Op 8 mei 2022 is de Stefanuskerk te Beilen en het in de kerk aanwezige orgel opnieuw in gebruik genomen. Het orgel is gerestaureerd door Orgelmakerij Heideveld met medewerking van Orgelmakerij Bakker & Timmenga en plaatselijke vrijwilligers.
Op 22 november 1840 wordt in Beilen het eerste orgel geplaatst door de heer B. Kerkhoff uit Groningen. Hierbij is mogelijk medewerking verleend door orgelmaker Petrus van Oeckelen. Het orgel is afkomstig uit de R.K. Academie of Broerenkerk te Groningen, waar het ‘ongeveer 11 jaar dienst had gedaan’.
Dit orgel was gebouwd door de orgelmaker J.W. Timpe en had twee manualen met ‘negen registers, twee afsluitingen, eene koppeling, te zamen twaalf trekkers’. Het is waarschijnlijk dat ‘muzikant’ Kerkhoff het orgel bij plaatsing te Beilen liet voorzien van een pedaalklavier, aangehangen aan het ondermanuaal.
Van Oeckelen
In 1862 besluiten de kerkvoogden van Beilen tot het aanschaffen van een nieuw orgel voor f 2.960. De opdracht wordt verleend aan P. van Oeckelen en Zonen te Haren. De inwijding vindt plaats op 21 september 1863. Het orgel is bij oplevering geschilderd in een esdoorn- of lichte eikenimitatie, overeenkomstig het in 1858 door Van Oeckelen uitgebreide orgel in de Doopsgezinde Kerk van Harlingen.
In 1875 wordt het opnieuw geschilderd, nu in ‘zwart, afgezet met goud’. In het kader van een kerkrestauratie wordt het orgel in 1939 door W. Lok opnieuw geschilderd in een lichte houtimitatie. Bij die gelegenheid maakt Emil Neuhauser uit Assen het orgel grondig schoon.
Restauratie 1969
In 1969 restaureert de firma Flentrop het orgel, waarbij de windladen van hechthouten platen worden voorzien en de slepen door dubbel verende masonite exemplaren worden vervangen. De pulpeten worden vervangen door metalen strips. Ook wordt een nieuwe orgelmotor geplaatst. De winddruk is na oplevering 82 mm waterkolom. Adviseur is Lambert Erné. Opnieuw wordt de orgelkas geschilderd, ditmaal in een op palissander gelijkende houtimitatie. Schildersbedrijf Manak & Zoon uit Assen voert deze werkzaamheden uit.
Restauratie 2017-2022
Na een aantal herstelwerkzaamheden door orgelmaker Henk Heideveld, uitgevoerd in 2013 en 2015 startte in 2017 een restauratie. Theo Jellema wordt als adviseur benoemd.
In het voorjaar van 2020 ontstaat er echter door een lekkende wateraansluiting forse waterschade aan opgeslagen orgelonderdelen in het bijgebouw/souterrain van de kerk. Ook de rigoureuze herinrichting van de kerkruimte zorgt in de winter van 2020-2021 voor forse schade door vocht aan de aanwezige kast, snijwerk en houten pijpen. Deze schade is vooral veroorzaakt door een combinatie van een nieuw aangelegde schuimbeton- en afdekvloer in combinatie met onvoldoende ventilatiecapaciteit. De schade is enorm. Een en ander deed de adviseur Theo Jellema besluiten om terug te treden. In zijn plaats werd Dirk Bakker benoemd.
Veel onderdelen, zoals houten pijpen, registerknoppen en mechanieken moeten opnieuw worden gerestaureerd. Gelukkig blijven de windladen en de magazijnbalg door opslag elders in het gebouw ‘buiten schot’. De schepbalgen zijn helaas buiten functie gehouden en zijn niet gerestaureerd. Mede dankzij de milde en relatief vochtige zomer van 2021 en een voorzichtig stookregime is de schade aan de houten delen van het orgel nog enigszins beperkt gebleven.
De volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd:
- Vervanging van de in 1969 aangebrachte slepen door nieuwe eiken slepen en dammen, de bovenzijde van de windladen en de onderzijde van de stokken zijn voorzien van Liegelind ringen. Nieuwe belering op de ventielen.
- Restauratie van de magazijnbalg en bijbehorende windkanalen.
- Herstel van de piano/forte trede.
- Herstel van alle houten pijpwerk, inclusief nieuwe belering en vilt bij de stoppen.
- Herstel van het metalen pijpwerk (door Orgelmakerij Bakker & Timmenga).
- Herstel van mechanieken, manuaalklavier, toetsbeleg, het grijs geschilderde pedaalklavier, lessenaar, orgelbank en klavieromgeving, inclusief vernieuwing van elektra en verlichting.
- Restauratie van metalen schroeven en conducten.
- Aanbrengen van een andere orgelmotor.
