Tien plus een vragen aan Lydia Vroegindeweij over Orgelkids

Dit jaar bestaat Orgelkids tien jaar. Het educatieve project wil met behulp van een het Doe-orgelbouwpakket en andere lesmaterialen kinderen enthousiast maken voor het orgel en orgelmuziek. Inmiddels heeft het project ook navolging gevonden in het buitenland. Het jubileum wordt onder meer gevierd met een Inspiratiedag in Amersfoort op 4 juli. Lydia Vroegindeweij is de initatiefneemster van Orgelkids. ORGELNIEUWS stelde haar 10+ vragen.   

Text Example

advertentie



Hoe ben je zelf gefascineerd geraakt voor het orgel en voor orgelmuziek?
Ik heb als kind een aantal jaren orgelles gehad op de muziekschool. Thuis stond een Philicorda en later een Yamaha (we hebben het over de jaren 60/70). Bij mijn opa stond een harmonium, maar die woonde ver weg. Mijn eerste eigen single was ‘Mijn Gebed’ van DC Lewis met Feike Asma op het orgel, en ook een lp van Cor Steijn vond ik fascinerend. Later ging ik gitaar en keyboard spelen en zingen (als singer-songwriter), maar de aandacht voor orgel bleef sluimeren

Tijdens mijn studie theologie maakte ik in 2003 een reis met Joost Langeveld. Een lange gecombineerde Luther/Bach-reis met verblijf in het klooster waar Luther verbleef en de Wartburg, maar ook met veel muziek op alle plaatsen waar Bach had gewerkt. Elke ochtend begon met een uur college over Bach-cantates. De reis eindigde met vijf dagen Bachfestival in Leipzig. Ik ging eigenlijk mee voor Luther, maar kwam thuis met Bach. In september van dat jaar begon ik met serieuze orgellessen bij Wout van Andel, waar ik nog steeds les van heb.

Hoe is het idee voor Orgelkids en het Doe-orgel ontstaan?
Orgelkids is ontstaan in aanvulling bij het fonds op naam dat ik in 2009 heb opgericht bij het Prins Bernhard Cultuurfonds. Aanvankelijk als onderdeel van mijn testament, maar ik kon het al eerder vullen met budget om orgelprojecten voor kinderen financieel te ondersteunen. Dat is ook gebeurd vanaf 2010 in diverse projecten, maar de laatste jaren ook met hulp voor de aanschaf van meer Doe-orgels in de regio, onder andere in Alkmaar en Schijndel.

Om organisten op ideeën te brengen wat je zoal zou kunnen doen, bouwde ik een website waarop ik korte berichtjes over bestaande activiteiten in het land bij elkaar zette. Daaruit kwam de vraag voort naar een klein orgel dat in een personenauto mee kan naar een school. Het eerder gebruikte demonstratieorgel van Reil/Orgelpark moest in een aanhanger verplaatst worden en vroeg dus veel logistieke planning.

Mijn zoektocht bracht me in contact met Wim Janssen, die als gepensioneerd orgelbouwer een prototype had gemaakt van een herbruikbaar orgelbouwpakket voor kinderen. Ik mocht een orgel bij hem bestellen. In mei 2013 was het klaar en kon ik het komen ophalen. Toen Wim het voor mij bouwde heb ik daar een instructiefilm van gemaakt en ter plekke hebben we de naam Doe-orgel verzonnen, als tegenhanger van ‘demonstratie-orgel’.

Toen ik alle lesmaterialen erbij klaar had, kon de verhuur van de leskist van start en heb ik een stichting opgericht om het project in onder te brengen. [Dit is de Stichting Kerkmuziek Netwerk, waar ook het project Kerkliedwiki deel van uitmaakt.] Mijn doel is vooral om organisten, orgelcommissies en docenten te inspireren om projecten voor kinderen te verzorgen en ze te faciliteren met goed materiaal.

Het Doe-orgel richt zich op het technische aspect van het orgel. Hoe maak je de verbinding met het muzikale aspect?
Het Doe-orgel loopt natuurlijk het meest in het oog, maar Orgelkids is meer dan alleen deze leskist. De les, waarin het orgel uit 128 onderdelen wordt opgebouwd (dat kan in circa 45 minuten), is onderdeel van een uitgeschreven lessenreeks met drie lessen en een kinderconcert.

