Van Dam-orgel Dorpskerk Nunspeet gerestaureerd en uitgebreid

Van Dam-orgel Dorpskerk Nunspeet | © foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Het Van Dam-orgel (1872) in de hervormde Dorpskerk van Nunspeet is gerestaureerd en uitgebreid door J.L. van den Heuvel Orgelbouw te Dordrecht. De ingebruikname vindt op vrijdag 30 oktober plaats in beperkte kring.

Text Example

advertentie



Het orgel is in 1872 gebouwd door de firma L. van Dam en Zonen te Leeuwarden. Het instrument heeft dan 17 stemmen – waarvan twee gereserveerd – en aangehangen pedaal. Op 28 augustus van dat jaar vindt de ingebruikname plaats.

Bij oplevering is de dispositie:

Hoofdwerk C-g3
Bourdon 16
Violon 16 disc.
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quintprestant 3
Octaaf 2
Cornet III disc.
Trompet 8 bas/disc.

Bovenwerk C-g3
Salicionaal 8
Viool de Gambe 8
Roerfluit 8
Salicet 4
Fluit Travers 4
Quintfluit 3 – (geres.)
Gemshoorn 2
Klarinet 8 – (geres.)

Pedaal C-d1
Aangehangen

Werktuigelijke registers
Klavierkoppel
Afsluiter Hoofdwerk
Afsluiter Bovenwerk
Ventiel
Tremulant Bovenwerk

In het begin van de twintigste eeuw wordt de voor de Klarinet 8 gereserveerde plaats door B.F. Bergmeijer ( v/h P. van Dam) te Woerden ingevuld met een Voix Céleste 8.

Verplaatst , vergroot en verbouwd

Als in 1960 de kerk met een zijvleugel wordt uitgebreid tot 1.000 zitplaatsen wordt het orgel door de firma Leeflang te Apeldoorn gedemonteerd. Na revisie krijgt het een plaats op een galerij in de nieuwe aanbouw.

Omdat het orgel niet toereikend blijkt voor de vergrote Dorpskerk wordt besloten het orgel uit te breiden. De opdracht daarvoor gaat in 1967 naar de dan nog jonge, plaatselijke orgelmakerij Hendriksen & Reitsma.

Het orgel wordt niet alleen uitgebreid met een zelfstandig pedaal (tot f1 i.p.v d1) van vijf stemmen, ook ondergaat de dispositie uitbreiding en wijzigingen die passen in het tijdsbeeld van de orgelbouw in de zestiger jaren.

De nieuwe pedaallade krijgt een plaats achter de rechter zijtoren. Hiertoe wordt het Hoofdwerklade opgegeschoven. De mechanieken worden vernieuwd. De windvoorziening (met magazijnbalg) wordt vervangen door verende ladebodems die hun wind rechtstreeks uit de windmotor krijgen.

Voor de Subbas 16 van het Pedaal wordt de oude Bourdon 16 van het Hoofdwerk gebruikt. De overige dispositiewijzigingen, zoals ze uit onderstaande dispositie blijken, worden ingevuld met nieuw pijpwerk. Opvallend is de uitbreiding van de Cornet III discant naar klein f.

De klaviatuur wordt min of meer in stijl van Van Dam aangepast.

In 1990 wordt het pijpwerk schoongemaakt en worden de met goudverf bestreken labia van de frontpijpen voorzien van bladgoud. Het houtwerk rondom de klaviatuur wordt van een donkerder lak voorzien.

Van Dam-orgel Dorpskerk Nunspeet | © beeld Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Dispositie vanaf 1967/1968:

Hoofdwerk C-g3
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quintprestant 3
Octaaf 2
Mixtuur IV-VI
Cornet III – af f0
Trompet 8

Bovenwerk C-g3
Salicionaal 8
Viool di Gamba 8
Roerfluit 8
Salicet 4
Fluit travers 4
Gemshoorn 2
Cymbel II-III
Dulciaan 8

Pedaal C-f1
Subbas 16
Prestant 8
Octaaf 4
Fagot 16
Schalmey 4

Restauratie, reconstructie en uitbreiding

In 2019 is een omvangrijke restauratie, gedeeltelijke reconstructie en uitbreiding van het orgel in gang gezet. Onder advies van Herman Kamp zijn de werkzaamheden uitgevoerd door J.L. van den Heuvel Orgelbouw te Dordrecht.

De windladen zijn gerestaureerd, waarbij de balgen onder de laden zijn verwijderd. De windvoorziening is nu opnieuw aangelegd. Door de in 1967 gewijzigde opstelling was de oorspronkelijke plaatsing van een grote magazijnbalg niet mogelijk. Nu is voor elk werk een eigen vouwbalg gemaakt. De balg van het Hoofdwerk is in de onderkas opgesteld, die van het Bovenwerk bevindt zich nabij de betreffende windlade. De pedaalbalg is opgesteld onder het verhoogde looppad tussen de pedaalkas en de hoofdkas. Daar bevinden zich ook de twee windmotoren die de drie balgen voeden. De tremulant van het Bovenwerk is vernieuwd.

