcertendelft.nl onder vermelding van de voorkeursavond en eventueel -tijd. Bij de bevestiging van de aanmelding worden instructies voor onder meer betaling gegeven. Omdat de stichting een ANBI-cultuurstatus heeft is de bijdrage van 25 euro met vermeerdering van 25% als gift aftrekbaar.
De restauratie
Komend najaar moet de restauratie van het Jonathan Bätz-orgel in de Nieuwe Kerk van start gaan. De werkzaamheden maken deel uit van een grootscheeps restauratieprogramma voor het kerkgebouw, waarbij onder meer het interieur wordt gemoderniseerd en uitgebreid om de gebruiksmogelijkheden van het gebouw te vergroten.
Al in de jaren negentig maakte Hans van Nieuwkoop een restauratierapport voor het orgel. Nadat het adviseurschap werd overgenomen door Aart Bergwerff, werd het rapport meerdere malen bijgeschaafd en versoberd. Orgelbouwer Pels & Van Leeuwen krijgt nu de opdracht het werk in 2015 en 2016 uit te voeren.
Conserverend herstel van de situatie van 1839 zal het uitgangspunt van de werkzaamheden zijn. Wel met behoud van de huidige windvoorziening en de dispositiewijzigingen die in de loop der tijd zijn aangebracht. De magazijnbalg die in 1950 op het orgelbalkon is geplaatst zal wel naar de hoofdkas worden verplaatst. Speelmechaniek, windladen, windkanalen en orgelkas zijn in matige staat en zullen de nodige aandacht vragen.
Toen Bätz het orgel in 1839 plaatste was de kerk nog voorzien van een pleisterlaag. Toen deze in de jaren 30 werd verwijderd, veranderden de akoestische omstandigheden, waardoor ook ingrepen in de intonatie zijn gedaan. Naast reparatie van het pijpwerk zal klankherstel dan ook hoog op de agenda staan. Als de financiën het toelaten zal bovendien het sterk vervuilde frontpijpwerk worden schoongemaakt.
© fotografie 2015 Gérard van Betlehem
Toen Jonathan Bätz dat orgel in 1840 plaatste, was de kerk nog voorzien van een pleisterlaag. Deze werd in de jaren 1930 verwijderd, waardoor de akoestiek binnen het gebouw veranderde. Dit leidde tot wijziging van de intonatie. Het opnieuw bepleisteren van de muren van het schip zou de akoestiek voor het orgel zeer verbeteren, maar dat lijkt (vooralsnog?) niet te gaan gebeuren.
Zo wordt bij de restauratie van dit helder klinkende instrument op de grens van classicisme en romantiek een kans gemist!
De oorspronkelijke kleur van de orgelkas was ‘rose-lila met witte lijsten’. De kerkvoogdij liet die kleur in 1865 donkerbruin overschilderen; tot ongenoegen van Bätz. Hij vond de donkere kleur niet passend bij de ‘renaissance’-stijl van de kas. De huidige tint blijft – in het kader van conserverend herstel – gehandhaafd.
Ook hier kun je alleen maar zeggen: jammer!
Het management van ‘Oude en Nieuwe Kerk Delft’ laat weten het eens te zijn met de gedachte dat een gepleisterde kerk – men bedoelt het schip – de akoestiek ten goede zou komen. “Er is echter geen toestemming vanuit de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed om dat te doen. Daarnaast bedragen de kosten zo’n anderhalf miljoen euro. Daarom gaat het bepleisteren van de kerk niet door”. Het standpunt van de rijksdienst is opvallend omdat bij de laatste restauratie van de Grote of Sint Laurenskerk te Alkmaar het schip van die kerk wel opnieuw werd bepleisterd.
Ook herschilderen van het orgel zit er niet in; dat zou alleen gebeuren in combinatie met opnieuw bepleisteren. “Wel zal de orgelkast opgeknapt worden en voorzien van wat extra gouden accenten”.
Op zich valt de restauratie van het orgel in de Nieuwe Kerk volgens het huidige – versoberde – plan, toe te juichen. Maar de Nieuwe Kerk is geen willekeurig bedehuis; het is ook ons nationale mausoleum. Dan ga je voor goud en niet alleen voor noodzakelijk herstel met “wat extra gouden accenten”…