In TerugWerk blikt Bert Rebergen terug in kranten en artikelen uit het verleden, op zoek naar orgelnieuws. Wat speelde destijds? Wat hield de orgelgemoederen bezig en hoe kijken we daar nu verrast, met een glimlach, hoofdschuddend, met instemming knikkend, of met enige weemoed op terug? Deel XII: Goede doelen.
Concerten ten bate van een goed doel zijn van alle tijden. Ook anno nu verschijnen dergelijke concerten in de agenda’s.
Het doet mij een concert herinneren dat ruim dertig jaar geleden werd gehouden in de Grote Kerk van Zwolle. Zes organisten zouden juni 1991 een concert spelen ten bate van Bangladesh, dat opnieuw getroffen was door hevige overstromingen.
In het ND van 15 juni 1991 wordt vooruitgeblikt op dit concert. In diezelfde krant geen berichten over vluchtelingen uit Oekraïne, maar vanuit Albanië, die niet welkom zijn in Italië. Ook Rusland bepaalt de voorpagina. Men vraagt zich af of Gorbatsjov niet zelf de oorzaak is geweest van het feit dat zijn aartsrivaal Boris Jeltsin nu op de Russische troon zit.
Naast het artikel over het concert een bespreking van een nieuw boek van Jeroen Brouwers – hij overleed, net zoals Gorbatsjov, dit jaar – dat, volgens de krant, tot de fugatische literatuur gerekend zou kunnen worden …
Intussen bereidt de orgelwereld zich voor op een concert met verschillende organisten. Organisten die – laat ik het zo zeggen – uit de Asma-school kwamen en daarvoor toch vooral hun eigen ding deden. Zoveel concerten met organisten samen had je destijds niet, al herinneren velen zich nog de Pieten-concerten rond Sinterklaas. Dit concert voor een goed doel, met meerdere musici, wordt zelfs als wereldprimeur gezien.
Ondergetekende kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en toog naar Zwolle. De Michaelskerk zat goed vol. Heel erg indrukwekkend was het spel niet. De meesten maakten zich er met een gemakkelijk werk vanaf. Vader en zoon Zwart zetten een elektronisch orgel in om samen te kunnen spelen. Zo’n toontje hoger is met een transpose-functie geen enkel probleem…
Van het concert bezit ik zelfs een opname. Daar zit een ander verhaal aan vast: Het internettijdperk was nog maar net begonnen en op een dag ontdekte ik een website van de Stichting Luisterpost die veel kerkdiensten en concerten opnam in Zwolle en Kampen. Wat bleek: je kon archiefopnames op cassette bestellen en omdat daar veel orgelconcerten tussen zaten, vroeg ik tientallen cassettebandjes aan. Je bent jong en je wilt wat …
Volgens mij volgde na mijn bestelling nog een e-mail, of deze mega-order wel klopte en daarna bleef het stil. In afwachting van de postauto – je zag die destijds zelden – had ik al de voorpret die menigeen herkent wanneer men op een nieuwe geluidsdrager zit te wachten.
Op een zaterdagmiddag rinkelde de deurbel, maar niet op een tijdstip dat je de post zou verwachten. Op de stoep stond een wat oudere man, omringd door doosjes. Hij was helemaal uit Zwolle komen rijden om de kostbare waar persoonlijk af te leveren. Dat is nog eens luisterpost!
Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt. Ik evenmin. Koffie hoefde hij niet. Hij keerde na enkele minuten huiswaarts. De bandjes waren billijk geprijsd, dus met de brandstofkosten erbij is de stichting er niet veel rijker van geworden.
In die enorme voorraad dus het concert ten bate van Bangladesh. Uiteindelijk zou vijftien mille in guldens worden opgehaald.
De krant kopt met de tekst ‘Besmet met een Asma-virus’, doelend op de muzikale voorkeur van de, destijds bij een bank werkende concertorganisator die nog tot voor kort concerten organiseerde.
Of dit concert het kantelpunt werd, weet ik niet, maar je ziet wel dat er begin jaren negentig van de vorige eeuw zoiets als een cultuuromslag plaatsvindt.
Had je daarvoor vooral reclame voor concertseries in den lande, nu verschenen er opgeblazen advertenties voor de organisten zelf. Paginagrote aankondigingen met enorme foto’s van organisten die op mij daarvoor eerder een bescheiden en verlegen indruk maakten. Regelmatig dacht ik: ‘Zit die man daar wel op te wachten?’
Ik weet niet hoe u die commercialisering hebt ervaren, maar het heeft mij niet gestimuleerd om juist die organisten te gaan vereren met een concertbezoek. Dan liever naar een concert dat alleen in een bescheiden annonce werd aangekondigd.
Een cultuuromslag die de orgelwereld nooit meer helemaal losliet. Jammer, of verdienen organisten en de concerten dat opvallende pamflet, dat ook door veel andere musici wordt ingezet? Ook daar valt wat voor te zeggen.
Nu concertbezoek niet meer de vanzelfsprekendheid kent van weleer, begrijp ik dat reclame voor de zaak bitter noodzakelijk kan zijn, maar heel stiekem kan ik terugverlangen naar de tijd van voor 1990, waarbij je gewoon je oog liet glijden over een concertserie en even later, tevreden glimlachend, een datum in de agenda noteerde, waarbij je hoopte dat de organist dat ene goede doel niet uit het oog zou verliezen: reclame maken voor een uniek instrument!
Bert Rebergen (*1969) is ruim dertig jaar actief in het onderwijs en treedt op als spreker en verhalenverteller. Orgelmuziek mag zich in zijn belangstelling verheugen. Dit als luisteraar en als bespeler van menig instrument. Hij schrijft sinds 2006 voor ORGELNIEUWS als columnist en recensent.