- Vernieuwen van de in 1939 aangebrachte beschildering op de metalen registerplaatjes (door Henk van der Luyt). Hiermee is de nomenclatuur uit 1939, zoals ‘Quikt’, en ‘Mictuur’, weer ongedaan gemaakt. De oude plaatjes worden in het orgel bewaard.
- Herstel van waterschade aan orgelkas, pijpwerk, snijwerk, mechanieken en andere onderdelen.
- De in 2017 aangetroffen winddruk van 87 mm is verlaagd
- Reparatie van door waterschade beschadigd snijwerk en ornamentiek.
- Het schilderwerk uit 1969 is op onderdelen geretoucheerd. De binnenzijde van de balustrade is opnieuw in houtimitatie geschilderd.
Uit onderzoek is nu gebleken dat Van Oeckelen in 1863 een nieuw orgel heeft vervaardigd. Het vertoont qua vormgeving verwantschap met de orgels van de Doopsgezinde Kerk te Harlingen (1858, sinds 2018 in de Oude Kerk van Soest) en de Doopsgezinde Kerk te Sappemeer (1866).
In Beilen gebruikte Van Oeckelen delen van het eerdere door hem verbrede front waarin de frontpijpen van Timpe zijn opgenomen. De oorspronkelijke frontpijpen en frontindeling van Timpe zijn daarin nog wel zichtbaar, maar ingebed in een groter geheel. Dit geheel, in het midden van het huidige front, moet ergens uit de periode 1840 – 1863 dateren. Gezien de relatief hoge aanschafprijs van het orgel zou dat in 1840 geweest kunnen zijn. Op basis van inscripties op de bewaard gebleven Timpe-pijpen en de oude conductgaten, die nu niet meer in gebruik zijn, kon worden afgeleid dat de oorspronkelijke frontindeling bij Timpe, dus vóór 1840, als volgt was:
Toen Van Oeckelen dit front vernieuwde kreeg het huidige middendeel van het orgel deze indeling:
De grootste frontpijp in de middentoren heeft als toon F. Maar sinds 1863 is nog maar één van de negen pijpen van de middentoren aangesloten (b0 van de Prestant 16 voet), maar voor 1863 waren alle pijpen hiervan sprekend, inclusief twee nieuwe van Van Oeckelen-pijpen. Voor de vier tussenvelden heeft Van Oeckelen telkens de vijf grootste pijpen nieuw bijgemaakt. De pijpen in de bovenste tussenvelden zijn nu loos, maar waren voor en tussen 1840 en 1863 deels sprekend. Via een wirwar aan conducten heeft Van Oeckelen in 1863 uiteindelijk 32 sprekende frontpijpen benut voor het register Prestant 16 voet Discant, waarvan 24 in het middengedeelte. Dat verklaart ook waarom op dit eenklaviersorgel twee 16 voets registers zijn geplaatst.
Dispositie
Manuaal C-g3
Prestant 8 voet
C-g geheel links en rechts in het front (zijtorens en de grootste zes pijpen van de verbindende velden); gis-g3op de lade; cis3-g3 op lengte, rest met expressions.
Prestant 16 voet discant
Vanaf e; e-h2 in het front, middengedeelte en verbindende velden. c3-g3 op de lade, met expressions.
Viola de Gamba 8 voet
C-E gecombineerd met Holpijp 8 voet; F-g3 op de lade, met expressions.
Holpijp 8 voet
C-H eiken met metalen grepen; c-g3 metaal gedekt.
Nachthoorn 4 voet
Wijd open; gis2-g3 op lengte, rest met expressions
Bourdon 16 voet
C-h eiken met metalen grepen; c1-g3 metaal, gedekt.
Octaaf 4 voet
c2-g3 op lengte, rest met expressions.
Quint 3 voet
f1-g3 op lengte, rest met expressions
Octaaf 2 voet
c1-g3 op lengte, rest met expressions
Mixtuur 3-4 sterk Bas
Mixtuur 5 sterk Discant
pijpwerk vanaf ½ voet op lengte afgesneden.
Trompet 8 voet Bas / Discant
Messing kelen en tongen; metalen stevels en koppen
Pedaal C-d1
Aangehangen
Werktuiglijke registers
Windlosser
Piano/forte trede – schakelt Bourdon 16 t/m Trompet 8 vt in en uit
Samenstelling Mixtuur
C 2 1 1/3 1 f 4 2 2/3 2 1 1/3 f1 8 5 1/3 4 2 2/3 2
Toonhoogte: a = 440 Hz bij 18,5 graden Celcius
Stemming: evenredig zwevend
Windvoorziening: Magazijnbalg met fors bemeten schepbalgen
Winddruk: 78 mm WK
Meer uitgebreide informatie en details over de geschiedenis van dit orgel zijn te vinden op orgelsindrenthe.nl.
Tekst en fotografie: Dirk Bakker