De eerste les gaat over de verschillende families van instrumenten met als slotvraag: is het orgel een blaasinstrument of een toetsinstrument? In de tweede les wordt het Doe-orgel gebouwd en de derde les vindt plaats in kerk of concertzaal bij het grote orgel. Daar wordt geluisterd naar muziek en klankkleuren, wordt de techniek die ze al hebben ontdekt aan het Doe-orgel in het groot bekeken. Vervolgens adviseren we om een speciaal kinderconcert te geven waarin de muziek centraal staat.

Aan het Doe-orgel is inmiddels ook de Fluitenkist toegevoegd, waarmee een klas van 30 kinderen muziek kan maken en voor ‘orgelregister’ kan spelen.

Wat fascineert kinderen het meest: techniek of muziek?
Dat is het leuke van het project: beide! Juist de combinatie maakt het project boeiend voor alle kinderen. Wie in techniek is geïnteresseerd komt aan zijn trekken, maar ook wie graag muziek hoort of maakt. Vaak zie je in een klas de doeners echt opleven als ze zoiets mogen bouwen. En dat zijn zeker niet alleen de jongens. De talenten met technisch inzicht haal je er zo uit. Zij lossen problemen op, die anderen niet direct zien.

De sensatie dat er echt muziek uit hun bouwwerk komt is voor alle kinderen prachtig. En zelf iets laten horen of uitproberen is weer leuk voor kinderen met een muzikale interesse. Die muziek en met name de grotere rijkdom aan klanken van een groot orgel maakt ook de laatste les tot een waardevolle ontdekkingstocht. Voor de technische uitdaging is de slotvraag aan het einde van de tweede les: op het Doe-orgel staan de pijpen recht boven de toetsen, maar hoe is dat geregeld bij een groot orgel?

Orgelkids bestaat nu tien jaar. Wat zijn jouw ervaringen in die jaren? En hoe hebben die ervaringen bijgedragen aan verdere ontwikkeling van Orgelkids?
De belangrijkste ervaring is dat niet elke organist te inspireren is om iets te doen met Orgelkids. Zelf actief naar buiten treden, je orgel promoten en educatieve projecten uitventen naar scholen ligt niet iedereen. Volkomen begrijpelijk als je kijkt naar het orgel: het is een solo-instrument en je kunt als organist een concert geven zonder oog in oog te staan met je publiek.

In de ontwikkeling van het project is er dus steeds meer aandacht ontstaan voor de organisatoren eromheen, de vrijwilligers van de lokale orgelcommissies en stichtingen. Zij zijn de mensen met een breder netwerk buiten de orgelwereld, kunnen contacten met scholen en cultuurinstanties opbouwen, middelen verwerven en een project uitvoeren. De organist wordt er uiteraard graag in betrokken om het orgel te laten horen, maar de commissieleden gaan naar de scholen met het Doe-orgel. Orgelkids moet het in belangrijke mate hebben van deze orgelvrienden en liefhebbers en past de werkwijze daar steeds wat op aan. Voor deze doelgroep is de Inspiratiedag ook in eerste instantie samengesteld.

Wat is het merkbare resultaat van Orgelkids? Mogen we meer aspirant-organisten verwachten?
Er zijn zeker al resultaten bekend van kinderen die door deze kennismaking zo nieuwsgierig zijn geworden, dat ze orgelles willen. Een slimme organist koppelt aan deze introductie via school natuurlijk ook meteen een aanbod voor drie leuke kennismakingslessen in een klein groepje. Maar mijn doel is breder dan enkel het werven van nieuwe organisten. Het gaat in de kerndoelen van het onderwijs om muziek, techniek en erfgoed.

Kennismaking met de orgelrijkdom en de cultuurhistorische betekenis is voor alle kinderen van belang. Ook als ze later een beslissende stem hebben over toekenning van subsidies voor behoud van deze cultuur, is het fijn als ze ooit de schoonheid van orgels en orgelmuziek hebben ontmoet. Ergens moet dat eerste vonkje overslaan om de liefde voor het instrument te ontsteken. En als kinderen niet meer spontaan in aanraking komen met het orgel in de kerk, moet je het orgel naar de kinderen brengen.

