De afgelopen jaren werden er twee forse nieuwe Parijse concertzaalorgels in gebruik genomen: van de Spaanse bouwer Grenzing in het Grand Auditorium van Radio France en het op de voorliggende cd te horen orgel van de Philharmonie, gebouwd door de Oostenrijkse firma Rieger.
Beide orgels hebben het concept van een uit de kluiten gewassen Frans neo-klassiek instrument, aangevuld met elementen uit Duitsland, Engeland en Amerika. Het orgel van Rieger in de Philharmonie wordt op deze cd bespeeld door Olivier Latry, die uitsluitend transcipties ten gehore brengt.
In het cd-booklet wordt duidelijk gemaakt dat het orgel nauw moest aansluiten bij de klank van het orkest en dat de differentiatie van de klank in alle klanksterktes naadloos moest kunnen overgaan in een andere klankkleur, zoals dat bij een orkest te realiseren is. Nu blijft het fenomeen ‘transcripties’ in en concertzaal eigenlijk een lastige zaak: een orgel heeft eigenlijk ruimte nodig om goed tot ontplooiing te komen, en bij transcripties (denk aan het spel van Piet van Egmond in de Amsterdamse Prinsessekerk, Louis Robbiliard in Lyon of David Briggs in Gloucester Cathedral) wordt een akoestiek eigenlijk ook deel van het ‘orkest’.
Voor de orgelliefhebbers die hun ‘kerk-oren’ thuis laten, is deze cd echter wel degelijk een interessant visitekaartje van het instrument. Qua klank is het huis Rieger de laatste jaren – gelukkig – een andere weg ingeslagen. Zo werd dit orgel geïntoneerd door de Fransman Michel Garnier, in dienst van Rieger. De cleane (soms ook wat kille) intonatie, die de orgels van Rieger vaak kenmerkte, is ingeruild voor een rondere en meer fijnzinnige klank, waarbij alle gebieden evenwichtig en duidelijk te horen zijn.
Dat deze kenmerken wellicht wat haaks staan op het begrip ‘symfonisch orgel’, doet niks af aan het feit dat het orgel een aangenaam instrument in positieve zin van het woord is. Verder is het spel van Latry uiteraard technisch onberispelijk met zeer fijnzinnig afgewogen registraties. Mendelssohns Variations sérieuses komen zo prachtig tot hun recht. Naast afwisselend spectaculair en ingetogen kleine werkjes (zoals de Sabre Dance van Khatchaturian, de Prélude op. 28/4 van Chopin en The Flight of the Bumblebee van Rimsky-Korsakov) wordt de hoofdschotel van symfonisch orgelgebruik gevormd door Isoldes Liebestod van Richard Wagner.
Opvallend is daarbij dat de zwelkasten het geluid dempen, terwijl de boventonen niet gedempt worden – een heel andere opvatting van orgelbouw dan je bijvoorbeeld bij Cavaillé-Coll hoort. Daardoor blijft het orgel echter wel duidelijk verstaanbaar en laat het zich vanuit de luie stoel echt als een concert-instrument beluisteren. De Danse Macabre van Saint-Saëns nam Latry al eerder live op in St. John the Divine in New York. Het pleit voor de grote kwaliteiten van zowel orgel als artiest dat een andere ruimte en orgel een zo verschillend resultaat geven.
Samenvattend: voor wie een modern symfonisch orgel wil beluisteren in combinatie met perfect orgelspel en tevens de top tien van orgeltranscripties op één schijf wil hebben, is deze cd een aanrader!
Voyages
orgue de la Philharmonie de Paris – Olivier Latry
Gayaneh, Suite No. 3: V. Sabre Dance (Khachaturian/arr. Kiviniemi); El amor brujo: No. 8 Ritual Fire Dance (De Falla/arr. Latry); Variations sérieuses, Op. 54 (Mendelssohn/arr. Smits); Cantata No. 29 ‘Wir danken dir, Gott, wir danken dir’, BWV 29: I. Sinfonia (Bach/arr. Dupré); 2 Légendes, S. 175: II. St François de Paule marchant sur les flots (Liszt/arr. Reger); Tristan und Isolde, WWV 90, Act 3: Vorspiel und Isoldes Liebestod (Wagner/arr. Lemare); 24 Preludes, Op. 28: No. 4 in E Minor (Chopin/arr. Liszt); The Flight of the Bumblebee (from The Tale of Tsar Saltan, Op. 57, Act 3) (Rimsky-Korsakov/arr. De Saint-Martin); Préludes, Book 1, L. 117: X. La cathédrale engloutie (Debussy/arr. Roques); Pelléas et Mélisande, Op. 80: III. Sicilienne (Fauré/arr. Robilliard); Danse macabre, Op. 40 (Saint-Saëns/arr. Lemare)
Label: Erato
Nummer: 9029588850
Speelduur: 78’31
Prijs: € 19,99