Wanneer ik het voor de eerste keer hoorde, weet ik nog precies. Het was bij een oom van mij die zich, het liep tegen de kerst, een LP met een Carol Service cadeau had gedaan – misschien kent u hem wel: die zwarte van Argo uit 1965. Dat geronk met die zacht-zilveren kroon erboven: het maakte diepe indruk en werd een bron van inspiratie.
Het orgel van King’s College Chapel in Cambridge is in 1605/06 gebouwd door Thomas Dallam. Aanvankelijk stond het, met een waarschijnlijk vijftorige kast, aan de oostkant van de kapel. Later (1613/14?) is het op het oxaal gezet. Daar is het regelmatig verbouwd. Bijvoorbeeld in 1661/78/88, toen het zijn huidige gedaante kreeg; en in 1859/89, toen de firma Hill het omvormde tot een orkestraal geheel (56/IVP).
Herbouw en revisie
In 1934, tijdens het dirigentschap van Boris Ord, kreeg het orgel opnieuw een overhaul, ditmaal van de firma Harrison & Harrison. Hierbij werd het voorzien van electro-pneumatische tractuur en uitgebreid tot 77 stemmen – inclusief 15 extensies en transmissies in het Pedaal, en een tussen Great en Choir ‘drijvende’ tongenbatterij. Het Hoofdwerk kreeg slechts een Sesquialtera (tertsmixtuur), geen Harmonics (mixtuur met terts en septiem) zoals bij Harrison gebruikelijk was; het Positief daarentegen (de Classical Revival zat in de lucht!) een fluitenkoor met Nazard, Tierce, Larigot en Twenty-Second: het meest complete dat de firma ooit gebouwd had. Mede dankzij het ergonomische dashboard, de soepele besturing en de indrukwekkende carrosserie, was het instrument een ware ‘Rolls-Royce amongst organs’.
In 1968, ten tijde van David Willcocks, is de klank van deze Harrison opgehelderd, onder meer door de vervanging van de Large Open en de Hohlflute van het Hoofdwerk door een vierkorige Mixtuur (1½’) en een tweevoetsfluit. Tevens is toen de Salicet van het Positief vervangen door een Dulzian. Het is in deze toestand dat Philip Ledger het orgel bekend maakte. Na diens vertrek is de Mixtuur, die in het plenum prominent aanwezig was, wat milder gemaakt (1992), en is de Dulciaan vervangen door een, beter bij het instrument passende, Bassethoorn (1997).
Restauratie en renovatie
Omdat het orgel het afgelopen decennium, ondanks regelmatig onderhoud, steeds slechter ging klinken en functioneren (tijdens de Carol-Service van 2015 zat er een on-call engineer op het oxaal), heeft men besloten om het grondig te restaureren en waar mogelijk te renoveren en optimaliseren. Deze restauratie/renovatie/optimalisatie vond plaats van januari tot september vorig jaar.
Hierbij zijn kast, de speeltafel en de 4.388 pijpen schoongemaakt en waar nodig gerepareerd. De windvoorziening werd gereviseerd en opnieuw beleerd. Voorts zijn de manuaalladen (exemplaren met slepen en cilinderspoelen), inclusief tractuur en bekabeling (zo’n 15 kilometer!) geheel vernieuwd. Daarbij zijn de laden van het Choir, die dwars in de kast lagen, in een nieuwe zwelkast netjes achter het front van het Positief gezet. Daarachter is een pedaallade gemaakt, waarop zes pedaalstemmen (de grootste staan in het oxaal) een plek hebben gevonden. Bovendien kreeg de speeltafel nieuwe snufjes: een Manuals I&II Exchange, een delingsmechaniek voor het Pedaal en een iPad page-turner.
Op de webstek van King’s, van Harrison en op YouTube zijn van de restauratie een verslag, filmpjes en vele foto’s te vinden. Tijdens de Evensong van 24 september 2016 is het instrument weer in gebruik genomen, en op 4 oktober volgde het inspelingsconcert door de Amerikaanse organist Nathan Laube (zie onderaan).
‘A voice reborn’ ?
Onlangs is een cd verschenen waarop Stephen Cleobury, sinds 1982 King’s Director of Music, de gerestaureerde Harrison horen laat. Dit schijfje opent met de feestelijke Alleluyas (1965) van Simon Preston. Hier is onmiddellijk te merken dat het orgel ‘schoner’, steviger en directer klinkt dan voorheen, – en het Choir minder prikkerig dan vroeger.
Mooi belijnd klinkt het prestantenkoor in Bachs ‘Wir glauben all’ en ‘Kyrie, Gott Heiliger Geist’; in ‘Heut’ triumphieret Gottes Sohn’ zit er, dankzij de Sesquialtera, zelfs een authentiek ‘randje’ aan. Dat er daarnaast nog steeds neo-klassieke geluiden uit de kast te toveren zijn, laat Cleobury horen in ‘Christ unser Herr’, waar hij de Schalmei (uit 1968) van het Pedaal opentrekt. Minder aangenaam klinkt de Octave Tromba in ‘In dir ist Freude’, en de Cor Anglais (?) in de begeleiding van ‘O Mensch bewein’.
Boeiend daarentegen klinkt de vertolking van Francks Pièce Héroïque, – niet in het minst omdat Simon Preston dit stuk in 1962, toen het orgel in nog vrijwel ongerepte staat verkeerde, hier op een LP heeft gezet (met Choral II en l’Ascension erbij). Als je de opnamen met elkaar vergelijkt, roept het de vaag op of de voice van 1934 tijdens de laatste werkzaamheden nu reborn is, zoals op het cd-boekje staat, – of opnieuw een remake heeft ondergaan. Ik twijfel. Het instrument klinkt consistenter dan in ’68. Maar dat geweldige geruis van daarvóór -het is om lyrisch van te worden! – dat hoor je niet meer terug…
Ronken
Desondanks overtuigend, klinkt het orgel in Engels repertoire, zoals het Resurgam (1922) van Harvey Grace – een Introductie, Passacaglia en Epiloog à la Alcock, en de Procession Royale (2015) van George Baker – een Mathias-achtig stuk dat aan Cleobury is opgedragen en op deze cd zijn wereldpremière beleeft. Ook hier is te merken dat de The King of Instruments bij de restauratie zijn stem bepaald niet verloren heeft. Zo sprankelend als The Queen of Instruments – de Harrison in St. Mary Redcliffe (1912/47) – klinkt ’ie misschien niet. Maar ronken doet hij nog steeds. Indrukwekkend!
The King of Instrumentes – A Voice Reborn
Stephen Cleobury, organ – King’s College Cambridge
Alleluyas (Preston); Wir glauben all’ an einen Gott BWV 680 (Bach); Christ, unser Herr, zum Jordan kam BWV 684 (Bach); Kyrie, Gott, heiliger Geist BWV 671 (Bach); Organ Sonata Op. 65 No. 1 in f minor (Mendelssohn); Resurgam (Grace); Pièce héroïque (Franck); In dir ist Freude BWV 615 (Bach); O Mensch, bewein dein Sünde groß BWV 622 (Bach); Heut’ triumphiret Gottes Sohn BWV 630 (Bach); Procession Royale (Baker)
Label: King’s College, Cambridge
Nummer: KGS0020 (SACD)
Speelduur: 63’37
Booklet: 28 pagina’s (EN)
Prijs: £ 13,00 (ca. € 14,50)
Bestellen: www.kingscollegerecordings.com