Dispositieherstel

De oorspronkelijke dispositie van de manualen is hersteld. Wel is de Mixtuur in gewijzigde samenstelling behouden. Voor de reconstructie is gebruik gemaakt van Van Dam-pijpwerk waarover de Nunspeter orgelcommissie beschikking had (ca. 1910, waarschijnlijk afkomstig uit de Schanskerk te Leeuwarden). Dit pijpwerk bevindt zich in de Bourdon 16, Violon 16, Mixtuur, Trompet 8 en Quintfluit 3.

Voor een deel van de gereconstrueerde Violon 16 discant kon het bijbehorende frontpijpwerk weer worden aangesloten. Door de herindeling van de Hoofdwerklade in 1967 is dit register op een kantsleep toegevoegd. Van de Trompet 8 zijn koppels, stevels, kelen en tongen uit 1967 vervangen. Tevens is de bas/discant-deling van dit register in ere hersteld.

Op het Bovenwerk is de Cymbel vervangen door een Quintfluit 3. Op de plaats van de Dulciaan 8 is een nieuwe (opslaande) Klarinet 8 geplaatst.

Bovenwerklade met op de voorgrond de nieuwe Klarinet 8 | © beeld J.L. van den Heuvel Orgelbouw

De Bourdon van het Hoofdwerk is gereconstrueerd. Het in 1967 als Subbas 16 op het Pedaal gedisponeerde register werd opnieuw speelbaar gemaakt op het Hoofdwerk, aangevuld met Van Dam-pijpwerk van elders. Van de huidige Subbas 16 is het groot octaaf gecombineerd met de Bourdon 16, het aanvullende pijpwerk is nieuw en gecombineerd met een nieuwe Gedekt 8 in het Pedaal. De Octaaf 4 uit 1967 bleef behouden. Deze drie stemmen zijn geplaatst op de opnieuw ingedeelde pedaallade uit 1967.

Het Pedaal is verder uitgebreid met een Prestant 16 (open, grenen). De Fagot 16 en Schalmey 4 zijn vervangen door een Bazuin 16 in volle bekerlengte (grenen). Beide 16-voetsregisters zijn samen met de Prestant 8 uit 1967 geplaatst op en nieuwe lade in een nieuwe pedaalkas achter het orgel.

Op het niveau van het Bovenwerk is tussen de pedaal- en hoofdkas een opklapbare loopplank aangebracht.

De nieuwe pedaalkas van bovenaf gezien | © beeld J.L. van den Heuvel Orgelbouw
Blik op het pijpwerk in de nieuw pedaalkas. Van boven naar beneden: Prestant 16, Octaaf 8, Bazuin 16 | © beeld J.L. van den Heuvel Orgelbouw.

Alle pijpwerk is schoongemaakt en gerestaureerd. Tenslotte werd de intonatie geheel herzien in de stijl van Van Dam.

Ingebruikname

Op 12 oktober 2020 werd het werk opgeleverd. De officiële ingebruikname vindt plaats op vrijdag 30 oktober. Vanwege coronamaatregelen zal dat in beperkte kring zijn. Adviseur Herman Kamp bespeelt het gerestaureerde orgel bij deze gelegenheid.

Huidige dispositie

Hoofdwerk C-g3
Bourdon 16
Violon 16 disc.
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quintprestant 3
Octaaf 2
Mixtuur III-V
Cornet III disc.
Trompet 8 bas/disc.

Bovenwerk C-g3
Salicionaal 8
Viola di Gamba 8
Roerfluit 8
Salicet 4
Fluit travers 4
Quintfluit 3
Gemshoorn 2
Klarinet 8

Pedaal C-f1
Prestant 16
Subbas 16
Octaaf 8
Gedekt 8
Octaaf 4
Bazuin 16

Werktuiglijke registers
Klavierkoppel
Pedaalkoppel-I
Pedaalkoppel-II
Tremulant (Bovenwerk)

Samenstelling Mixtuur
C : 2 – 1 1/3 – 1
c0: 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3
c2: 8 – 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3
f#2: 8 – 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2

Samenstelling Cornet
c1: 2 2/3 – 2 – 1 3/5

Bronnen:
– Persbericht 23 oktober 2020 en mededeling J.L. van den Heuvel Orgelbouw
hermankamp.nl (Hervormde Dorpskerk Nunspeet), geraadpleegd 27 oktober 2020
– Encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland 1872-1878