In TerugWerk blikt Bert Rebergen terug in kranten en artikelen uit het verleden, op zoek naar orgelnieuws. Wat speelde destijds? Wat hield de orgelgemoederen bezig en hoe kijken we daar nu verrast, met een glimlach, hoofdschuddend, met instemming knikkend, of met enige weemoed op terug? Deel XI: Ontslag.
Toen de BBC, rond het overlijden van koningin Elizabeth II, ons wat meer kerkdiensten voorschotelde dan normaal, kon ik onze oudste thuis er nog eens op wijzen: ‘Hoor maar: een Brits organist speelt doorgaans alleen de eerste twee regels van het te zingen lied en zet dan in.’ Kort, weinig creatief, maar efficiënt.
In Nederland zal menig orgelliefhebber vooral dat tweede prevelen: ‘Weinig creatief.’ Bij ons verwachten we dat de organist iets van het voorspel maakt. Of men haalt het uit één van de vele koraalbundels die zijn verschenen, of het preludium wordt uit eigen hoed getoverd.
Over de eisen die aan zo’n voorspel kunnen worden gesteld zouden de nodige workshops besteed kunnen worden. De meningen daaromtrent lopen sterk uiteen. Beperkt de één zich tot een intonatie, de ander wil laten horen wat men in huis heeft. Bij de één is de te zingen melodie – en het tempo waarin gezongen gaat worden – duidelijk te horen, de ander is in staat om Viernes finale uit diens eerste symfonie zo te bewerken dat een getraind oor de melodie uit Psalm 68 weet te ontwaren.
Onmiddellijk borrelen vervolgens de discussies op over wat smaakvol is en al dan niet gerekend kan worden tot de kerkmuziek.
Het komt ook voor dat de predikant zich ermee bemoeit. Een landelijk bekende voorganger vult zijn e-mail met de liturgie zelfs aan met een complete handleiding voor de organist: ‘Dit wel en dat niet, graag…’
Ook al zijn er genoeg organisten voor wie verantwoord en verzorgd orgelspel een uitdaging blijft, deze bemoeienis getuigt niet van een al te hoge achting voor de vrouw/man op de orgelbank. Schoenmaker blijf bij uw leest!
En waar zit de gemiddelde kerkganger op te wachten? Vrijwel altijd: kort, maar krachtig. Niet te luid en niet te hoog, alstublieft. Daarover beginnen de meeste gemeenteleden en al is de orgelliefhebber blij met een gedegen opmaat tot het te zingen lied, Jan met de pet denkt vooral aan de koffie die na afloop valt te nuttigen en daar wil hij niet te lang op hoeven te wachten.
En zo wordt het spel van de organist gewaardeerd, of zucht men omdat het niet zo gaat zoals zij zouden willen. Neemt de ergernis toe, dan kruipt men in de pen en schrijft men de kerkenraad. In sommige gevallen zelfs anoniem.
De ene kerkenraad legt het schrijven glimlachend terzijde, de andere kerkenraad zwicht voor de druk vanuit de gemeente. Soms is een korte wederzijdse afstemming voldoende om een oorlog te voorkomen, maar er zijn ook gevallen bekend waarbij de organist het tamelijk benauwd krijgt.
Zo moet het ook gegaan zijn met organist Heikens die in 1987 de landelijke pers haalde met diens ontslag in Scheemda.
In Trouw van 15 mei 1987 lezen we ook dat Ajax wordt gehuldigd na het winnen van de Europacup. Twee inbrekers en zeven helers zijn opgepakt omdat ze voor miljoenen guldens uit kerken hebben gestolen. De Kamer discussieert over het pensioen van de weduwe Rost van Tonningen en een uit de gevangenis ontsnapte man berooft zijn vrouw van het leven in Lelystad.
Intussen zit organist Heikens met de gebakken peren en vinden ook De Telegraaf, Het Parool en andere bekende kranten dit orgelnieuws interessant genoeg om te plaatsen.
En waarom ontslag? De voorspelen, tussenspelen en naspelen van Heikens zijn te lang. Een kerkenraadslid doet nog een schepje bovenop de twintig brievenschrijvers uit de kerkelijke gemeente en laat weten dat hij bij een interludium van Heikens geneigd is een krant open te slaan.
Even later begint het in Midwolda ook te rommelen, waar zelfs een collega op de orgelbank zich ermee gaat bemoeien.
Te lang en … oneerbiedig. Die laatste kenden we nog niet. Zou hij het clublied van zijn favoriete voetbalelftal hebben gebruikt als voorspel, of speelde hij na een te lange preek ‘Koffie, koffie, lekker bakkie koffie?’ Heikens herkent niets van alle aantijgingen en heeft al snel geen zin meer in de discussies.
Intussen houdt hij er ongevraagde landelijke bekendheid aan over en is hij zijn organistenbaan na veertien jaar kwijt.
Gelukkig lezen we in latere kranten dat Feiko Heikens – is men over zijn voornaam gevallen? – ruim twintig jaar later geridderd werd te Midwolda, mede vanwege zijn inzet voor het orgel en volgde zoon Ludolf hem op. Deze speelt nog steeds te Midwolda, op het orgel dat door de kranten Hinz-orgel en zelfs Hints-orgel wordt genoemd. Dat laatste lijkt een slordigheid, maar zo is naam van Hinsz gespeld boven de speeltafel.
Ludolf – hij en zijn orgel jubileerden dit jaar – liet in januari nog van zich horen: er zijn steeds minder jonge organisten die op de orgelbank plaats willen nemen.
En waarom? Misschien omdat er op veel kerkmusici zo dikwijls (onterecht) wordt gemopperd? Ach, laat ik u niet meer hints in die richting geven.
Voor een paar honderd euro kunt inmiddels op uw pierement thuis het orgel van Midwolda, als het ware, zelf bespelen. Zo lang, kort, hard en eerbiedig als u zelf wilt.
Bert Rebergen (*1969) is ruim dertig jaar actief in het onderwijs en treedt op als spreker en verhalenverteller. Orgelmuziek mag zich in zijn belangstelling verheugen. Dit als luisteraar en als bespeler van menig instrument. Hij schrijft sinds 2006 voor ORGELNIEUWS als columnist en recensent.
Vierne kan overigens ook uitstekend gebruikt worden voor lied 287 / morgenglans der eeuwigheid, maar de eerste bladzijde is voldoende 😉
Schitterd verhaal, vele herinneringen aan die tijd met mijn vader en de orgels te Scheemda en Midwolda. Zoals je al scheef zal het nogal eens voorkomen, ook in onze tijd nu! Toch heeft de liefde voor de instrumenten in onze familie altijd standgehouden. Bedankt voor je mooie column!
Wat een mooi & bizar verhaal. Ik ben ooit na het spelen van een kerkdienst in de GKv van Weesp langdurig en ernstig berispt door een ouderling die mijn spel ‘eredienstontheiligend’ vond. De dominee kwam onderbrak de monoloog van de ouderling, onwetend waar het over ging. ‘Excuus dat ik inbreek’, zei de predikant, ‘ik moet weg, maar erg bedankt voor je spel.’