Orgekids in Tilburg.Kennismaking met de orgelrijkdom en de cultuurhistorische betekenis is voor alle kinderen van belang.| © foto Orgelkids

Orgelkids heeft zijn vleugels uitgeslagen naar het buitenland. Hoe is dat tot stand gekomen?
Aantrekkelijk beeldmateriaal en internet zijn de succesfactoren. Door slim gebruik van trefwoorden op de website, pagina’s in meer talen en sociale media is al het materiaal internationaal vindbaar gemaakt. Er kwam al snel belangstelling uit België, waarna Het Orgel in Vlaanderen het eerste ‘filiaal’ werd met een eigen Doe-orgel.

Ook Nederlandse organisten in het buitenland hebben geholpen om het project meer bekendheid te geven. Zo heeft Frank Ezinga in Canada gezorgd voor Engelse ondertiteling van onze eerste filmpjes. Peter Scheessele, een zevenjarige organist uit Oregon, zag het in 2015 en wilde het project naar de USA halen. Dat hebben we samen met zijn ouders gedaan; met de tekeningen van Wim en een lokale orgelbouwer zijn er enkele Doe-orgels gebouwd.

Sinds 2016 is Orgelkids USA operationeel en is Peters moeder directeur van deze stichting. Daarna volgde Orgelkids Canada, waar het project direct ‘nationwide’ werd opgezet door organistenvereniging RCCO met acht orgels in alle regio’s, gebouwd door Letourneau. Verschueren heeft het project geadopteerd en bouwt de orgels nu op bestelling. Zo ontstond Orgelkids Zweden en zijn er meer Doe-orgels te vinden in Nederland, Duitsland, Zwitserland, USA en Wallonië (B). Dit jaar zijn Orgelkids Taiwan en Orgelkids China gestart, en zullen er meer landen in Azië volgen.

De tekeningen van het Doe-orgel zijn bovendien beschikbaar gemaakt voor zelfbouwers en zo is Orgelkids UK ontstaan. Momenteel zijn er 54 Doe-orgels in de wereld en zijn er ook ongeveer zoveel tekeningensets bij zelfbouwers.

Verschilt het format in het buitenland van de aanpak in Nederland?
Het format verschilt niet heel wezenlijk. Overal is het succes afhankelijk van een initiatief van organisten en liefhebbers, die het project van de grond trekken en scholen of cultuurmarkten bezoeken. Die mensen ondersteun ik graag met advies en materiaal.

In landen met grotere distributie-afstanden zoals Amerika en Canada zijn andere eisen aan de verpakking van het Doe-orgel gesteld en uitgewerkt om het orgel te laten reizen. In Duitsland is er een betere inbedding in de kerkelijke context, dankzij een organisatie als Vision Kirchenmusik met de ‘Orgelentdeckertage’. In België zijn orgeldocenten vaker georganiseerd in muziekscholen met wat meer ruimte voor educatieve projecten dan in Nederland. Wat in China en Taiwan opvalt is de grootschaligheid, met nu zelfs een orgelzomerkamp voor 100 kinderen in Ping Tung, dat binnen 16 uur uitverkocht was.

Er bestaan overigens ook leuke internationale projecten, waar we in Nederland goed bij zouden kunnen aansluiten, zoals de Maker Fair, World Make Music Day (21 juni) en Bach in the subways (rond 21 maart).

Belangstelling voor orgel en orgelmuziek bij de jeugd is niet meer zo vanzelfsprekend als decennia geleden. Hoe komt dat? Hoe zie jij de toekomst voor je? 
Door teruglopend kerkbezoek komen kinderen minder in aanraking met het orgel. Willen we de orgelcultuur interessant houden voor volgende generaties dan zal er actief promotie voor het instrument gemaakt moeten worden, maar wel ingebed in doelstellingen van het onderwijs. Het project Orgelkids vervult zo’n rol. Het is organisch gegroeid en dat mag ook zo verder gaan.

Ik heb geen commercieel belang en doe dit als vrijwilliger met een missie: zorgen dat het orgel bekend en geliefd blijft bij een groot publiek. De kosten van mijn project worden vooral gedekt door de opbrengsten van de verhuur van onze twee Doe-orgels en de verkoop van tekeningensets. Ik zoek wel steeds naar verbreding van het project met andere werkvormen en nieuwe concepten voor hetzelfde doel.

