‘Dat waren nog eens tijden’ [ 24 ]

In de column ‘Dat waren nog eens tijden’ blikt verhalenverteller, organist en orgelliefhebber Bert Rebergen zo nu en dan terug op de orgelwereld van enkele decennia geleden. In deze aflevering van de column: ‘Toebosch or not Toebosch’.

Text Example

advertentie



Velen zullen zich het televisieprogramma herinneren: Van Gewest tot Gewest. Op de woensdagavond bij de NOS. Vanuit een aantal provincies werd aandacht besteed aan natuur en cultuur en je wist precies welke verslaggever bij welke provincie hoorde. Voor jonge mensen destijds niet een programma om voor thuis te blijven, maar – zo heel soms – was er aandacht voor het orgel. Het in 1983 gebouwde Van den Heuvel-orgel van de Nieuwe Kerk in Katwijk kreeg de nodige aandacht en op een avond was er een item over de organist/componist Louis Toebosch.

‘Dit moet je eens horen!’

Ze zijn noodzakelijk, die gelijkgestemden in je omgeving die je attenderen op een cd, filmfragment of – in vroeger tijden – op een elpee. ‘Louis Toebosch orgel improvisaties’. Nooit had ik van die oude man op de platenhoes gehoord, terwijl andere meesters der improvisatie, zoals Langlais, Cochereau, Roth en Heiller, al lang een plekje in de platenkast hadden verworven.

‘Vier weverkens zouden ter botermarkt gaan.’ Oude Kerk Amsterdam. Zo had je dat orgel nog nooit gehoord!

Mijn enthousiasme deelde ik met een plaatselijk organist die zuur opmerkte: ‘Ach, niet veel meer dan een toverdoos.’ Tja. Deze muzikale goochelaar had toch maar mooi Haarlem gewonnen en durfde in zijn improvisaties dingen die je bij anderen niet hoorde. Ja, hij gaat in zijn improvisaties soms ver en het is niet altijd eenvoudig om iedere ‘dissonant’ te waarderen. Het verbaasde me ook niet toen Toebosch in een interview liet weten dat hij het jammer vond dat zijn – misschien wel bekendste – orgelpupil Bram Beekman in zijn improvisaties te weinig durfde te experimenteren.

Op de platenhoes was Toebosch al een oude man, maar een blik in de orgelagenda leerde dat hij nog steeds speelde. Al leven we in een klein land, je ziet vaak dat bepaalde organisten vooral actief zijn in hun eigen streek.

Toebosch was met name te vinden in het Brabantse land. Daar heb ik hem nog enkele malen horen spelen. Ondere andere toen hij 80 was geworden in ‘zijn’ Heikese Kerk te Tilburg en samen met, die andere meester, Albert de Klerk in de Cathrien in Eindhoven.

Na afloop van het concert in de Heikese Kerk was er de gelegenheid hem een moment te spreken. Innemende man, met veel humor en mild jegens collega’s. Even werd hij scherper toen ik hem vroeg of hij nog wel eens in het Parijse actief was. Toebosch schudde het hoofd: ‘Nee, Parijs, nee. Mooi hoor allemaal, maar ik vind die jongens daar zo arrogant. Daar voel ik me niet op mijn gemak.’ Wie vaker in Parijs is geweest, herkent de opmerking van Toebosch wel.
Een sterk staaltje op dit vlak maakte ik ooit mee met Pierre Pincemaille in Saint-Denis, net boven Parijs. Via een Franse orgelvriend konden we tijdens een zondagse mis bij hem buurten. Hij gaf nog net een hand bij binnenkomst, maar bleek verder volstrekt niet geïnteresseerd in twee enthousiastelingen uit de Lage Landen. Hij rookte tussen de bedrijven door een pakje sigaretten leeg in een gezellige ruimte achter het orgel en oreerde slechts tegenover zijn landgenoten. Mijn orgelkameraad uit Frankrijk zei na afloop: ‘Drinken jullie met Pincemaille nog een kopje koffie mee in het café hier om de hoek?’
Dan te mogen zeggen: ‘Nee, dank je …’
Niet nog een monoloog van een uur graag …

Gelukkig heeft deze interessante musicus genoeg collega’s in Parijs die buitenlands bezoek meer weten te waarderen.

Bij Toebosch weinig sporen van hooghartigheid. Het was dan ook met een brede grijns op het gezicht toen hij bij Van Gewest tot Gewest zei: ‘Ik zeg maar zo: Toebosch or not Toebosch, that’s the question!’

Voor het laatst hoorde ik hem tijdens een Kerstavonddienst in de Mozes en Aäron, in de hoofdstad. Orgel: Louis Toebosch. Helaas bleek hij slechts enkele versjes samenzang te mogen begeleiden en zaten we na een half uur in een bomvolle Krijtberg.

Louis Toebosch. In ons soms wat brave Nederlandse orgellandschap zijn er musici die op hun eigen verrassende wijze boven het maaiveld uitsteken. Zou hij nog leven dan was hij vorig jaar honderd geworden. Zulke mannen niet vergeten … that’s the question!

 


Bert Rebergen (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land.

 

© 2017

1 Comment

  1. Toebosch was zeker een grootheid. Heb hem een schitterend concert horen geven in ‘zijn’ Sacramentskerk in Breda (o.a. Messiaen en veel improvisatie). Ik vond hem volstrekt origineel in zijn improvisaties, ook niet wars van een vette knipoog. Daarna heb ik hem nog eens met dochter Marleen gehoord en gesproken tijdens een huisconcert in Rijswijk. Beminnelijke man. Zou mooi zijn als we zijn composities eens wat meer speelden (o.a. zijn speelse Fantasie en Fuga).

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.