Wat is het en wat kan je er mee? Nachtegaal, Rossignol of Vogelsang

nachtegaal
Nachtegalen uit: ‘Arte completo de constructor de órganos ó sea Guía manual del organero’, Mariano Tafall y Miguel (1872/76)

Al sinds vroeger eeuwen worden orgels, naast de gewone registers, uitgerust met allerlei ‘accessoires’. Bijzondere effectregisters, mechanische, elektrische of pneumatische foefjes. Ze worden in de rubriek ‘Wat is het … ?’ beschreven in samenwerking met deskundigen uit de orgelbouw. Deel 3 – de Nachtegaal.

Text Example

advertentie



Nachtegaal – [ook wel Vogelsang of Rossignol (F)] is een speelhulp waarbij met behulp van een orgelpijpje en een waterreservoir het gezang van vogels wordt geïmiteerd.

Hoe werkt het?
Deze ‘accessoire’ functioneert als volgt: een U-vormig orgelpijpje mondt met het corpus uit in een waterreservoir. Wanneer het register in werking wordt gesteld, gaat niet alleen het pijpje klinken, maar wordt ook het oppervlak van het water door de wind in beweging gebracht. Het borrelen van het water heeft tot gevolg dat de toonhoogte van het pijpje sterk varieert, waardoor een min of meer tsjilpend en tremulerend effect ontstaat.

De Nachtegaal wordt gewoonlijk bediend met een registertrekker, een handeltje of incidenteel met een trede.

Het ‘register’ was heel gebruikelijk in de Renaissance en werd tot in de achttiende eeuw vooral in orgels in Zuidelijke landen toegepast.

Voorbeelden uit ‘Traitant de la Fabrique des Orgues’ van Salomon de Caus, Les raisons des forces mouvantes, 1615

Nachtegaal in Nederland
In Nederland is slechts één historisch exemplaar bewaard gebleven, namelijk die in het door Verbeke en Schmid in 1821 gebouwde orgel in ’s-Gravenmoer. Dat is gezien de bouwtijd van het orgel opmerkelijk want in Holland valt de speelhulp al in de achttiende eeuw in ongenade. Joachim Hess (dis)kwalificeert het register in zijn ‘Luister van het orgel …’ (Gouda, 1772) immers als volgt:

‘NAGTEGAAL, bestaat uit een bakje gevuld met water, waar op eenige pypjes staan; een zeer fraai instrument om onder ander poppegoed voor de kinderen op de Jaarmarkt te brengen …’

Blijkbaar heeft Hess geen bezwaar met het imiteren van vogelgeluiden op het orgel, maar prefereert hij de vaardige hand van de organist boven een ‘tool’ want enkele bladzijden verder stelt hij:

‘Op de SIFFLET of FLAJEOLET 1 V., ontmoet men in het bovenste Octaav het Vogelgezang, en in het een-gestreeken Octaav, niet alleen het geluid van een Canary-fluitje, maar ook de naarbootsing van het fluiten met de lippen’.

Meerdere pijpjes
Soms werd de Nachtegaal met meerdere pijpjes uitgerust, en daarnaast zijn er voorbeelden van orgels die van meerdere Nachtegalen voorzien zijn. In dat geval zijn de pijpjes op verschillende toonhoogtes gestemd. Dat is onder meer het geval bij het Hermans-orgel in Pistoia.

De Nachtegaal in het Hermans-orgel in Pistoia: meerdere pijpjes op verschillende toonhoogtes gestemd.

Reconstructies
Bij restauratie/reconstructie van historische orgels zijn de afgelopen decennia diverse Nachtegalen vervaardigd, zoals onderstaand voorbeeld uit 2014 in de Sint-Jozefkerk te Donk (B).

Nachtegaal in de onderkas van het De la Haÿe/Van Peteghem-orgel in Maldegem-Donk (B).
Windlade van de Nachtegaal in het orgel van Maldegem-Donk

Wat kan je ermee?
De speelhulp werd vooral gebruikt bij de vertolking van pastorale scènes (verklanking van een vredig tafereel na een veldslag, bewerkingen van (kerst)liederen), maar ook is er een bron die melding maakt van het gebruik van de Rossignol tijdens de consecratie. Hier zijn twee filmpjes te zien van gebruik in orgelliteratuur (Gwendolyn Toth aan het Eekman/De Mare-orgel in Midwolde, Groningen) en improvisatie (de kathedraal van Aix-en-Provence).

 

[tekst Johan Zoutendijk]

 

Lees ook: alle delen uit de rubriek ‘Wat is het?’