Zo ontwikkelen we nu een nieuw lespakket de Orgelridders, wat eenvoudiger aan te bieden is aan scholen en cultuurbemiddelaars. Daarbij wil ik een vast groepje organisten vormen die op aanvraag de scholen kunnen bezoeken met het Doe-orgel en goed ingevoerd zijn in het project. Met name die route zal de komende jaren intensiever worden bewerkt, zodat we orgelcommissies een steuntje in de rug geven. En natuurlijk geven we het graag steeds opnieuw een impuls met nieuwe middelen, in beeld en geluid.

Het Orgelkids-jubileum wordt onder andere gevierd met een inspiratiedag in Amersfoort. Wat kunnen deelnemers verwachten.
Tijdens de dag staan de educatieve doelen centraal: hoe organiseer je een project dat succesvol kan zijn om kinderen te bereiken met het orgel. Dat kunnen projecten van Orgelkids zijn, maar natuurlijk ook elk ander project dat hetzelfde doel dient.

Het gaat erom dat de deelnemers op ideeën komen, hun ervaringen delen met elkaar en zo geïnspireerd raken dat ze er in hun eigen plaats werk van kunnen gaan maken. Daarvoor hebben we een vernieuwende educatieve uitgever van Blink als spreker, maar ook twee rondes workshops onder andere over de organisatie van een orgelexcursie, het onderwijsleergesprek bij het orgeltje bouwen met Wim Janssen, het werken met de Fluitenkist en met grafische partituren, en het samenstellen van een goede vertelling met opdrachten rond het eigen orgel.

Er is ook aandacht voor grappige werkvormen zoals het samenstellen van een orgel-escaperoom of een speurtocht. Ook de orgelfiets van Verschueren is te bespelen. Er wordt een boek gepresenteerd vol met lesideeën, die ik de afgelopen jaren heb verzameld. De dag organiseren we in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Stichting Klinkend Erfgoed Nederland.

En natuurlijk vieren we het tienjarig bestaan van Orgelkids met muziek. Deze dag worden de prijswinnaars bekend gemaakt van de compositiewedstrijd die we ter gelegenheid van het jubileum organiseerden. Maar liefst 48 composities uit de hele wereld zijn ingestuurd, speciaal geschreven voor het Doe-orgel. Daar zullen we iets van laten horen.

Een gouden tip voor wie jeugd wil enthousiasmeren voor orgel?
Wees gastvrij aan de speeltafel! Voor deze eenvoudige stimulans heb je geen uitgebreid project of demonstratieorgel nodig. Nodig kinderen gewoon uit om bij je werkplek te komen kijken, gun ze een plekje op de orgelbank, laat ze zich vergapen aan wat je als organist allemaal doet, geef ze de kans om je te helpen bij het registeren en zelf iets te proberen. Je bezorgt ze een onvergetelijke ervaring.


Orgelmaker over ‘Orgelkids’

Johan Zoutendijk van Verschueren Orgelbouw en bestuurslid van de Vereniging van Orgelmakers in Nederland over Orgelkids: “Je vraagt je soms af wie er over 25 jaar voor onze orgels gaat zorgen, wie ze dan zullen bespelen en wie onderhoud en instandhouding financiert en verzorgt; veel mensen komen immers niet meer spontaan in aanraking met het orgel. ‘Onbekend maakt onbemind’ wordt wel gezegd; we zullen dus draagvlak voor het orgel moeten creëren door de mensen op te zoeken en beter ‘zichtbaar’ te zijn.
Orgelkids legt de connectie met misschien wel de belangrijkste doelgroep: kinderen. Dát is de toekomst en zij moeten weten dat er zoiets als een orgel bestaat, dat het de moeite waard is er zorg voor te dragen. Het komt niet alleen aan op goede ideeën en een platform, maar ook op de wijze waarop je kids benadert. Zoek een format dat past bij de doelgroep, maar anderzijds is de formule van het doe-orgel juist geslaagd omdat de ‘bouwers’ een écht orgel bouwen; geen plastic demo. En verder is het actief ‘doen’ en ‘teamwork’ nu juist iets wat het tot een beleving maakt. Het begrip ‘beleving’ scoort enorm en daar speelt ‘orgelkids’ op een fantastische wijze op in. Met het oog op de toekomst hebben wij orgelmakers er belang bij activiteiten rondom het orgel te faciliteren. Dat is niet alleen een inspanning maar ook een uitdaging en een missie.”