Wie aan Britse orgels denkt, denkt waarschijnlijk aan de orkestrale instrumenten die daar sinds de Victorian Era door Hill, Willis en hun opvolgers zijn gebouwd. En terecht. Maar daarbij is het goed te bedenken dat er in Engeland orgels uit de Georgian Era zijn overgebleven die, dankzij een zorgvuldige restauratie of reconstructie, niet minder inspirerend zijn.
In Londen zijn er verschillende te vinden. Een paar voorbeelden:
- St. Botolph Aldgate: Renatus Harris (1704/05), het oudst bespeelbare orgel van Engeland; restauratie 2006; 21/IIIP
- St. Lawrence, Whitchurch: Gerard Smith (1716), het orgel waarop Händel speelde voor de Hertog van Chandos; reconstructie 1994; 15/IIP
- Christ’s Chapel, Dulwich: George England (1760), met de eerste neogotische kast in Engeland; reconstructie 2009; 27/IIIP
- St.James, Bermondsey: James Bishop (1829), met een handklaviertje ter bespeling van de pedaalpijpen; restauratie 2002; 29/IIIP
Een instrument dat stellig in dit rijtje thuishoort is het orgel van de St George’s Church in Southall (West-Londen). Het werd in 1723 door Abraham Jordan gebouwd voor de St.George’s Church, Botolph Lane, vlak achter The Monument in de City van Londen. Toen dit gebouw rond 1900 in verval raakte is het orgel naar Southall overgebracht. Daar overleefde het de Blitz (de strategische Duitse bombardementen in de Tweede Wereldoorlog) en een brand, maar het vervuilde daarna zo erg, dat de vicar overwoog het speeltuig voor een stapel geld (a stack load of cash) te verkopen, ten bate van een keuken en nieuwe verwarming in de kerk.
Veertien dagen nadat hij dit plan in de Prayer Sheet had gezet (2004), werd hij, out of the blue, gebeld door orgelbouwer Dominic Gwynn, die het orgel wilde onderzoeken in verband met het schrijven van een boek over Jordan. Bij zijn bezoek ontdekte deze de kwaliteiten van het instrument. Vervolgens wist hij de parochianen zo enthousiast te maken over dit waardevolle bezit, dat men besloot het orgel niet te verkopen maar te laten restaureren. Deze restauratie werd in 2008/2009 door de firma Mander Organs uitgevoerd. Daarbij is de originele klavieromvang hersteld, het niet-originele pedaal verwijderd, de zwelkast, de onderkast, de mechaniek en de windvoorziening gereconstrueerd, en het pijpwerk en de kast met zijn gewelfde tussenvelden, zorgvuldig gerepareerd.
Het resultaat van deze onderneming is op een cd te beluisteren. Hierop wordt het orgel bespeeld door William Whitehead, docent aan de Royal Academy of Music, met Verses en Voluntaries uit de periode 1680-1760, muziek dus uit de Restoration en uit de Georgian Era, waardoor je een prima indruk van het orgel krijgt.
En die indruk is bijzonder positief. Een zacht strijkende Open– met een ietwat omfloerste Stopped Diapason, een helder prestantenkoor, een doorzichtige Cornet, een ronde Trompet (+Echotrompet) en een feestelijk volle werk: het klinkt alles bijzonder aangenaam. Nee, niet zo briljant als de Harris in de St. Botolph Aldgate. Wel vriendelijk en bescheiden; gentle, zou Bicknell zeggen (‘The History of the English Organ’, p.102). Dit is mede te danken aan de windvoorziening, die ervoor zorgt dat de klank, zelfs zonder handgepomtpte wind zoals op deze cd, heel ontspannen is.
Whitehead voert de muziek uit zoals je van een conservatoriumdocent verwachten mag. De shakes en beats bij Blow en Purcell ratelen voortreffelijk – en in het concertante loopwerk van Arne en Walond zit een lekkere puls. Jammer is wel dat hij niet alle klankmogelijkheden van het orgel benut: de combinatie 8′,4,’3′ en het Plein Jeu (prestantenkoor plus Sesquialter) zijn negens te horen. Aardig daarentegen is wel dat, in een Voluntary van Pepusch, de Sesquialter solistisch in de bas te beluisteren is: een zeldzaamheid in Engelse orgelmuziek!
Bovendien is aardig dat Whitehead op deze cd muziek van Maurice Greene ten gehore brengt. Aardig omdat Greene, organist van St. Paul’s Cathedral, de eerste was die een openbare bespeling op dit orgel gaf op 19 oktober 1723. Ongetwijfeld heeft hij toen, evenals Whitehead nu, de zwelkast gebruikt. Abraham Jordan was er de uitvinder van (1712): de nag’s head swell, waarbij een schot door een jaknikkermechaniek op en neer wordt bewogen. !
Wat Greene van het orgel van Jordan vond is niet bekend. Wel is een verslag bewaard van orgelmaker William Hill. Toen hij in 1862 een bezoek aan het orgel had gebracht, schreef hij aan het parochiebestuur: ‘The instrument is evidently the work of one of the best builders of the early part of the last century […], and is one of the best preserved specimens, on the whole, we have met with.’ Daarmee heeft hij niets teveel gezegd!
Rest ons te wachten op de voltooiing van de restauratie van het volgende specimen in Londen: het orgel van Richard Bridge (1735) in Christ Church, Spitalfields, destijds met 34 stemmen op drie manualen het grootste barokorgel van Engeland. Wellicht komend voorjaar.
Verses and Voluntaries
The 1723 Abraham Jordan Organ of St George’s Southall
William Whitehead
[Verse] in D Major (Blow), Verse in G minor (Anonymous), Voluntary in D minor (Blow), Trumpet Voluntaru in D (Anonymous), Voluntary in G (Purcell), Voluntary in D minor (Purcell), Fugue in F (Hart), Overture to Phoebe (Greene, tr. Whitehead), Voluntary IV in G minor (Roseingrave), Voluntary VIII in G minor (Roseingrave), Fugue I in F minor (Roseingrave), Adagio from Concerto No. 1 in C (Arne), [Trumpet] Voluntary IV in D Op. 2 (Walond), Voluntary in C (Pepusch).
Label: Regent Records
Nummer: REGCD366
Speelduur: 68’25
Booklet: 12 pagina’s EN
Prijs € 17,50
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]